Uitspraak: Afwijking van Hofmodel in Dexiazaken op grond van individuele omstandigheden

Een man heeft leningen bij zijn ouders afgesloten. De ouders van de man hadden hun woning verkocht om zo in hun oude dag te kunnen voorzien. De man zette het van zijn ouders geleende bedrag op een depositorekening en van de rente die hij daarop ontving, zou hij het verschuldigde rentebedrag aan zijn ouders kunnen voldoen. Echter, de rente op de depositierekening was lager dan de rente die de man aan zijn ouders moest betalen waardoor hij maandelijks geld toe moest leggen. In 1997 kwam de man in contact met tussenpersoon Spaar Select. Spaar Select adviseerde de man om het van zijn ouders geleende bedrag in te leggen in een ‘Capital Effect’ effectenlease-overeenkomst (= beleggen met geleend geld), aanboden door Bank Labouchere (later overgenomen door Dexia). Spaar Select verzekerde de man dat dit financiële product een hoog rendement zou gaan opleveren.

Het door de man aan Dexia betaalde bedrag van € 29.898,48 (rente en aflossing) is tijdens de looptijd van de effectenlease-overeenkomst verloren gegaan. Na beëindiging van de effectenlease-overeenkomst blijft de man met een restschuld achter omdat de waarde van de aandelen lager waren dan op het moment dat hij de aandelen middels een lening kocht. Dexia vordert in deze procedure een restschuld ad. €16.404,22, te vermeerderen met de wettelijke rente vanaf april 2005 en een proceskostenvergoeding.

In de procedure erkent Dexia dat zij jegens de man haar bancaire zorgplicht heeft geschonden en onrechtmatig heeft gehandeld. Dexia wenst de met de man gesloten effectenlease-overeenkomst af te wikkelen conform jurisprudentie van de Hoge Raad van 5 juni 2009 (LJN BH2815, BH2811 en BH2822) en het Gerechtshof Amsterdam van 1 december 2009 (LJN BK4978, BK4981, BK4982 en BK4983). De kantonrechter is van oordeel dat het in de jurisprudentie ontwikkelde Hof-model niet onder alle omstandigheden gevolgd kan of moet worden. Het model is niet bedoeld als een algemeen verbindende collectieve afwikkeling van restgevallen na de eerder algemeen verbindend verklaarde Duisenberg-regeling (WCAM). Wie niet gebonden wilt zijn aan Duisenberg-regeling, zoals de man, heeft recht op een individuele beoordeling van zijn zaak. Het door het Gerechtshof Amsterdam ontwikkelde model waar Dexia zich op beroept, doet daar niets aan af.

Het product ‘Capital Effect’ vertoonde volgens de rechtbank ernstige gebreken: een te geringe spreiding van aandelen, een te hoge kostenstructuur, geen mogelijkheid tot kosteloze tussentijdse opzegging en geen mogelijkheid om verliezen af te dekken. De effecten moesten bij een looptijd van 15 jaar met 5% per jaar stijgen om quitte te spelen. Daarnaast presenteerde Spaar Select zich als een onafhankelijk en deskundig adviseur, terwijl Spaar Select niet deskundig en ook niet onafhankelijk was. De rechtbank oordeelt dat Dexia haar zorgplicht heeft geschonden, zoals zij erkend heeft. De rechtbank oordeelt verder dat Dexia de man de effectenlease-overeenkomst had moeten ontraden omdat de man de financiële verplichtingen uit de overeenkomst niet kon dragen. De rechter oordeelt de man de door Dexia gevorderde restschuld niet aan Dexia hoeft te betalen.

Klik hier voor de volledige uitspraak

Neslihan Karacaoglan

Wij staan voor u klaar

  • Tegen financiële dienstverleners
  • 10+ jaar ervaring
  • Eerlijk en transparant
Neem contact op

Wij helpen u graag

  • Tegen financiële dienstverleners
  • 10+ jaar ervaring
  • Eerlijk en transparant