Uitspraak: Bank dient beleggingsschade te vergoeden


Het Gerechtshof Arnhem heeft op 11 maart 2014 een arrest gewezen in een geschil dat draaide om geleden beleggingsschade. De inleg van ca. € 2.500.000,- is voor een groot deel tenietgegaan. De casus en het geschil tussen bank (naar verluidt Van Lanschot) (“de Bank”) en belegger eindigt op datum arrest als volgt. 

Belegger heeft op leeftijd zijn onderneming verkocht. De belegger heeft een deel van diens vermogen dat hij door de verkoop van zijn onderneming had verkregen, belegd bij de ING Bank. Belegger werd bij die bank geadviseerd door een beleggingsadviseur die vervolgens bij de Bank is gaan werken. De belegger verhuisde met diens adviseur mee naar de Bank. Er wordt door de Bank vooral en actief gehandeld in opties en futures. Op de opties en futures wordt een verlies van meer dan € 1.500.000,- geleden. Belegger stelt de Bank middels een advocaat aansprakelijk voor de door hem geleden schade. Een langdurige rechtszaak volgt.

Het Gerechtshof stelt – volgens vaste rechtspraak – voorop dat op een bank als professionele en bij uitstek deskundige dienstverlener een bijzondere zorgplicht rust bij beleggingsadviesrelaties met particuliere beleggers. Die zorgplicht behelst onder meer dat de bank vooraf onderzoek moet doen naar de financiële mogelijkheden, deskundigheid en doelstellingen van de cliënt en dat zij hem dient te waarschuwen voor eventuele risico’s die aan een voorgenomen of toegepaste beleggingsvorm zijn verbonden, alsook voor het feit dat een door hem voorgenomen of toegepaste beleggingsstrategie niet past bij zijn financiële mogelijkheden of doelstellingen, zijn risicobereidheid of zijn deskundigheid. Deze plicht strekt mede ter bescherming van de cliënt tegen het gevaar van een gebrek aan kunde en inzicht of van eigen lichtvaardigheid. Zij geldt bij uitstek als de cliënt handelt in opties (vergelijk HR 8 februari 2013, ECLI:NL:HR:2013:BY4600). Het opstellen van het risicoprofiel heeft tot doel dat de bank een zodanig beeld krijgt van haar cliënt dat zij haar advisering kan afstemmen op, samengevat, de financiële positie en de beleggingsdoelstelling en -uitgangspunten van die cliënt.

Namens de Bank is aangevoerd dat portefeuille die door belegger bij ING werd aangehouden geen pensioendoelstelling had, maar dat de portefeuille bij de belegger een vermogensgroeidoelstelling had en geen inkomensdoelstelling. Kortom, de Bank koerst (kennelijk) op een minder vergaande zorgplicht en aansprakelijkheid door te betogen dat het niet ging om beleggen met een pensioendoelstelling in welk kader behoud van vermogen en het genereren van inkomen uit vermogen werd beoogd. Immers: vaste rechtspraak is dat er bij dergelijke doelstellingen er (zeer) defensieve portefeuilles door een bank of vermogensbeheer aangehouden dienen te worden. Er dient op een (zeer) defensief wijze belegd te worden. Het gaat immers om behoud van vermogen en in het generen van inkomen uit vermogen. Het Gerechtshof oordeelt dat het van meet af aan op de weg van de Bank had gelegen om indringend bij de belegger te verifiëren of hij de consequenties overzag van het verlaten van de kennelijk bij ING aanwezige pensioendoelstelling van zijn beleggingen. Dat geldt temeer omdat een pensioendoelstelling een voor de hand liggende doelstelling is bij iemand met een meer dan gepensioneerde leeftijd die zijn onderneming heeft verkocht en geen andere inkomstenbronnen heeft.

De Bank heeft verder betoogd dat de belegger zeer ervaren was, wat door de belegger is betwist. Het Gerechtshof oordeelt dat zelfs indien dit het geval zou zijn, dat dit de Bank niet ontsloeg van de verplichting om bij aanvang van de beleggingsrelatie te waarschuwen voor de risico’s die aan de voorgenomen beleggingsvorm, namelijk uitsluitend aandelen, opties en futures, zijn verbonden. Gelet op de enorme risico’s die zijn verbonden aan opties en futures (waarbij het risico vanwege het enorme hefboomeffect de margin vele malen kan overtreffen) had de Bank zich ervan moeten vergewissen of de belegger deze risico’s in voldoende mate overzag en desondanks bereid was om dergelijke risico’s te lopen, hetgeen de belegger heeft betwist. Onderdeel van de zorgplicht is immers – wederom volgens vaste rechtspraak – om een particuliere belegger voor een gebrek aan inzicht en voor mogelijk lichtzinnig gedrag te behoeden, niet alleen bij aanvang van de relatie maar ook gedurende het verloop daarvan.

Ook rust, volgens het gerechtshof, op de Bank een zorgplicht om gedurende de relatie het risicoprofiel van de belegger – zo nodig – te actualiseren. Door het risicoprofiel niet adequaat aan te passen heeft de bank ook haar zorgplicht jegens de belegger ernstig geschonden.

Het Hof stelt voorts nog vast dat de Bank niet heeft voldaan aan de verplichting om erop toe te zien dat binnen een termijn van vijf werkdagen margintekorten daadwerkelijk werden aangezuiverd. De Bank heeft op dit punt haar zorgplicht jegens de belegger ook geschonden.

Het Hof is tot slot nog van oordeel dat de zorgplicht van een bank (ook) met zich brengt dat een bank zich rekenschap dient te geven of de aan de transacties verbonden provisies in een zodanige verhouding tot het belegd vermogen staan, dat de te behalen beleggingsresultaten niet voor een substantieel deel ter dekking dienen van de gemaakte provisiekosten. Op een bank rust, in het kader van haar waarschuwingsplicht de plicht om de belegger te behoeden voor, gelet op zijn risicoprofiel, niet proportionele provisies. Het Hof stelt vast dat de Bank op dit punt haar zorgplicht jegens de belegger ook heeft geschonden.

De belegger krijgt een voorschot op de schadevergoeding toewezen voor een bedrag ad. € 500.000,-. Voor het overige bepaalt het Hof dat een onafhankelijke deskundige de schade dient vast te stellen. De procedure wordt verwezen naar de schadestaatprocedure.

Bent u ook ontevreden over uw bank of vermogensbeheerder? Wij hebben ruime ervaring met het procederen tegen banken en vermogensbeheerders alsmede tussenpersonen en/of financieel adviseurs. Neem vrijblijvend contact met ons op via ons contactformulier.

Klik hier voor de gehele uitspraak.

Joost Papeveld

Wij staan voor u klaar

  • Tegen financiële dienstverleners
  • 10+ jaar ervaring
  • Eerlijk en transparant
Neem contact op

Wij helpen u graag

  • Tegen financiële dienstverleners
  • 10+ jaar ervaring
  • Eerlijk en transparant