Uitspraak: Vermogensbeheerder moet ruim €95.000,- schadevergoeding betalen door te risicovolle beleggingen

Tussen meneer en mevrouw A en A vermogensbeheer is in mei 2007 een relatie van vermogensbeheer tot stand gekomen. Voor het beheer van het vermogen is daarnaast een effectenrekening bij Theodoor Gilissen Bankiers N.V. geopend. Meneer en mevrouw A hebben € 240.860,- in beheer gegeven. Op de vragenlijst van het cliëntprofiel hebben meneer en mevrouw A aangegeven dat zij ongerust worden bij een waardedaling van 5-10% per jaar.

Enige tijd later, in 2015, hebben meneer en mevrouw A op een intakeformulier aangegeven het risico te willen nemen dat de portefeuille naar een jaar een rendement heeft tussen – 10% en + 25 %. Eind dit jaar was de waarde van het belegd vermogen ongeveer € 187.000,-. In april 2016 hebben meneer en mevrouw A een klacht ingediend bij A vermogensbeheer en gevraagd de portefeuille te liquideren. A vermogensbeheer heeft deze klacht afgewezen. Meneer en mevrouw A hebben vervolgens een lacht ingediend bij het Klachteninstituut Financiële Dienstverlening.

Consumenten vorderen een schadevergoeding van ruim € 160.000 wegens onverantwoord beleggen door A vermogensbeheer

Meneer en mevrouw A vorderen vergoeding van de door hen geleden schade. Dit betreft €161.121,-, het verschil tussen het na beëindiging van het beheer ontvangen bedrag en het bedrag dat zij zouden hebben ontvangen bij belegging conform de benchmarkt Robeco Solid Mix Fonds. A vermogensbeheer kan grove schuld worden verweten waardoor zij schade hebben geleden. Volgens meneer en mevrouw A zouden er nooit zulke verliezen zijn geleden indien er verantwoord was belegd.

Bij aanvang van de beheerrelatie is een neutraal risicoprofiel overeengekomen. Dit is nauwelijks te verenigen met de overeengekomen rendementsdoelstelling van 8 procent of hoger. Echter, A vermogensbeheer diende er voor alles op toe te zien dat de beheerde portefeuille in overeenstemming bleef met het risicoprofiel. De rendementsdoelstelling die is overeengekomen is hieraan ondergeschikt. De vermogensbeheerder dient in beginsel optietransacties te beperkten tot transacties die in verband met de in de portefeuille aanwezige aandelen als ‘gedekt’ kunnen worden beschouwd. Daarnaast dient de vermogensbeheerder ervoor te waken dat het uitoefenen van deze opties niet tot gevolg heeft dat het percentage aandelen in de portefeuille in strijd komt met de overeengekomen ‘asset allocatie’.

Vermogensbeheerder dient consumenten voldoende voor te lichten over de risico’s van de transacties

Het is de Commissie opgevallen dat met name in de jaren waar forse verliezen zijn geleden dit met name is bij transacties in opties. Meneer en mevrouw A hoefden niet bedacht te zijn op de met deze transacties gepaard gaande risico’s. A vermogensbeheer heeft hen hier ook niet voldoende over voorgelicht. Volgens de Commissie is het aannemelijk dat meneer en mevrouw A bij en goed inzicht in de mogelijke risico’s van de aangeboden diensten door A vermogensbeheer een andere vorm van vermogensbeheer zouden hebben gekozen. A vermogensbeheer is dan ook aansprakelijk voor het door meneer en mevrouw A geleden verlies. Bij de berekening van deze schade zijn meneer en mevrouw A uitgegaan van een vergelijking met de resultaten van de Robeco-fondsen. Dit kan echter niet de maatstaf zijn nu ze bewust hebben gekozen voor vermogensbeheer bij A vermogensbeheer. De Commissie neemt als vergelijking de Vermogensbeheer Rendement Index. Deze is volgens de Commissie algemeen geaccepteerd en gezaghebbend.

De Commissie stelt dat een nauwkeurige begroting niet mogelijk is en zal daarom de schade schatten op de voet van artikel 6:97 van het Burgerlijk Wetboek door uit te gaan van de door A vermogensbeheer zelf gehanteerde benchmark. Het werkelijke netto resultaat bedraagt ongeveer € 60.000 (€ 240.000 – € 181.000). Het totale bedrag zou volgens de VBR Index uitkomen op € 325.000 waardoor het theoretische netto resultaat € 85.000 bedraagt. De Commissie stelt daarom dat de voor vergoeding in aanmerking komende schade afgerond € 145.000,- bedraagt. Een deel van het verkregen bedrag dient voor rekening van meneer en mevrouw A te komen volgens de Commissie. Zij hebben welbewust deze vorm van vermogensbeheer aanvaard. Eén derde van de schade dient daarom voor rekening te blijven van meneer en mevrouw A. A vermogensbeheer dient een bedrag van € 96.666,- te vergoeden aan A vermogensbeheer.

Klik hier voor de volledige uitspraak.

Financieel recht advocaten

Heeft u ook schade geleden op uw beleggingen en bent u van mening dat uw bank of vermogensbeheerder een te risicovol beleggingsbeleid heeft gevoerd of in strijd heeft gehandeld met gemaakte afspraken? Neem hier dan vrijblijvend contact op met een van onze gespecialiseerde advocaten. De advocaten van Financieel Recht Advocaten hebben ruime ervaring met het procederen tegen banken en vermogensbeheerders.

Rob Silvertand

Wij staan voor u klaar

  • Tegen financiële dienstverleners
  • 10+ jaar ervaring
  • Eerlijk en transparant
Neem contact op
Fabienne de Jong

Wij helpen u graag

  • Tegen financiële dienstverleners
  • 10+ jaar ervaring
  • Eerlijk en transparant