Uitspraak: ABN AMRO schendt zorgplicht door holding onvoldoende te informeren over risico’s van renteswap in combinatie met geldlening

Holding E is de holdingmaatschappij van een groep vennootschappen die zich bezighoudt met de verkoop van kantoorartikelen en luxe schrijfwaren. Holding E was in 2006 eigenaar van twee kantoorpanden. In het kader van de uitbreiding van haar ondernemingsactiviteiten wilde Holding E een derde winkelpand aankopen. Daarbij heeft Holding E ABN AMRO verzocht om een financiering. Tussen Holding E en ABN AMRO bestond op dat moment al een lange financieringsrelatie.

Holding sluit kredietovereenkomst met ABN AMRO van bijna € 4 miljoen

In september 2006 is er een kredietovereenkomst tot stand gekomen tussen holding E en ABN AMRO. Het verleende krediet bedroeg € 3.904.000,-. Dit krediet bestond uit een rekening-courantkrediet van € 300.000,- en een twintigjarige Euribor-lening van € 3.604.000,-. De Euribor-lening had als rentetarief de éénmaands Euribor, vermeerderd met een opslag van 0,85% per jaar. ABN AMRO verkreeg zekerheid in de vorm van een krediethypotheek ter waarde van € 3.500.000,- vermeerderd met 40% voor rente en kosten op elk van de panden van Holding E. Dezelfde dag heeft ABN AMRO een Powerpoint-presentatie aan Holding E gegeven over afdekking van het renterisico door middel van een rentederivaat. Eén dag later is Holding E telefonisch een renteswapovereenkomst met ABN AMRO overeengekomen. ABN AMRO heeft dit dezelfde dag schriftelijk aan Holding E bevestigd.

De renteswap werd overeengekomen voor een periode van 10 jaar vanaf 1 oktober 2006. De hoofdsom bedroeg € 3.604.000,- met een vaste rente van 4,24%. ABN AMRO betaalde een variabele rente. Drie jaar later, in 2009, bleek dat bij het afsluiten van de renteswap een vergissing was gemaakt. In de kredietovereenkomst was opgenomen dat voor de Euribor-lening het éénmaands Euribortarief werd berekend terwijl feitelijk het driemaands Euribor-tarief werd berekend. Daardoor ontstond er een verschil tussen het rentepercentage onder de renteswap en de kredietovereenkomst. ABN AMRO heeft Holding E daarom verzocht een aangepaste renteswap af te sluiten. Deze aangepaste renteswap is in oktober 2009 telefonisch met ABN AMRO overeengekomen. Dit heeft ABN AMRO dezelfde dag schriftelijk bevestigd.

Holding roept vernietiging van renteswap in wegens dwaling

In 2013 wilde Holding E haar derde bedrijfspand te koop zetten. ABN AMRO heeft laten weten dat zij bereid was haar hypothecaire inschrijvingen op het pand te royeren tegen volledige inlossing door Holding E van haar schulden aan ABN AMRO. Dit zou betekenen dat Holding E ook de eventuele kosten uit hoofde van de renteswap diende te vergoeden aan ABN AMRO. Dit heeft tot een discussie geleid waarnaar Holding E ABN AMRO aansprakelijk heeft gesteld uit hoofde van toerekenbare tekortkoming en onrechtmatige daad. Daarnaast heeft Holding E de vernietiging van de renteswap ingeroepen wegens dwaling en daarbij de renteswap ontbonden. In de eerste week van juli 2014 heeft ABN AMRO € 193.242,- afgeschreven van de bankrekening van Holding E ter zake van de negatieve markwaarde van de renteswap.

Holding E is een procedure gestart bij de rechtbank Amsterdam en vordert dat de renteswap wordt vernietigd. Subsidiair stelt Holding E dat ABN AMRO toerekenbaar tekort is geschoten in de nakoming van de renteswap, althans dat zij onrechtmatig heeft gehandeld en dat de renteswap buitengerechtelijk is ontbonden/wordt ontbonden. Holding E stelt dat zij de renteswap onder invloed van dwaling heeft gesloten. Zij heeft gedwaald omtrent de omstandigheid dat de renteswap een negatieve marktwaarde zou kunnen hebben en dat zij die aan ABN AMRO zou moeten voldoen bij verkoop van haar onderneming. Daarnaast stelt Holding E dat ABN AMRO tekort is geschoten in de nakoming van de op haar rustende zorgplicht. ABN AMRO had de renteswap niet aan holding E mogen adviseren nu dit product niet bij haar paste.

Wat betreft de dwaling stelt de rechtbank dat als uitgangspunt genomen dient te worden dat degene die een overeenkomst aangaat moet voorkomen dat hij de overeenkomst sluit onder invloed van een onjuiste voorstelling van zaken. Volgens de rechtbank was het voor Holding E mogelijk om, met een redelijke mate van inspanning, te begrijpen dat de renteswap gedurende haar looptijd een negatieve marktwaarde zou kunnen krijgen die bij voortijdige beëindiging voor haar rekening zou komen. Het beroep op dwaling slaagt dan ook niet.

Holding stelt dat ABN AMRO in strijd heeft gehandeld met de op haar rustende zorgplicht

Subsidiair stelt Holding E dat ABN AMRO in strijd met de op haar rustende zorgplicht heeft gehandeld. De renteswap voldeed niet aan de (risico)doelstelling van Holding E en de renteswap was van zo’n aard dat dat Holding E de daarmee gepaard gaande risico’s niet kon en wilde dragen. Ook heeft ABN AMRO haar onvoldoende gewaarschuwd voor het aan de renteswap verbonden risico van een negatieve marktwaarde waarover mogelijk moest worden afgerekend.

De rechtbank stelt vast dat ABN AMRO niet alleen is opgetreden als aanbieder van een financieel product maar ook als adviseur van Holding E. ABN AMRO heeft immers de renteswap aan Holding E geadviseerd. Uit vaste rechtspraak volgt dat op de bank die een product adviseert een zorgplicht rust die er mede toe strekt de klant te beschermen tegen de gevaren van een gebrek aan inzicht. De omvang van deze zorgplicht is afhankelijk van de concrete omstandigheden van het geval. De renteswap is aangegaan met het doel om het risico van een stijgende rente te beheersen. Aan de combinatie van een lening en renteswap zijn specifieke risico’s verbonden waarvoor een bank de klant onder omstandigheden moet waarschuwen.

ABN AMRO diende holding volledig, juist en begrijpelijk te informeren over mogelijke gevolgen

Op ABN AMRO rustte als deskundige financiële dienstverlener bij de totstandkoming van de renteswap de plicht om voor het sluiten van die overeenkomst Holding E volledig, juist en begrijpelijk te informeren over de mogelijke gevolgen en specifieke risico’s van het afsluiten van het samenstel van overeenkomsten. Met het enkel verstrekken van de kredietovereenkomst en twee brochures heeft ABN AMRO tegenover Holding E niet aan deze informatieplicht voldaan. Hierin is geen duidelijke en begrijpelijke informatie over de specifieke risico’s van een renteswap in combinatie met een geldlening te vinden. ABN AMRO heeft volgens de rechtbank dan ook gehandeld in strijd met de op haar rustende zorgplicht.

Klik hier voor de volledige uitspraak.

Financieel recht advocaten

Heeft u een renteswap en zoekt hulp of bijstand, bijvoorbeeld om op een gelijk niveau met de bank in gesprek te raken of om te weten te komen of u aanspraak kunt maken op een schadevergoeding, neem dan hier vrijblijvend contact met ons op.

Zie ook vergelijkbare uitspraken:

Neslihan Karacaoglan

Wij staan voor u klaar

  • Tegen financiële dienstverleners
  • 10+ jaar ervaring
  • Eerlijk en transparant
Neem contact op

Wij helpen u graag

  • Tegen financiële dienstverleners
  • 10+ jaar ervaring
  • Eerlijk en transparant