In een recente uitspraak heeft de voorzieningenrechter besloten dat ABN AMRO niet verplicht is om de zakelijke relatie met BDN Bouw B.V. (“BDN”) te hervatten. De kern van deze beslissing ligt in de vermoedelijke fraudegevallen waarbij BDN betrokken was, die het bedrijf niet kon weerleggen. Door de ernstige schade aan het vertrouwen van ABN AMRO en de duidelijke risico’s van het hervatten van de relatie met BDN, werd de rechtszaak in het voordeel van ABN AMRO beslist.
Achtergrondinformatie over het geschil
BDN, een geregistreerde groothandel, hield een zakelijke rekening bij ABN AMRO. X, de enige aandeelhouder, bestuurder en werknemer van BDN, had zijn privérekening bij ABN AMRO in 2022 beëindigd wegens ongebruikelijke transacties. Later dat jaar werd de rekening van BDN geblokkeerd vanwege een fraudeonderzoek, en uiteindelijk werd de relatie met BDN beëindigd volgens artikel 35 van de Algemene Bankvoorwaarden (ABV). BDN werd vervolgens voor 8 jaar opgenomen in het Incidentenregister Veiligheidszaken (IVR). BDN spande een kort geding aan, eisend dat de zakelijke rekening beschikbaar zou worden gesteld en hun naam uit het IVR zou worden verwijderd.
Rechterlijke overwegingen en oordeel
De voorzieningenrechter benadrukte dat banken, gezien hun maatschappelijke positie, de plicht kunnen hebben om ook aan niet-consumenten, zoals BDN, een betaalrekening aan te bieden. De uiteindelijke beslissing hangt echter af van een belangenafweging. Enerzijds is het zonder een betaalrekening bijna onmogelijk om deel te nemen aan het maatschappelijk verkeer en een bedrijf te exploiteren. Anderzijds kunnen banken een gerechtvaardigd belang hebben bij het weigeren van cliënten vanwege toezichtrechtelijke eisen of integriteitsrisico’s.
ABN AMRO bracht naar voren dat het vijf meldingen van vermoedelijke fraude had ontvangen van verschillende buitenlandse banken. De bank gaf een gedetailleerde onderbouwing hiervoor, terwijl BDN’s weerlegging onovertuigend was. Bovendien kon BDN geen verklaring geven voor de plotselinge activiteit op hun rekening op 6 juli 2022, de dag na de opheffing van de privérekening van X. De rekening van BDN ontving plotseling honderdduizenden euro’s per maand vanuit het buitenland, die vaak op dezelfde dag nog naar andere buitenlandse rekeningen werden overgemaakt.
Conclusie: risico’s en belangen
Gezien deze omstandigheden was het begrijpelijk dat het vertrouwen van ABN AMRO in BDN ernstig was geschaad. De risico’s verbonden aan het hervatten van de relatie met BDN waren groot en duidelijk. In het licht van deze hoge risico’s kon het belang van BDN om de bankrelatie met ABN AMRO te herstellen niet opwegen, vooral omdat bleek dat BDN al een rekening had bij Finom en dus toegang had tot het betalingsverkeer. De voorkeur van BDN om bij ABN AMRO te bankieren was niet voldoende om het belang van ABN AMRO te overtreffen.
Eindoordeel en gevolgen
Daarom weigerde de voorzieningenrechter de gevraagde voorzieningen en werd BDN veroordeeld tot het betalen van de proceskosten. Deze uitspraak onderstreept de verantwoordelijkheid en het gerechtvaardigde belang van banken bij het handhaven van hun integriteitsnormen en het naleven van toezichtrechtelijke eisen, zelfs als dit betekent dat zakelijke relaties moeten worden beëindigd om potentiële risico’s te beperken.
Financieel Recht Advocaten
Wij van Financieel Recht Advocaten hebben veel ervaring met het procederen tegen financiële instellingen als het gaat om het Wwft onderzoek. Heeft u vragen met betrekking tot verplichtingen van de Wwft, het cliëntenonderzoek (KYC onderzoek), Customer Due Dilligence (CDD) of de registratie van uw persoonsgegevens in interne of externe verwijzingsregisters (EVR/IVR). Neem dan vrijblijvend contact op met een van onze advocaten.
Wij staan voor u klaar
- Tegen financiële dienstverleners
- 20+ jaar ervaring
- Eerlijk en transparant