Uitspraak: Onenigheid over toedracht en registratie als fraude

Op 29 mei 2023 ontstond een incident in de haven van Scheveningen waarbij een man in het water viel en schade claimde voor een verloren gouden ketting en een beschadigde telefoon. De claim, met een waarde van bijna € 40.000,-, werd door de verzekeraar afgewezen vanwege vermoedens van fraude. Dit leidde tot een klacht over de interne registratie van de consument als fraudeur.

Feiten

De consument bevond zich samen met de verzekerde en een getuige in de haven van Scheveningen. Volgens de verzekerde verloor hij zijn evenwicht op een loopbrug en viel tegen de consument aan, die daardoor in het water terechtkwam. De consument meldde vervolgens dat zijn gouden ketting van € 39.585,- en zijn telefoon waren verdwenen of beschadigd. De verzekeraar ontving als bewijs foto’s, een taxatierapport en facturen. Vanwege de hoogte van de claim, onwaarschijnlijke omstandigheden, en het claimgedrag van de consument stelde de afdeling Speciale Zaken een onderzoek in. Dit onderzoek werd uitgevoerd door een extern bureau dat diverse tegenstrijdigheden in de verklaringen van de betrokkenen vond. Bijvoorbeeld over de valrichting, de handeling voorafgaand aan de val, en de impact van de val op kleding en lichaam. Hoewel er aanwijzingen waren dat de schade deels klopte zoals de aanwezigheid van de betrokkenen op de locatie en het bezit van de ketting en telefoon, vond het externe bureau de gegeven situatie onwaarschijnlijk. Er werd geconcludeerd dat fraude niet met zekerheid kon worden vastgesteld, maar dat een vermoeden gerechtvaardigd leek. Op basis hiervan weigerde de verzekeraar de claim en registreerde de consument intern in hun systeem met een aantekening van fraudeverdacht gedrag.

Geschil en klacht

De consument is het oneens met de registratie als fraudeur. Hij stelt dat de verzekeraar onvoldoende bewijs heeft en dat het onderzoek van het bureau onvoldoende is om een dergelijk oordeel te rechtvaardigen. De consument vraagt om verwijdering van de interne registraties, omdat deze hem onterecht als fraudeur wegzetten. De verzekeraar houdt vol dat er sterke aanwijzingen zijn voor een onjuiste voorstelling van zaken en noemt onder andere de tegenstrijdigheden in de verklaringen en het opmerkelijke claimgedrag van de consument als redenen voor de registratie. De verzekeraar benadrukt dat de registratie alleen intern is.

De beoordeling

De commissie stelt echter vast dat het incident niet onmogelijk is, en dat de verklaringen over het voorval zelf grotendeels overeenkomen. Dat er details niet helemaal kloppen, kan verklaard worden doordat de verklaringen pas vier maanden na het incident zijn gegeven. De verschillen zijn niet groot genoeg om met zekerheid te concluderen dat het verhaal niet waar is. Daarnaast wijst de commissie erop dat er geen bewijs is dat de betrokkenen opzettelijk onjuiste informatie hebben verstrekt. Hoewel het voorval vragen oproept, is er onvoldoende concreet bewijs om de consument te beschuldigen van fraude. Het registreren van de consument op basis van een vermoeden dat vooral op speculatie rust, is niet gerechtvaardigd. De commissie geeft de consument gelijk.

Financieel recht advocaten

Stelt uw verzekeraar dat u gefraudeerd heeft met een claim terwijl dit niet het geval is geweest en heeft u hierdoor schade geleden? Neem dan contact op met een van onze gespecialiseerde advocaten.

Fabienne de Jong

Wij staan voor u klaar

  • Tegen financiële dienstverleners
  • 20+ jaar ervaring
  • Eerlijk en transparant
Neem contact op

Wij helpen u graag

  • Tegen financiële dienstverleners
  • 20+ jaar ervaring
  • Eerlijk en transparant