Uitspraak: ABN AMRO schendt zorgplicht door vordering onvoldoende toe te lichten

In december 2006 hebben meneer G en ABN AMRO een overeenkomst voor een ‘doorlopend krediet’ gesloten met een kredietlimiet van € 50.000,-. Op 2 mei 2007 heeft meneer G aangegeven dat hij geen gebruik meer wilde maken van het doorlopend krediet. Meneer G heeft ABN AMRO daarom verzocht het contract te beëindigen en het eventuele restant over te maken naar zijn bankrekening. Dezelfde dag nog heeft meneer G een ‘Kredietovereenkomst Doorlopend Krediet (Aflossingsvrij)’ gesloten met ABN AMRO. Ook hier bedroeg het kredietlimiet € 50.000,-. Op deze kredietovereenkomst zijn de Productvoorwaarden ABN AMRO Doorlopend Krediet en de Algemene Voorwaarden ABN AMRO Bank N.V. van toepassing.

ABN AMRO eist openstaande schuld van ruim € 51.000,- in één keer op

Eind 2012 en begin 2013 heeft ABN AMRO meneer G diverse brieven gestuurd. Er was op dat moment een achterstand in de aflossing. In april 2013 bedroeg de openstaande schuld € 51.320,12. Ondanks meerdere brieven betaalde meneer G de maandbedragen niet. ABN AMRO heeft daarom de openstaande schuld in één keer opgeëist. Meneer G diende de openstaande schuld van € 51.320,12 binnen 5 dagen te betalen aan ABN AMRO. Een betaling van meneer G bleef echter uit. ABN AMRO heeft vervolgens Lindorff Credit Management B.V. ingeschakeld om de schuld te incasseren. De schuld bedroeg op 13 mei 2013 € 52.447,55. Lindorff heeft de incasso op haar beurt weer overgedragen aan GGN Mastering Credit N.V. Ook GGN heeft meneer G aangemaand. De schuld was op 18 maart 2014 opgelopen tot € 53.295,90. In april 2014 is er uiteindelijk toch een betalingsregeling tot stand gekomen tussen GGN en meneer G. In september 2015 kwam meneer G echter ook deze betalingsregeling niet meer na. GGN heeft meneer G toen voor de laatste keer gesommeerd om het verschuldigde bedrag te voldoen. Meneer G heeft hier geen gehoor aan gegeven.

ABN AMRO heeft vervolgens een procedure gestart bij de rechtbank Den Haag. Zij vordert dat meneer G wordt veroordeeld tot betaling van € 59.874,25. Volgens ABN AMRO is meneer G zijn verplichtingen uit de Kredietovereenkomst niet nagekomen. Als tegenvordering vordert meneer G een schadevergoeding van ABN AMRO. Volgens meneer G heeft ABN AMRO onrechtmatig gehandeld door geen inzicht te geven in hetgeen meneer G verschuldigd zou zijn. Daarnaast heeft ABN AMRO willekeurig, ongemotiveerd en zonder voorafgaande mededeling de kredietrente gewijzigd.

ABN AMRO brengt kredietovereenkomst niet in het geding

ABN AMRO heeft de kredietovereenkomst niet in het geding gebracht waardoor het voor de rechtbank niet duidelijk is wat partijen in 2010 zijn overeengekomen. Ook ontbreekt enig inzicht in de hoogte van de in rekening gebrachte kredietvergoedingen. De rechtbank kan daardoor niet vaststellen of ABN AMRO een juist bedrag heeft berekend. De rechtbank oordeelt daarom dat ABN AMRO niet heeft voldaan aan haar stelplicht doordat zij de opbouw van de schuld en dus de hoogte van haar vordering onvoldoende heeft toegelicht. Dit mocht van haar, als professionele kredietverlenende instelling, op wie een uit de eisen van redelijkheid en billijkheid voortvloeiende zorgplicht rust wel worden verwacht. De rechtbank wijst de vordering daarom af.

Klik hier voor de volledige uitspraak.

Financieel recht advocaten

Heeft u het vermoeden dat u schade heeft geleden als gevolg van een zorgplichtschending door uw hypotheekadviseur en/of bank? Neem dan hier vrijblijvend contact op met een van onze advocaten. Ons kantoor heeft ruime ervaring met het procederen tegen banken, tussenpersonen, financieel adviseurs, hypotheekadviseurs, beleggingsadviseurs alsmede vermogensbeheerders.

Zie ook vergelijkbare uitspraken:

Jamiro van de Wiel

Wij staan voor u klaar

  • Tegen financiële dienstverleners
  • 10+ jaar ervaring
  • Eerlijk en transparant
Neem contact op

Wij helpen u graag

  • Tegen financiële dienstverleners
  • 10+ jaar ervaring
  • Eerlijk en transparant