Een geldtransactiebedrijf is al zeventien (17) jaar klant bij de bank. De bank besloot wegens een verandering in nationale en internationale wet- en regelgeving de relatie met een geldtransactiebedrijf te beëindigen (ook de relatie in het andere land). De bank beriep zich op het beginsel van contractsvrijheid en stelt dat zij zelf mag kiezen met wie zij relaties aangaat en onderhoudt.
Volgens de bank brengt het geldtransactiebedrijf de relatie in gevaar. Er wordt verwezen naar de aanscherping van wet- en regelgeving ten aanzien van de gebieden witwassen, mensenhandel en terrorismefinanciering.
Het geldtransactiebedrijf is het niet eens met het besluit van de bank. Zij stelt dat sprake is van een legale bedrijfsuitoefening. Ook wordt er voldoende toezicht uitgeoefend op het risico van zwart geld. Het geldtransactiebedrijf zou daarnaast voldoen aan alle relevante wetgeving.
Oordeel in eerste aanleg Aruba
De rechter komt tot het oordeel dat de bank de relatie met het geldtransactiebedrijf moet voortzettend in het andere land. Het gaat wel om een duurovereenkomst die in beginsel kan worden opgezegd, maar daarbij dienen de rechtvaardigen belangen in acht te worden genomen. Ook moet rekening worden gehouden met de redelijkheid en billijkheid.
Volgens de rechter heeft de bank geen zwaarwegende gronden om de relatie met het geldtransactiebedrijf te beëindigen. Het geldtransactiebedrijf heeft echter wel zwaarwegende, gerechtvaardigde belangen bij het voortzetten van de relatie.
Oordeel eerste aanleg curaçao
De rechter komt tot het oordeel dat de bank de relatie met het geldtransactiebedrijf moet voortzetten. Het geldtransactiebedrijf heeft immers een zwaarwegend belang bij de voortzetting van de relatie. Niet is vast komen te staan dat de bank een concreet belang heeft bij de beëindiging van de relatie. In het kader van de redelijkheid en billijkheid moet de relatie worden voortgezet. Het is immers niet gebleken dat het geldtransactiebedrijf zich niet aan de regels houdt. Geen enkele bank wil het geldtransactiebedrijf als klant, waardoor zij haar bedrijf niet langer zou kunnen uitvoeren als de relatie met deze bank ook zou worden beëindigd. Dit heeft als gevolg dat het bedrijf zou ophouden te bestaan en dat alle dertien (13) werknemers geen baan meer hebben. De vorderingen van het geldtransactiebedrijf worden toegewezen.
