Wanneer mag een verzekeraar je registreren als fraudeur?

Een registratie in het Extern Verwijzingsregister (EVR) heeft grote gevolgen. Het betekent dat je jarenlang op een waarschuwingslijst staat die wordt geraadpleegd door alle banken en verzekeraars. Maar wanneer is zo’n registratie eigenlijk terecht?

In een belangrijke uitspraak van het Gerechtshof Arnhem-Leeuwarden (25 februari 2025) komt het hof tot het oordeel: de registratie was onrechtmatig. Een zorgverlener werd beschuldigd van fraude met zorggelden, maar het hof oordeelt dat de verdenking niet stevig genoeg is. Zijn naam moet uit het EVR worden verwijderd.

Een duidelijke winst voor privacy en rechtsbescherming – én een waarschuwing aan partijen zoals VGZ die soms te snel overgaan tot registratie.

De zaak in het kort

De zaak draaide om een zelfstandige zorgverlener die onder zijn eigen naam pgb-zorg leverde aan cliënten met complexe problematiek. Eén van zijn cliënten ontving zorg via een persoonsgebonden budget (pgb), beheerd via zorgverzekeraar VGZ. VGZ beschuldigde de zorgverlener van:

• het antedateren van zorgovereenkomsten;
• het declareren van niet-geleverde zorg;
• het niet correct verantwoorden van bestede pgb-gelden.

Op basis daarvan werd hij geregistreerd in het EVR, wat leidde tot directe blokkades bij het uitvoeren van zijn werk. De zorgverlener vocht dit aan – en kreeg van zowel de rechtbank als het hof volledig gelijk.

Wat vond het hof?

1. Geen bewijs van fraude

Hoewel VGZ van mening was dat er sprake was van opzettelijke misleiding, ging het hof daar niet in mee. Er was geen hard bewijs dat de zorgverlener:

• bewust een onterecht financieel voordeel had willen behalen;
• valse documenten had ingediend;
• of zorg had gedeclareerd die hij niet had geleverd.

Er waren wel administratieve onduidelijkheden – maar dat is géén fraude, aldus het hof.

2. Goedgekeurde zorgovereenkomst

VGZ had de ingediende zorgovereenkomst en zorgbeschrijving zelf goedgekeurd, inclusief de daarin opgenomen 24/7-beschikbaarheid, dagbesteding en vaste maandvergoeding. Het hof oordeelde dat de zorgverlener op deze toestemming mocht vertrouwen.

3. Zorg daadwerkelijk verleend

De cliënt en zijn bewindvoerder bevestigden dat de zorg ook echt geleverd is. Ook de omstandigheid dat zorg tijdens detentie werd gedeclareerd werd verklaard: de ondersteuning stopte niet automatisch zodra iemand achter de tralies zit.

4. Geen strafrechtelijk bewijs vereist, maar wel zwaardere verdenking

Voor een EVR-registratie is geen veroordeling nodig, maar er moet meer zijn dan een vermoeden. Volgens het hof had VGZ dat zwaardere bewijs niet. Er was geen opzet, geen bewezen onrechtmatig voordeel en geen concrete aanwijzing van fraude.

Waarom is dit belangrijk?

Deze uitspraak laat zien dat zorgverzekeraars – net als banken – niet zomaar tot registratie in het EVR mogen overgaan. Alleen als aan strikte voorwaarden is voldaan, en als de feiten echt vaststaan, is registratie gerechtvaardigd.

Dit biedt belangrijke rechtsbescherming, vooral voor professionals in de zorg of financiële sector, bij wie een registratie het einde van hun carrière kan betekenen.

Sta jij onterecht in het EVR? Laat het niet zitten.

Registratie in het EVR heeft grote gevolgen:

• Je komt nergens meer aan de bak in de financiële of zorgsector.
• Verzekeraars, banken en andere instellingen kunnen je zonder toelichting weigeren.
• Je wordt – zonder strafrechtelijke veroordeling – bestempeld als fraudeur.

Maar zoals deze zaak laat zien, is een registratie lang niet altijd terecht.

Ben je opgenomen in het EVR of IVR? Heb je een conflict met je zorgverzekeraar of bank over integriteit of administratie? Neem dan vandaag nog contact op met Financieel Recht Advocaten. Wij hebben ruime ervaring met het verwijderen van EVR-registraties, het aanvechten van fraudeverdenkingen en het beschermen van jouw reputatie.