Uitspraak: Streep door eenzijdig opslagwijzigingsbeding van ING

X heeft in 2005 een hypothecaire geldlening bij ING afgesloten met een hoofdsom van € 1.300.000,-. In de offerte is het volgende vermeld:

Debetrente: 1,0% per jaar boven het 1-maands Euribor Tarief geldend op de 1e dag van de rentevastperiode (thans 2,174%).

Tariefafspraak: De opslag op het EURIBOR-tarief wordt éénmaal per jaar door de kredietgever herzien. Indien de opslag wijzigt, wordt u daarover (ongeveer 2 weken van tevoren) ingelicht.

In de notariële akte is het volgende opgenomen:

Kredietnemer zal gedurende de looptijd van de geldlening een rente op jaarbasis verschuldigd zijn gelijk aan één procent (1%) boven het één maands EURIBOR-tarief (European Inter Bank Offered Rate)

Per 1 juni 2009 heeft ING de opslag op het Euribortarief verhoogd naar 1,86%, 9 april 2012 naar 2,5% en per 9 mei 2013 naar 3,26%. X is het hier niet mee eens. X stelt dat de verhogingen van de opslag in strijd is met hetgeen tussen partijen zijn overeengekomen. Daarnaast stelt X dat het opslagwijzigingsbeding onredelijk bezwarend is en op grond van artikel 6:233 sub a BW dient te worden vernietigd. X vordert dat de opslagverhogingen met terugwerkende kracht ongedaan worden gemaakt en vergoeding van het teveel betaalde bedrag aan rente.

Opslagwijzigingsbeding onredelijk bezwarend?

De vraag die beantwoord die beantwoord wordt is of het opslagwijzigingsbeding van ING houdbaar is. De Commissie dient het opslagwijzigingsbeding ambtshalve te toetsen aan de open norm van artikel 6:233 BW en deze bepaling richtlijn conform uit te leggen.

Artikel 3 lid 1 van de Richtlijn 93/13/EEG betreffende het oneerlijke karakter van bedingen in consumentenovereenkomsten luidt:

“Een beding in een overeenkomst waarover niet afzonderlijk is onderhandeld, wordt als oneerlijk beschouwd indien het, in strijd met de goede trouw, het evenwicht tussen de uit de overeenkomst voorvloeiende rechten en verplichtingen ten nadele van de consument aanzienlijk verstoort.”

In het kader van de Richtlijn is voorts relevant of het beding is opgenomen in de Bijlage bij de Richtlijn, houdende een (indicatieve en niet-uitputtende) lijst van bedingen die als oneerlijk kunnen worden aangemerkt. In de Bijlage bij de Richtlijn is vermeld dat als oneerlijk kunnen worden aangemerkt bedingen die tot doel of gevolg hebben:

“j) de verkoper te machtigen zonder geldige, in de overeenkomst vermelde reden eenzijdig de voorwaarden van de overeenkomst te wijzigen.”

De commissie oordeelt dat het opslagwijzigingsbeding kan worden aangemerkt als oneerlijk beding als bedoeld in onderdeel j van de Bijlage. Zoals vermeld, is de Bijlage slechts een indicatieve lijst. Of een beding daadwerkelijk oneerlijk is, blijft afhankelijk van de in de Richtlijn gestelde eisen van:

  1. goede trouw;
  2. evenwicht;
  3. transparantie.

De Commissie oordeelt dat niet voldaan is aan deze drie vereisten. In het opslagwijzigingsbeding en ook in de overige inhoud van de leningdocumentatie is op geen enkele wijze duidelijk gemaakt onder welke omstandigheden, volgens welke mechanismen en in welke mate de opslag kan worden gewijzigd. X is naar het oordeel van de Commissie derhalve niet op voorhand in staat gesteld om op basis van duidelijke en begrijpelijke criteria de economische gevolgen die voor hem uit het beding voortvloeien te voorzien. Uit een en ander volgt dat het beding in kwestie niet voldoet aan de uit hoofde van de Richtlijn gestelde eisen van transparantie.

De conclusie is dat het beding in kwestie onredelijk bezwarend is en wordt vernietigd. Nu het beding wordt vernietigd, dienen de opslagverhogingen teruggedraaid te worden.

Financieel Recht Advocaten

Gaat uw bank ook tot verhoging van de opslag over, en bent u van mening dat dit op grond van de gemaakte afspraken niet is toegestaan, kom dan in actie. Wij hebben ruime ervaring met het procederen tegen banken, verzekeraars en vermogensbeheerders alsmede tussenpersonen en/of financieel adviseurs. Neem hier vrijblijvend contact met ons op via ons contactformulier.

Een enigszins vergelijkbare zaak heeft Financieel Recht Advocaten in juni 2017 nog voor haar cliënte op een dusdanige wijze weten te schikken dat cliënte in plaats van een rente van 11,5% (!) nu nog maar een rentevergoeding is verschuldigd van 5,6%.

Klik hier voor de volledige uitspraak.

Zie ook vergelijkbare uitspraken:

Rob Silvertand

Wij staan voor u klaar

  • Tegen financiële dienstverleners
  • 10+ jaar ervaring
  • Eerlijk en transparant
Neem contact op

Wij helpen u graag

  • Tegen financiële dienstverleners
  • 10+ jaar ervaring
  • Eerlijk en transparant