Uitspraak: Accountants schenden zorgplicht en het accountantskantoor moet schade vergoeden

Het bedrijf Finsens Planning biedt investeringsdiensten aan vermogende klanten. In 2013 ziet Finsens Planning winst in de aankoop en exploitatie van een woonzorginstelling met 15 woonheden. Een accountantskantoor dat tevens een maatschap is, wordt gevraagd om een toekomstparagraaf op te stellen met betrekking tot de huurder, Blanda B.V. Het accountantskantoor is tevens huisaccountant van Blanda B.V. Het accountantskantoor heeft ervaring in de financiële begeleiding van particuliere woonzorginstellingen. De overeenkomst wordt door alle partijen ondertekend en het pand wordt aangekocht. Echter, in 2014 vraagt de huurder om een huurverlaging omdat de financiële situatie bij de zorgverlener minder rooskleurig is dan werd aangenomen. Blanda B.V. wordt in 2016 failliet verklaard, maar maakt daarna een doorstart.

Beroepsfout accountants bij uitvoeren opdracht

Finsens Planning dient een tuchtklacht in tegen de RA-accountant en de AA-accountant bij de Accountantskamer. Finsens Planning stelt deze twee accountants tuchtrechtelijk aansprakelijk voor het niet deugdelijk uitvoeren van de opdracht. Zij waren namelijk betrokken bij de toekomstparagraaf. De Accountantskamer concludeert dat de RA-accountant en de AA-accountant bij hun opdracht geen informatie hadden gevraagd van Blanda B.V. Blanda B.V. had geen toestemming gegeven voor het gebruik van een prognose voor 2014. De prognose was gebaseerd op een bezetting van 95%, terwijl het uitgangspunt van de zorgaanbieder 80% was. De accountants hebben beperkingen opgenomen in hun rapport. De accountants wisten ook dat Blanda B.V. vanaf de start medio 2012 tot aan januari 2014 een veel lager bezetting had dan 95-100%. In 2013 had Blanda B.V. zelfs een gemiddelde bezetting van 60%. De accountantskamer komt tot de conclusie de accountants hun opdracht niet deugdelijk hebben uitgevoerd. Om deze reden worden beide accountants geschorst voor een periode van een maand.

CBb verlengt schorsing

In 2015 gaan beide accountants in beroep bij het College van Beroep voor het bedrijfsleven (hierna CBb). Het CBb oordeelt dat de door de accountantskamer opgelegde maatregel niet passend is en verzwaart de maatregel voor beide accountants. Het verzuim om toestemming te vragen voor het gebruik van de prognose voor 2014 en het doen van uitspraken zonder deugdelijke grondslag wegen voor het CBb dermate zwaar dat ze van mening is dat de schorsing van de accountants verlengd moet worden met drie maanden.

Accountantskantoor schendt zorgplicht

Finsens Planning eist voor de rechter schadevergoeding van het accountantskantoor. De rechtbank wijst de eis af, omdat in de opdrachtbevestiging tal van de voorbehouden zijn gemaakt. Finsens Planning had bovendien zelf voldoende kennis om de situatie bij Blanda B.V. te kunnen beoordelen. Finsens Planning gaat in hoger beroep tegen het oordeel van de rechtbank. Finsens Planning stelt niet alleen de maatschap aansprakelijk, maar ook de personen die de opdracht hebben uitgevoerd. Het hof oordeelt dat alleen het accountantskantoor als maatschap aangesproken kan worden. De personen die de opdracht hebben uitgevoerd worden uitgesloten. Volgens het hof is er geen sprake geweest van bewust roekeloosheid aan de zijde van de maatschap of de uitvoerenden. Er is ook geen sprake geweest van voorwaardelijke opzet of grove schuld dan wel van opzettelijk onrechtmatig handelen. Het hof betrekt in haar oordeel ook de beslissingen van de Accountantskamer en het CBb. Het hof is van mening dat het accountantskantoor te kort geschoten is in zijn zorgplicht en verwijst daarbij naar de uitspraak van de Accountantskamer. Het Hof komt op basis daarvan tot de conclusie dat de accountants RA en AA niet hebben gehandeld zoals van een redelijk bekwaam en redelijk handelend accountant verwacht mag worden. Het accountantskantoor was tevens huisaccountant van Blanda B.V. en was gespecialiseerd in zorginstellingen. Finsens Planning mocht dus terecht erop vertrouwen dat de in het rapport neergelegde bevindingen door het accountantskantoor onderzocht en onderbouwd waren. Het accountantskantoor het dit echter niet gedaan. Het rapport was vooral gebaseerd op ‘kladjes’ van een medewerker. Verder was het Accountantskantoor op de hoogte dat de gemiddelde bezetting in 2013 60% was. Ook wist het accountantskantoor dat Blanda B.V. vanaf 2012 verlies leed. Het hof komt tot de conclusie dat het accountantskantoor de opdracht van Finsens Planning niet heeft uitgevoerd zoals van een redelijk bekwaam en redelijk handelend accountant verwacht mag worden. Het accountantskantoor heeft in strijd gehandeld met de verplichting van een goed opdrachtnemer in de zin van artikel 7:401 BW.

Accountantskantoor moet schade vergoeden

Het hof is van mening dat Finsens Planning schade heeft geleden door dat het accountantskantoor te kort geschoten is in zijn zorgplicht. Finsens planning zou het pand niet hebben aangekocht als de werkelijke financiële situatie van Blanda B.V. bekend was geweest. Het accountantskantoor moet de geleden schade van Finsens Planning vergoeden.

Heeft u schade geleden omdat een accountant zijn zorgplicht heeft geschonden? Lees hier meer over zorgplicht accountant of klik hier om contact op te nemen. U kunt ons ook bellen.

Klik hier voor het arrest van het Gerechtshof.

Fabienne de Jong

Wij staan voor u klaar

  • Tegen financiële dienstverleners
  • 20+ jaar ervaring
  • Eerlijk en transparant
Neem contact op

Wij helpen u graag

  • Tegen financiële dienstverleners
  • 20+ jaar ervaring
  • Eerlijk en transparant