De consumenten hebben een hypothecaire geldlening afgesloten bij de bank. In de toepasselijke voorwaarden is in artikel 22 sub a vastgelegd dat de rente gedurende de looptijd niet wordt gewijzigd en dat de bank voor het verstrijken van de looptijd een nieuw renteaanbod zal doen.
De consumenten hebben de bank op 28 juli 2016 diverse vragen over de geldlening gemaild, zoals bijvoorbeeld over de hoogte van de verschuldigde boete als eind 2016 de geldlening geheel wordt afgelost. Naar aanleiding hiervan hebben partijen elkaar op 20 september 2016 gesproken. De consumenten hebben van dit gesprek een verslag opgesteld en de bank gemaild.
Op verzoek van de consumenten heeft de bank zowel tijdens de bespreking in september 2016 als daarna enkele boeterente berekeningen (waarvan één keer met een renteaanbod) opgesteld en overhandigd. De bank heeft het verzoek van de consumenten over het verlenen van een korting op de boeterente afgewezen.
De consumenten hebben na de ontvangst van de aangevraagde boeterenteberekening in januari 2020 de bank een netto voordeelberekening gemaild met de vraag of die berekening ‘qua principe’ klopt. De bank laat weten niet op het verzoek de voordeelberekening te beoordelen in te kunnen gaan en adviseert de berekening door een belastingadviseur te laten controleren.
De consumenten hebben zich vervolgens over deze gang van zaken bij de bank beklaagd, waarna partijen elkaar hebben gesproken. Het door de consumenten gedane coulance verzoek is door de bank afgewezen. Medio februari 2020 is de geldlening bij de bank geheel afgelost.
De klacht en vordering
De consumenten zijn van mening dat de bank vanuit haar rol als hypotheekadviseur haar zorgplicht jegens hen heeft geschonden met schadeplichtigheid ter grootte van € 19.472,- als gevolg. Dit bedrag bestaat uit kosten die verband houden met de oversluiting van de geldlening.
De consumenten klagen in de kern erover dat de bank haar (zorg)verplichtingen niet is nagekomen. Allereerst stellen zij dat de bank heeft nagelaten hen proactief over het oversluiten van rentecontracten en de vergoedingsvrije ruimte te adviseren. Verder heeft de bank de consumenten in januari 2020 op onterechte gronden afgeraden de rentecontracten tussentijds open te breken en vast te zetten tegen een rente van 1,95%, hetgeen een onjuist advies is gebleken. Voorts heeft de bank op onterechte gronden geweigerd een zogenoemde netto berekening ter zake de boeterente op te stellen en hen in plaats daarvan doorverwezen naar een betaald adviestraject. Ten slotte verwijten consumenten de bank dat zij hen niet heeft geadviseerd over de zogenoemde betaalpakketkorting.
De beoordeling
Proactief advies De commissie is met de bank van oordeel dat de bank zich niet op grond van de algemene bankvoorwaarden of op grond van het gespreksverslag van de consumenten heeft verplicht hen proactief over het openbreken van de rentecontracten te adviseren. Daarnaast ligt het initiatief voor tussentijds openbreken van rentecontracten bij de consument. De bank heeft zich verplicht tijdig voor ommekomst van de looptijd van die contracten de consumenten een nieuw voorstel aan te bieden. Tot meer of iets anders is de bank niet gehouden. Dat de bank heeft afgeraden de rentecontracten tussentijds open te breken is de commissie niet gebleken. De consumenten hebben meer dan eens herhaald, maar niet nader onderbouwd. De bank heeft deze stelling gemotiveerd betwist.
Vergoedingsvrije ruimte Net als bij de rentecontracten rust op de bank ook niet de verplichting de consumenten proactief te adviseren over de vergoedingsvrije ruimte. Dat de consumenten in 2019 niet tussentijds boetevrij hebben afgelost, kan de bank daarom niet worden verweten.
Nettoberekening De bank heeft gemotiveerd toegelicht dat zij een nettobereking via een specifiek adviestraject aanbiedt. De bank heeft de consumenten over dit traject in 2017 geïnformeerd, de consumenten hebben hier echter niets mee gedaan. Dat door de bank voor het aanbieden van een dergelijk betaald advies-traject heeft gekozen valt onder de haar toekomende beleidsvrijheid, aldus de commissie.
Betaalpakketkorting De bank heeft toegelicht dat deze korting in 2014 is geïntroduceerd en dat de consumenten daarvoor niet in aanmerking kwamen omdat toen niet aan de gestelde voorwaarden werd voldaan. Naast het feit dat informatie over deze korting op de website van de bank te raadplegen is, heeft de bank de consumenten expliciet over deze korting in 2016 en de daaraan gekoppelde voorwaarden geïnformeerd. Dat de consumenten desondanks hebben besloten hier niet op in gaan, is niet de bank tegen te werpen.
De beslissing
De commissie wijst de vorderingen af.
Lees hier de hele uitspraak.
Financieel Recht Advocaten
Heeft u het vermoeden dat u schade heeft geleden als gevolg van slecht advies van uw hypotheekadviseur en/of bank? Neem dan hier vrijblijvend contact op met een van onze advocaten. Ons kantoor heeft ruime ervaring met het procederen tegen banken, tussenpersonen, financieel adviseurs, hypotheekadviseurs, beleggingsadviseurs alsmede vermogensbeheerders.
Wij staan voor u klaar
- Tegen financiële dienstverleners
- 20+ jaar ervaring
- Eerlijk en transparant