Uitspraak: Bank heeft zorgplicht niet geschonden nu overkreditering niet aannemelijk is gemaakt

A heeft in 2002 een woning gekocht met een bedrijfsruimte. Bij Rabobank wordt een financiering afgesloten. In 2003 wordt de woning te koop gezet en wordt een nieuwe woning gekocht. De oude woning is in delen verkocht in 2004 en in 2007.

In 2007 wordt een nieuwe leningsovereenkomst gesloten voor een bedrag van 350.000 euro. De lening ziet op de herfinanciering van de verplichtingen van A tegenover Rabobank. Rabobank krijgt een hypotheekrecht op de nieuwe woning.

Op enig moment heeft Rabobank aan A een betaling gevorderd van de restschuld van de twee hypothecaire financieringen. A was de betalingsverplichtingen niet nagekomen. Rabobank heeft de overeenkomst opgezegd en heeft een bedrag van ruim 350.000 euro gevorderd. A krijgt de gelegenheid om eerst de nieuwe woning onderhands te verkopen. In 2008 wordt de woning via executoriale verkoop verkocht. Er blijft een restschuld over.

Vordering

A stelt zich op het standpunt dat sprake is van overkreditering en dat de bank haar zorgplicht heeft geschonden. Er werd een financiering verstrekt, terwijl hij geen inkomen maar vele schulden had. De Rabobank vordert veroordeling van A tot betaling van ruim 100.000 euro, bestaande uit de openstaande hoofdsom, vermeerderd met wettelijke rente en buitengerechtelijke incassokosten.

Oordeel rechtbank

De rechtbank komt tot het oordeel dat onvoldoende is gebleken dat sprake is van overkreditering. A had zelf moeten aangeven dat hij geen inkomen meer had. De bank heeft dus haar zorgplicht niet geschonden. De vorderingen van de bank worden afgewezen, nu deze zijn verjaard. A besluit in hoger beroep te gaan en de bank stelt incidenteel hoger beroep in.

Oordeel hof

Het hof is het eens met het oordeel van de rechtbank. De vordering van de Rabobank kan niet slagen, omdat betaling van de restschuld is verjaard. De sommatie in 2010 heeft A niet bereikt. Ook in het geval A zijn adreswijzing niet had doorgegeven, was het niet onmogelijk om de verjaring te stuiten. De bank wist dat A in Marokko verbleef, maar heeft de sommatie niet aangetekend verstuurd of op een andere manier gewaarborgd dat de sommatie A ook daadwerkelijk zou bereiken. A had ook per mail of telefoon kunnen worden benaderd. Het komt niet voor rekening van A dat de sommatie niet is ontvangen. Het hof bekrachtigt het vonnis van de rechtbank.

Klik hier voor de volledige uitspraak.

Financieel Recht Advocaten

Wilt u advies over of begeleiding bij conflicten over de zorgplicht van banken met betrekking tot een hypotheek of ander financieel product? Neem dan nu contact met ons op.

Fabienne de Jong

Wij staan voor u klaar

  • Tegen financiële dienstverleners
  • 10+ jaar ervaring
  • Eerlijk en transparant
Neem contact op

Wij helpen u graag

  • Tegen financiële dienstverleners
  • 10+ jaar ervaring
  • Eerlijk en transparant