Een melkveehouderbedrijf uit Groningen deed eind 2007 een financieringsaanvraag bij de Coöperatieve Rabobank Zuid en Oost Groningen U.A. (hierna: “Rabobank”). Naar aanleiding van deze financieringsaanvraag is er op 14 december 2007 een accountmanager van de Rabobank op bezoek gegaan bij de melkveehouder. Tijdens zijn bezoek gaf de accountmanager aan dat de melkveehouder een aanzienlijk renterisico zou lopen indien hij voor een lening met variabele rente zou kiezen. Rabobank heeft dan ook te kennen gegeven dat zij vanwege de omvang van de financieringsomvang en de beperkte mogelijkheid van de melkveehouder om tegenvallers op te vangen, slechts bereid was onder voorwaarden een lening te verstrekken. Rabobank hield in dat kader twee mogelijkheden aan de melkveehouder voor: 1) een vastrentende lening, of 2) een Euribor-lening waarvan het renterisico voor minstens 70% werd afgedekt met een rentederivaat. De melkveehouder koos voor de laatste optie en is tijdens het bezoek van de accountmanager op 14 december 2007 een zgn. Overeenkomst Financiële Derivaten aangegaan. Dit betreft een mantelovereenkomst die de basis biedt voor het afsluiten van renteproducten.
Rabobank waarschuwt in algemene bewoordingen voor kenmerken en risico’s renteswap
Op 21 december 2007 stuurt de Rabobank een voorstel voor het afdekken van het renterisico. Bij dit voorstel zijn een aantal informatieve brochures inzake renteswaps gevoegd. Op 24 januari 2008 gaat de melkveehouder een renteswapovereenkomst aan voor een nominaal bedrag van € 2.362.000,= met een vaste rente van 4,45%. In de renteswapovereenkomst is verder een (standaard)zinsnede opgenomen waaruit – kort gezegd – blijkt dat de melkveehouder de risico’s en gevolgen van de renteswap kent.
Renteswap vertegenwoordigd negatieve waarde bij vroegtijdige beëindiging wegens verkoop melkveehouderbedrijf
Vanaf 2008 is de marktrente flink gedaald, waardoor de renteswapovereenkomst een negatieve waarde vertegenwoordigde. Uiteindelijk heeft de melkveehouder zijn bedrijf in augustus 2014 verkocht voor een bedrag van € 3.725.000,=. Vervolgens heeft de melkveehouder in december 2014, bijgestaan door een makelaar, voor het eerst gesteld dat de Rabobank haar zorgplicht niet is nagekomen ten tijde van het verstrekken van de renteswap. Rabobank wijst daarop haar aansprakelijkheid van de hand en geeft aan dat zij geen aanleiding ziet om de melkveehouder tegemoet te komen. Op 6 januari 2015 ontving de melkveehouder een aflosnota van de Rabobank. De op dat moment uitstaande leningen hadden een omvang van ca. € 2.965.000,=, voorts had de renteswap bij beëindiging op 19 januari 2016 een negatieve waarde van ca. € 250.000,=. Het totaalbedrag van ca. € 3.215.000,= is door de melkveehouder met de opbrengst van zijn bedrijf afbetaald.
Melkveehouderbedrijf start rechtszaak en vordert vernietiging renteswap en schadevergoeding
De melkveehouder is vervolgens een gerechtelijke procedure gestart tegen de Rabobank, waarin hij vernietiging van de renteswapovereenkomst en terugbetaling van de door hem op grond van de renteswapovereenkomst betaalde bedragen, alsmede de door de Rabobank ingehouden negatieve waarde, kosten en provisies in verband met de renteswapovereenkomst. Aan zijn vorderingen legt de melkveehouder – onder meer – schending van de zorgplicht ten grondslag. De Rabobank voert daartegen verweer.
Melkveehouderbedrijf is niet in “niet mis te verstane bewoordingen” geïnformeerd over specifieke kenmerken en risico’s verbonden aan een renteswap
De rechtbank stelt vast dat er sprake is van een adviesrelatie tussen de melkveehouder en de bank, dat de melkveehouder een defensief profiel had met een lage risicoacceptatie en dat hij weinig kennis had van financiële producten. Deze omstandigheden, in combinatie met de specifieke kenmerken en risico’s behorende bij een lening met variabele rente in combinatie met een renteswap, brengt mee dat de Rabobank als bij uitstek professionele en deskundige partij bij de totstandkoming van de renteswapovereenkomst een waarschuwingsplicht rustte. De Rabobank had de melkveehouder in niet mis te verstane bewoordingen volledig, juist en begrijpelijk moeten informeren over de kenmerken en risico’s van een renteswap. Rabobank voert daartegen – onder andere – het verweer aan dat zij voorafgaand aan de renteswapovereenkomst heeft voldaan aan deze waarschuwingsplicht, door de risico’s duidelijk uiteen te zetten in schriftelijke gestandaardiseerde informatie. De rechtbank oordeelt dat inderdaad vast staat dat de Rabobank op verschillende plaatsen in de schriftelijke documentatie in algemene termen gewezen heeft op het feit dat er een negatieve marktwaarde kan ontstaan als gevolg van een dalende rente, en dat die bij tussentijdse beëindiging van de renteswap voor rekening van de klant komt. Echter, volgens de rechtbank is op basis van die informatie alleen niet voldaan aan voormelde verplichting om de melkveehouder in “niet mis te verstane bewoordingen volledig, juist en begrijpelijk te informeren over de kenmerken en risico’s van een renteswap”. In de verstrekte informatie wordt immers geen rechtstreeks verband gelegd tussen de renteswap en de Euribor-rente en de gevolgen van een sterke daling daarvan. Ook worden de concrete gevolgen van een tussentijdse beëindiging in geval van negatieve waarde van de renteswap niet helder (aan de hand van voorbeelden) uiteengezet. De verstrekte gestandaardiseerde informatie is volgens de rechtbank dus onvoldoende.
Bewijsopdracht voor de Rabobank
Omdat de Rabobank in deze zaak heeft gesteld dat zij de kenmerken en risico’s van renteswap en de mogelijke tussentijdse beëindiging mondeling in “niet mis te verstane bewoordingen volledig, juist en begrijpelijk” heeft toegelicht, wordt de Rabobank door de rechtbank toegelaten tot het leveren van bewijs dat zij dat inderdaad heeft gedaan. Indien de Rabobank niet in staat zal zijn om dat aan te leveren, is het aannemelijk dat de rechtbank vast zal stellen dat zij haar zorgplicht heeft geschonden en dus schadeplichtig is tegenover de melkveehouder. Wordt vervolgd dus.
Financieel Recht Advocaten
Bent u ten tijde van het afsluiten van de renteswapovereenkomst ook niet goed geïnformeerd over bijvoorbeeld de negatieve waarde bij tussentijdse beëindiging van de renteswapovereenkomst of andere risico’s en kenmerken die aan renteswaps verbonden zijn? Mogelijk kunt u de schade (deels) verhalen op uw bank. Neem hier vrijblijvend contact op met een van onze gespecialiseerde advocaten. De advocaten van Financieel Recht Advocaten hebben ruime ervaring met het procederen tegen banken, vermogensbeheerders en andere financiële instellingen.
Klik hier voor de volledige uitspraak.
Zie ook vergelijkbare uitspraken:
- ING moet schade van € 250.000,- vergoeden wegens onjuist advies bij renteswap;
- ABN schendt zorgplicht door niet-passende renteswap te adviseren.
Wij staan voor u klaar
- Tegen financiële dienstverleners
- 20+ jaar ervaring
- Eerlijk en transparant