In januari 2018 plaatsten wij al een nieuwsbericht over het Nederlands Innovatiefonds (klik hier). De Autoriteit Financiële Markten (hierna: “AFM”) heeft onderzoek gedaan naar het Nederlands Innovatiefonds. Dit fonds biedt obligaties aan waarmee zij zegt te investeren in nieuwe, innovatieve technologieën. Uit het onderzoek blijkt echter dat slechts een beperkt deel van het geld hieraan is besteed. Het overige, overgrote deel van de dit geld is overgemaakt naar andere ondernemingen die worden geleid door dezelfde directie als het Nederlands Innovatiefonds. Het geld van de beleggers wordt dus aan andere zaken besteed dan waarover zij zijn geïnformeerd en daarom eist de AFM informatie over de besteding van de obligatiegelden.
Nederlands Innovatiefonds verricht een ‘oneerlijke handelspraktijk’
Volgens de wet is het Nederlands Innovatiefonds verplicht informatie te verstrekken over de financiële situatie van haar beleggers en over de besteding van de obligatiegelden. Dit heeft zij nagelaten. Hierdoor overtreedt het Nederlands Innovatiefonds de Wet handhaving consumentenbescherming en verricht zij een ‘oneerlijke handelspraktijk’. De AFM heeft daarom op 27 september 2018 een last onder dwangsom opgelegd aan de heer Ruben Wolf, bestuurder van het Nederlands Innovatiefonds B.V. en Nederlands Innovatiefonds Bond I B.V. (samen het Nederlands Innovatiefonds). De AFM heeft de heer Wolf daarbij een termijn gegeven waarbinnen hij meer en juiste informatie moet verstrekken aan de beleggers die hebben geïnvesteerd in de obligatieleningen van het Nederlands Innovatiefonds. Indien de heer Wolf dit nalaat moet hij € 5.000,- betalen voor iedere dag dat de informatie niet wordt verstrekt. De maximale dwangsom bedraagt € 50.000,-. De AFM heeft deze last onder dwangsom opgelegd aan de heer Wolf omdat hij bewust en nauw heeft samengewerkt met het Nederlands Innovatiefonds.
