Uitspraak: Van bank gevorderd om dienstverlening te continueren tot eindoordeel bij de hoogste rechter

Een trustkantoor heeft vanaf 2004 een bankrekening bij de ING. Middels deze bankrekening kan het trustkantoor deelnemen aan het betalingsverkeer. De ING heeft op enig moment de bankrelatie opgezegd tegen 1 juni 2020, maar deze wordt opgeschoven naar 1 juni 2021.

Vordering

Het trustkantoor vordert van ING voortzetting van de dienstverlening totdat in de hoofdzaak in hoogste instantie over de zaak is geoordeeld, op straffe van een dwangsom.

Beoordeling

Het trustkantoor moet een voldoende belang hebben voor toewijzing van de gevraagde voorlopige voorziening. In dit geval kan het trustkantoor de afloop van de hoofdzaak niet afwachten. Er zou een belang zijn bij de voorlopige voorziening, omdat zij dan niet meer kan deelnemen aan het betalingsverkeer.

ING heeft aan het trustkantoor buiten rechte toegekend dat zij de dienstverlening tot twee maanden na de datum van het eindvonnis in de hoofdzaak in eerste aanleg zal voortzetten. Daardoor is de incidentele vordering komen te vervallen. In het kader van rechtszekerheid is de vordering die ziet op de voortzetting van de dienstverlening toegewezen. Het gaat om dezelfde termijn is dat ING heeft toegezegd.

Daarnaast had het trustkantoor verzocht om een langere duur van de voorlopige voorziening. Deze vordering is afgewezen. Een voorlopige voorziening kan worden gevraagd voor de duur van het geding. Een vonnis vervangt het incidentele vonnis.

Klik hier voor de volledige uitspraak.

Financieel Recht Advocaten

Wilt u advies over of begeleiding bij conflicten over de zorgplicht van banken met betrekking tot een hypotheek of ander financieel product? Neem dan nu contact met ons op.

Fabienne de Jong

Wij staan voor u klaar

  • Tegen financiële dienstverleners
  • 10+ jaar ervaring
  • Eerlijk en transparant
Neem contact op

Wij helpen u graag

  • Tegen financiële dienstverleners
  • 10+ jaar ervaring
  • Eerlijk en transparant