Uitspraak: Bank schendt zorgplicht door overkreditering

In een eerdere tussenuitspraak heeft de commissie vastgesteld dat de bank een hypothecaire geldlening van € 264.000,- aan de consument heeft verstrekt. Hierbij was sprake van overkreditering. De consument heeft zelf voor een deel aan de schade bijgedragen. De schade blijft daarom voor de helft voor rekening en risico van de consument en de andere helft moet door de bank worden gedragen. In deze uitspraak wordt de hoogte van de te vergoeden schade bepaald.

Volgens de consument had de bank hem maximaal € 38.317,72 mogen verstrekken. De overkreditering door de bank bedraagt daarmee volgens de consument € 243.682,28. De renteschade die voor vergoeding door de bank in aanmerking komt, bedraagt daarmee volgens de consument € 41.556,51. Verder stelt consument dat hij als gevolg van de waardevermindering van de woning waarop het hypotheekrecht van de bank rust € 80.324,50 schade zal lijden, waarvan de helft voor rekening van de bank dient te komen.

Inclusief restschuld en buitengerechtelijke kosten komt de consument op een schadebedrag van € 89.678,02.

De bank komt een stuk lager uit. Als de bank ervan was uitgegaan dat de geldlening van de ouders aan de consument geen schenking maar een lening betrof, dan zou de consument een leencapaciteit hebben gehad van € 212.018,42. Hierdoor zou er volgens de bank sprake zijn van een overkreditering van € 264.000,-. Op dat bedrag dient volgens de bank nog het fiscale voordeel dat de consument in verband met renteaftrek heeft genoten, in mindering te worden gebracht. Het bedrag dat dan resteert dient volgens de bank te worden verminderd met 50% vanwege de eigen schuld aan de zijde van de consument. Daarmee komt de bank uit op € 44.979,-. Volgens de bank komen de waardevermindering en restschuld niet voor vergoeding in aanmerking.

De beoordeling

De commissie gaat mee in de berekening van de bank. Zoals in de tussenuitspraak is vastgesteld is aan de consument een hypothecaire geldlening van € 264.000,- verstrekt. Heel dit bedrag moet als overkreditering worden beschouwd. De bank heeft verder berekend dat het totaal van de rentelasten over het overgekrediteerde deel € 89.958,- bedraagt. Dat bedrag heeft de consument naar het oordeel van de commissie aan schade geleden als gevolg van de overkreditering. Met inachtneming van haar tussenuitspraak komt de helft van dit bedrag, € 44.979,-, voor vergoeding door de bank in aanmerking.

De bank heeft volgens de commissie onterecht het standpunt ingenomen dat het belastingvoordeel dat de consument heeft genoten in de vorm van renteaftrek, op de schade in mindering moet worden gebracht. De consument zal de schadevergoeding in het jaar waarin hij deze van de bank ontvangt, bij zijn inkomen in box 1 moeten optellen, waardoor deze als belastbaar inkomen zal worden aangemerkt.

Ook de schadeposten waardevermindering en restschuld komen niet in aanmerking voor vergoeding. De commissie wijst wel € 250,- aan buitengerechtelijke incassokosten toe.

De conclusie is dat de bank haar zorgplicht ten opzichte van de consument heeft geschonden doordat bij de hypotheekverstrekking sprake was van overkreditering. De bank zal de helft van de schade die de consument daardoor heeft geleden, aan de consument moeten vergoeden. De andere helft van de schade blijft voor rekening en risico van de consument.

Lees hier de hele uitspraak.

Financieel Recht Advocaten

Heeft u het vermoeden dat u schade heeft geleden als gevolg van slecht advies van uw hypotheekadviseur en/of bank? Neem dan hier vrijblijvend contact op met een van onze advocaten. Ons kantoor heeft ruime ervaring met het procederen tegen banken, tussenpersonen, financieel adviseurs, hypotheekadviseurs, beleggingsadviseurs alsmede vermogensbeheerders.

Neslihan Karacaoglan

Wij staan voor u klaar

  • Tegen financiële dienstverleners
  • 10+ jaar ervaring
  • Eerlijk en transparant
Neem contact op

Wij helpen u graag

  • Tegen financiële dienstverleners
  • 10+ jaar ervaring
  • Eerlijk en transparant