Uitspraak: Bank wil ex-partner consument niet uit hoofdelijkheid ontslaan

De consument heeft samen met zijn inmiddels ex-partner in 2003 een hypothecaire geldlening afgesloten bij de bank met een hoofdsom van € 800.000,-. De consument en zijn ex-partner zijn beide hoofdelijk aansprakelijk voor de lening.

In het echtscheidingscovenant is opgenomen dat de consument vier maanden de tijd heeft om de woning te herfinancieren. Wanneer hem dit niet lukt is hij verplicht het huis drie maanden na het verstrijken van de termijn te koop aan te bieden.

De consument heeft met het oog op de herfinanciering de bank verzocht zijn ex-partner te ontslaan uit de hoofdelijkheid. De bank heeft dit gezien de financiële draagkracht van de consument afgewezen.

De klacht en vordering

De consument vordert dat de bank het ontslag uit de hoofdelijkheid van zijn ex-partner verleent. De consument stelt daartoe dat de woning sinds ondertekening van het echtscheidingsconvenant economisch aan hem is toebedeeld en dat alle hypotheeklasten door hem zelf worden gedragen. Zijn financiële draagkracht is de afgelopen 17 jaar voldoende geweest en dat is nu nog steeds zo. De waarde van de woning is daarnaast ruimschoots voldoende om als zekerheid te dienen voor de hypothecaire geldlening, zo stelt de consument.

De beoordeling

De vraag die aan de commissie voorligt is of de bank het verzoek tot ontslag uit de hoofdelijkheid van de ex-partner mocht weigeren.

De commissie overweegt dat het ontslag uit hoofdelijke aansprakelijkheid een wijziging van de overeenkomst betekent. Voor een wijziging van de overeenkomst is in beginsel instemming van alle contractspartijen nodig, tenzij dit naar maatstaven van redelijkheid en billijkheid onaanvaardbaar is.

In deze zaak is de weigering van de bank naar het oordeel van de commissie niet onaanvaardbaar. Het gevolg van het ontslag uit de hoofdelijkheid is dat de bank zich alleen op de consument – en niet ook op zijn ex-partner – kan verhalen. Op basis van inkomens- en vermogensgegevens is de bank tot de conclusie gekomen dat de financiële draagkracht van de consument ontoereikend is. Naar het oordeel van de commissie heeft de bank daarmee voldoende gemotiveerd aangevoerd dat zij belang heeft bij het handhaven van de hoofdelijke aansprakelijkheid.

Ook de stelling van de consument dat de bank zijn inkomen op onjuiste wijze heeft vastgesteld kan hem niet baten. De beoordeling van de financiële draagkracht van de consument valt binnen de beleidsvrijheid van de bank.

De commissie wijst de vordering van de consument af.

Lees hier de hele uitspraak.

Financieel Recht Advocaten

Heeft u het vermoeden dat u schade heeft geleden als gevolg van slecht advies van uw hypotheekadviseur en/of bank? Neem dan hier vrijblijvend contact op met een van onze advocaten. Ons kantoor heeft ruime ervaring met het procederen tegen banken, tussenpersonen, financieel adviseurs, hypotheekadviseurs, beleggingsadviseurs alsmede vermogensbeheerders.

Joost Papeveld

Wij staan voor u klaar

  • Tegen financiële dienstverleners
  • 20+ jaar ervaring
  • Eerlijk en transparant
Neem contact op

Wij helpen u graag

  • Tegen financiële dienstverleners
  • 20+ jaar ervaring
  • Eerlijk en transparant