Borgtocht onder druk: wanneer ben je écht particulier en wanneer niet?
In het bedrijfsleven worden borgstellingen vaak gebruikt om financieringen rond te krijgen. Maar wat als je als bestuurder of aandeelhouder privé tekent voor een lening? Kun je dan nog een beroep doen op de bescherming die de wet biedt aan particulieren? En wanneer geldt een borgtocht als ‘professioneel’? Die vragen stonden centraal in een recente uitspraak van het Gerechtshof Amsterdam op 21 januari 2025 (ECLI:NL:GHAMS:2025:129).
In deze blog bespreken we de zaak en de lessen die je hier als ondernemer of investeerder uit kunt trekken. Want één ding is zeker: wie als bestuurder tekent voor een lening, moet weten waar hij of zij voor instaat.
Wat speelde er?
Twee partijen, een particulier ([appellant 1]) en een houdstermaatschappij ([appellant 2]), hadden zich in 2016 borg gesteld voor twee leningen die een ziekenhuisbedrijf in India (Healthcare) aanging. Het doel van de leningen: de aanschaf van nieuwe medische apparatuur. Toen Healthcare vanaf 2020 haar verplichtingen niet meer nakwam, wendde kredietverstrekker DLL zich tot de borgen. Zij eiste – met rente en kosten – meer dan 59 miljoen Indiase roepies.
Appellant 1 beriep zich op de wettelijke bescherming van de particuliere borgtocht (artikel 7:857 BW). Hij stelde dat hij handelde als consument en dat de borgstelling als oneerlijk beding kon worden vernietigd. Zijn stelling: medische apparatuur wordt vaak met donaties aangeschaft en hoort niet tot de normale bedrijfsvoering. Bovendien beweerde hij dat hij geen meerderheidsbelang had in het ziekenhuis.
De rechtbank wees die argumenten eerder al van tafel. In hoger beroep probeerde hij het opnieuw. Tevergeefs.
Oordeel van het hof: dit is géén particuliere borgtocht
Het hof was glashelder: de borgtochtovereenkomst kwalificeert niet als een particuliere borgtocht. Daarmee zijn de beschermingsbepalingen uit het Burgerlijk Wetboek niet van toepassing.
Waarom niet?
1. Normale bedrijfsvoering – Het hof oordeelde dat het aanschaffen van medische apparatuur juist wél tot de normale bedrijfsvoering van een ziekenhuis behoort. Zonder die apparatuur kan immers geen adequate zorg worden geleverd. Het aangaan van leningen om deze apparatuur te financieren is dus zakelijk, niet particulier.
2. Functionele band met het ziekenhuis – Appellant 1 was bestuurder én indirect aandeelhouder van het ziekenhuisbedrijf. Hij bezat 49,03% van een tussenholding die zelf weer 64,65% van de aandelen in het ziekenhuis had. Het hof stelde vast dat deze aandeelhoudersstructuur voldoende is om aan te nemen dat hij handelde in het kader van zijn functie – en dus niet als consument.
3. Geen privédoel, maar zakelijk belang – Er was geen enkele aanwijzing dat de borgtocht voor privédoeleinden werd aangegaan. Sterker nog: appellant 1 trad op namens een bedrijf waarin hij fors deelnam. Dat maakt het een professionele borgtocht, waarbij hij aansprakelijk blijft voor de verplichtingen van het ziekenhuis.
Ook geen bescherming op grond van consumentenrecht
Een tweede poging van appellant 1 was gebaseerd op het Europese consumentenrecht, in het bijzonder Richtlijn 93/13/EEG over oneerlijke bedingen in consumentenovereenkomsten. Volgens deze richtlijn moet de rechter toetsen of een beding onredelijk bezwarend is voor de consument.
Maar ook hier kwam appellant 1 van een koude kermis thuis. Omdat hij als bestuurder en aandeelhouder handelde, was hij volgens het hof géén consument. Er was een duidelijke functionele band met het bedrijf waarvoor hij tekende, en dus geen sprake van een consumentenovereenkomst. De richtlijn was niet van toepassing.
Wat kun je hiervan leren?
Deze zaak is illustratief voor veel ondernemers en bestuurders die – al dan niet bewust – privé tekenen voor zakelijke leningen. De verleiding is soms groot: een borgstelling kan nét dat laatste zetje geven om een financiering rond te krijgen. Maar daarmee loop je ook persoonlijk risico.
Zonder bescherming van het particuliere borgtochtsrecht of het consumentenrecht sta je er juridisch veel zwakker voor. En als de hoofdschuldenaar (in dit geval het ziekenhuis) in gebreke blijft, kan de geldverstrekker zich rechtstreeks tot jou wenden – zelfs voor miljoenen.
Daarom is het essentieel om vooraf goed na te denken over:
de precieze hoedanigheid waarin je tekent;
de aandeelhoudersstructuur;
de economische verwevenheid tussen jou en de schuldenaar;
en of er écht sprake is van handelen voor privédoeleinden.
Tot slot: borgstellingen zijn juridisch complex
In dit geval verloor appellant 1 zijn bescherming en moet hij – samen met zijn vennootschap – een forse som betalen. Maar niet iedere borgstelling is juridisch waterdicht. Er zijn tal van situaties waarin wél sprake kan zijn van een particuliere borgtocht, of waarin een beroep op consumentenbescherming wél kans van slagen heeft.
Daarom is het verstandig om borgtochtovereenkomsten altijd te laten beoordelen vóór je tekent. En ben je al in een geschil beland over een borgstelling? Dan is snel juridisch advies essentieel.
Financieel Recht Advocaten helpt je verder
Of je nu bestuurder, aandeelhouder of particulier bent: een borgstelling is nooit zonder risico. Wij zijn gespecialiseerd in complexe financieringsgeschillen en staan je bij – in én buiten de rechtszaal.
Word je aangesproken op een borgtochtovereenkomst?
Wil je weten of jouw borgstelling onder het particuliere regime valt?
Dreigt een veroordeling of beslaglegging?
Wij helpen je helder, snel en met verstand van zaken. Neem vandaag nog contact met ons op.