Uitspraak: ING handelt niet in strijd met haar zorgplicht bij beëindiging van bankrelatie

Eisers heeft een betaalrekening bij ING. In juni 2020 heeft eiseres met behulp van een medewerker van ING haar wachtwoord gereset, omdat zij naar eigen zeggen de ING-app niet meer kon gebruiken. Op diezelfde dag is op een ander apparaat dan de gebruikelijke Iphone van eiseres een nieuw apparaat aangemeld voor de ING app met de omschrijving ‘Iphone van [de naam van eiseres]’. Op 24 juni 2020 is van de rekening van Naam 1 een bedrag van € 8.255,00 overgemaakt naar de rekening van eiseres. Naam 1 heeft vervolgens aangifte gedaan van Whatsapp-fraude. Sinds die overboeking heeft eiseres meerdere malen ingelogd in de ING-App.

Op 25 juni 2020 heeft eiseres contact opgenomen met ING met het verzoek om haar rekening te blokkeren vanwege de bijschrijving op haar rekening.

Het geschil

Eiseres vordert de voorzieningenrechter ING te veroordelen haar personalia te verwijderen en de blokkering van haar bankrekening ongedaan te maken.

De beoordeling

Voorop wordt gesteld dat er sprake is van een spoedeisend belang bij de vordering van eiseres, aangezien zij op dit moment niet over haar bankrekening kan beschikken.

Op grond van artikel 35 van de ABV is ING bevoegd een bankrelatie op te zeggen, met dien verstande dat zij zich daarbij houdt aan haar in artikel 2 lid 1 ABV neergelegde zorgplicht. De vraag is aan de orde of voorshands voldoende aannemelijk is geworden dat, gelet op alle omstandigheden van het geval, naar maatstaven van redelijkheid en billijkheid onaanvaardbaar moet worden geacht dat ING van haar contractuele opzeggingsbevoegdheid gebruik heeft gemaakt.

Frauduleus handelen De rekening van eiseres is gebruikt voor de uitvoering van WhatsApp-fraude. De conclusie dat [eiseres] aan de fraude heeft meegewerkt dient ING voldoende aannemelijk maken. De transacties op haar bankrekening, vooral in combinatie met het veelvuldig gebruik van de ING-App op de dag van de fraude en de daaraan voorafgaande dagen vormt daarvoor een sterke aanwijzing. Daarnaast merkt de voorzieningenrechter op dat het tweede apparaat is ingelogd via hetzelfde IP-adres en dat door middel van twee-factor-authenticatie het tweede apparaat is aangemeld. Al deze indicaties van ING heeft eiseres onvoldoende gemotiveerd betwist. Daarbij heeft zij geen enkele verklaring gegeven voor haar veelvuldige gebruik van de ING-App de dag van de fraude en de dagen daaraan voorafgaand, of voor de omstandigheid dat een nieuw apparaat aan haar rekening is gekoppeld vanaf haar IP-adres. Volgens de voorzieningenrechter is het dan ook onaannemelijk dat eiseres geen weet had van de fraude en is het zelfs niet onaannemelijk dat zij daar actief aan heeft meegewerkt.

Registers en bankrelatie Ten aanzien van het onderzoek van ING oordeelt de voorzieningenrechter dat dit voldoende zorgvuldig is gebeurd. De opname in de registers is passend omdat deze de veiligheid en de integriteit van de bank en de sector waarborgen. Ook is de opname subsidiair en proportioneel. De betrokkenheid bij fraude weegt niet op tegen het recht op privacy van eiseres. Daarnaast heeft eiseres heeft de gevolgen aan haarzelf te danken.

De voorzieningenrechter wijst de vorderingen van eiseres af.

Lees hier de hele uitspraak.

Financieel Recht Advocaten

Heeft u het vermoeden dat u schade heeft geleden als gevolg van slecht advies van uw hypotheekadviseur en/of bank? Neem dan hier vrijblijvend contact op met een van onze advocaten. Ons kantoor heeft ruime ervaring met het procederen tegen banken, tussenpersonen, financieel adviseurs, hypotheekadviseurs, beleggingsadviseurs alsmede vermogensbeheerders.

Fabienne de Jong

Wij staan voor u klaar

  • Tegen financiële dienstverleners
  • 10+ jaar ervaring
  • Eerlijk en transparant
Neem contact op

Wij helpen u graag

  • Tegen financiële dienstverleners
  • 10+ jaar ervaring
  • Eerlijk en transparant