De bancaire relatie met een autobedrijf is beëindigd omdat, tijdens een inval een aanzienlijk bedrag aan contant geld is gevonden. De rechtbank oordeelt dat er onvoldoende aannemelijk is gemaakt waar het contant geld vandaan kwam. De Rabobank mag volgens haar Algemene Bankvoorwaarde de bankrelatie beëindigen.
Aanleiding
Sinds 1972 is een autobedrijf opgestart met veertien werknemers. Het bedrijf richtte zich op de in- en verkoop en het onderhoud van personen- en lichte bedrijfsauto’s. De auto’s die worden ingekocht worden via een bankrekening betaald. Ook worden er leaseauto’s verkocht. Deze auto’s worden voornamelijk gekocht door buitenlandse partijen die de auto’s in contanten voldoen. Het bedrijf is al meer dan 40 jaar klant bij de Rabobank.
Op enig moment is de FIOD bij het autobedrijf binnengevallen. Het bedrijf werd verdacht van btw-fraude en mogelijke betrokkenheid bij witwassen. De bank gaf aan dat zij het autobedrijf nog een kans wilde bieden onder voorwaarden.
Op enig moment wordt het duidelijk dat afspraken over het afstorten van contant geld waren geschonden. Ook het cliëntenonderzoek werd gefrustreerd. Daarom besloot de bank om de bankrelatie op te zeggen. Er zou sprake zijn van een vertrouwensbreuk en belemmering van het onderzoek.
Oordeel rechtbank
In een kort geding moest de rechtbank zich buigen over de vraag of de klantrelatie terecht was opgezegd. De rechtbank oordeelde dat de opzegging terecht had plaatsgevonden. Ondanks dat de klant beweerde nauwelijks contant geld aan te nemen, stortte zij wel een bedrag van 3 miljoen euro aan contacten af. Er was echter met de bank afgesproken dat er geen contant geld meer zou worden gestort. Op enig moment is toch gesproken dat een beperkte hoeveelheid aan contant geld mocht worden gestort.
Ook waren er voldoende andere redenen waardoor het vertrouwen in het bedrijf was afgenomen. Het bedrijf kwam de afspraken niet na. Ook heeft zij geen afschrift aan de bank verstrekt van het strafdossier (deels geanonimiseerd) waardoor het niet mogelijk was om het cliëntenonderzoek af te ronden. De bank heeft geen misbruik gemaakt van haar contractuele opzeggingsbevoegdheid. Ook is de opzegging naar maatstaven van redelijkheid en billijkheid onaanvaardbaar.
Wilt u advies over of begeleiding bij conflicten over de zorgplicht van banken met betrekking tot een hypotheek of ander financieel product? Neem dan nu contact met ons op.
