Uitspraak: Geen sprake van dwaling of schending van zorgplicht bij renteswap Rabobank

Molenwijck is een zorginstelling zonder winstoogmerk die 147 appartementen aan senioren verhuurt en zorgdiensten aanbiedt. Op 9 juni 2005 heeft Rabobank aan Molenwijck een presentatie gegeven waarin zij twee voorstellen heeft gedaan voor een financiering van in totaal € 16,5 miljoen: twee vastrentende leningen of twee variabel rentende leningen met een rentederivaat, waarbij werd uitgegaan van een looptijd van ongeveer 25 jaar.

Op 16 augustus 2005 heeft Rabobank aan Molenwijck een financieringsvoorstel van € 17.015.000 gedaan dat Molenwijck op 23 augustus 2005 heeft geaccepteerd. De financiering was bedoeld voor de renovatie, de nieuwbouw en de overname van een geldlening bij BNG Bank N.V. en bestond uit drie leningen. Een rekening courantkrediet voor onbepaalde tijd, een 25 jarige annuïtaire geldlening en een 23 jarige annuïtaire geldlening.

Op 17 augustus 2005 heeft Molenwijck met Rabobank een renteswapovereenkomst gesloten met ingangsdatum 1 januari 2006, deze hangt samen met de 25 jarige annuïtaire geldlening. Op 25 oktober 2005 heeft Molenwijck met Rabobank een renteswapovereenkomst gesloten met ingangsdatum 1 januari 2007, deze hangt samen met de 23 jarige annuïtaire geldlening.

Na het aangaan van de renteswaps heeft Rabobank jaarlijks aan Molenwijck een Positie Overzicht Derivaten verzonden waarin de actuele positieve of negatieve waarde van de renteswaps was vermeld.

Medio 2015 was sprake van leegstand van appartementen van Molenwijck. Vanwege onder meer liquiditeitsproblemen is Molenwijck in die periode ondergebracht bij de afdeling bijzonder beheer van Rabobank. Molenwijck heeft om extra financiering verzocht, Rabobank heeft deze niet verstrekt.

De advocaat van Molenwijck heeft bij brief van 1 maart 2016 de buitengerechtelijke vernietiging van de renteswaps ingeroepen op grond van dwaling en Rabobank aansprakelijk gesteld voor de schade die Molenwijck heeft geleden wegens schending van de zorgplicht. Rabobank heeft aansprakelijkheid afgewezen.

Bij brief van 15 april 2016 heeft Rabobank Molenwijck geïnformeerd over de uitkomst van de herbeoordeling van de rentederivaten door de bank. Zij heeft geschreven dat bij beide renteswaps sprake is geweest van twee overdekkingen (‘overhedges’). Molenwijck heeft hierdoor te veel rente betaald. Ter vergoeding van de teveel betaalde rente heeft Rabobank een totaalbedrag van 74.881,99 euro aan Molenwijck voldaan.

Het geschil

Molenwijck vordert primair een verklaring voor recht dat de renteswap overeenkomsten rechtsgeldig zijn vernietigd en Rabobank alle door Molenwijck betaalde bedragen onder de renteswaps terug moet betalen. Subsidiair vordert Molenwijck een verklaring voor recht dat Rabobank onrechtmatig jegens Molenwijck handelde en Rabobank te veroordelen tot het betalen van een schadevergoeding.

Dwaling

De rechtbank geeft aan dat uitgangspunt is dat bij de renteswaps, aan de mededelingsplicht voor Rabobank is voldaan als in algemene productinformatie inlichtingen zijn gegeven waaruit de wederpartij die zich redelijk inspant, tijdig inzicht heeft kunnen krijgen in de wezenlijke kenmerken en risico’s van dat derivaat.

Molenwijck stelt dat Rabobank haar voorafgaand aan het sluiten van de renteswaps niet informeerde over de kenmerken en eigenschappen van renteswaps. De rechtbank gaat hier niet in mee. Rabobank heeft voldoende informatie verstrekt om duidelijk te maken hier de renteswaps werken. Als voor Molenwijck niet duidelijk was hoe dit in elkaar zat, had zij hier extra informatie over moeten vragen. Het is volgens de rechtbank niet gebleken dat Molenwijck dit heeft gedaan. Volgens de rechtbank is er dan ook geen sprake van dwaling.

Ook verwijt Molenwijck Rabobank dat zij haar vooraf geen mededelingen heeft gedaan over de werking van het Afgesproken Bedrag en de mogelijkheid dat Rabobank haar zou kunnen verplichten tot bijstorting in het geval de renteswaps een negatieve waarde zouden ontwikkelen. Volgens de rechtbank heeft Molenwijck niet voldoende aannemelijk gemaakt dat zij bij andere veronderstelling van zaken een andere keuze zou hebben gemaakt. Daarbij komt dat Rabobank geen marginverplichtingen heeft opgelegd. Ondanks dat het ontbreken van nadeel bij Molenwijck niet vereist is om een beroep op dwaling te laten slagen, vindt de rechtbank dat naar maatstaven van redelijkheid en billijkheid dat een beroep op vernietiging op basis van dwaling in dit geval onaanvaardbaar is.

Ook het beroep op dwaling bij de break clausule slaagt niet, want ook hier heeft dit risico geen nadeel opgeleverd.

Ten aanzien van dwaling bij de renteverwachting oordeelt de rechtbank hetzelfde. Molenwijck heeft hier onvoldoende gesteld om te kunnen oordelen dat Rabobank haar onjuist heeft voorgelicht over de kans dat de rente op lange termijn zou dalen. Ook dit beroep op dwaling slaagt niet.

Onrechtmatige daad

Molenwijck verwijt Rabobank dat zij haar een ongeschikt product heeft geadviseerd, omdat het onder de gegeven omstandigheden niet passend was. olenwijck heeft gesteld dat een aanzienlijk kortere periode van de renteswaps meer voor de hand had gelegen in verband met de flexibiliteit die zij wenste om regelmatig investeringen te doen, maar uit niets blijkt dat zij dit voor het afsluiten van de renteswaps aan Rabobank kenbaar heeft gemaakt, zo oordeelt de rechtbank. De rechtbank is van oordeel dat Rabobank geen ongeschik product heeft geadviseerd: “Gegeven de wens van Molenwijck om gedurende een lange periode zekerheid en duidelijkheid te hebben over haar rentelasten en de omstandigheid dat Molenwijck in het geheel niet voornemens was om het onroerend goed te verkopen, kan het advies tot het volledig afdekken van de renterisico’s van de onderliggende geldleningen niet als een advies worden beschouwd dat in de gegeven omstandigheden in redelijkheid niet gegeven had mogen worden.”

Molenwijck verwijt Rabobank verder dat zij haar niet heeft gewaarschuwd voor de risico’s verbonden aan de lange termijn en de hoogte van de bedragen waarvoor de renteswapovereenkomsten zijn aangegaan.De rechtbank gaat hier niet in mee. De rechtbank neemt in haar overweging mee dat een van de bestuurders van Molenwijck jarenlang bij de Rabobank heeft gewerkt en dus ervaring had in de financiële sector, daarnaast bleken deze risico’s ook benoemd in de door Rabobank verstrekte documentatie.

Het beroep op de zorgplichtschending slaagt niet.

De rechtbank wijst de vordering van Molenwijck af.

Lees hier de hele uitspraak.

Financieel Recht Advocaten

Heeft u het vermoeden dat u schade heeft geleden als gevolg van slecht advies van uw hypotheekadviseur en/of bank? Neem dan hier vrijblijvend contact op met een van onze advocaten. Ons kantoor heeft ruime ervaring met het procederen tegen banken, tussenpersonen, financieel adviseurs, hypotheekadviseurs, beleggingsadviseurs alsmede vermogensbeheerders.

Rob Silvertand

Wij staan voor u klaar

  • Tegen financiële dienstverleners
  • 10+ jaar ervaring
  • Eerlijk en transparant
Neem contact op

Wij helpen u graag

  • Tegen financiële dienstverleners
  • 10+ jaar ervaring
  • Eerlijk en transparant