Uitspraak: Binckbank moet €500.000 schadevergoeding betalen door schending van haar zorgplicht

Een aantal consumenten hebben in het verleden een effectenportefeuille bij Van Lanschot gehad. Op deze effectenportefeuille hebben zij verlies geleden. Meneer X is een bekende van de Consumenten en woont in hetzelfde dorp als Consumenten. Meneer X houdt zich met beleggen bezig en Consumenten hebben daarom in 2008 besloten om een deel van hun vermogen te laten beleggen door het bedrijf van meneer X (hierna: “Y BV”). Volgens de bedrijfsomschrijving van Y BV was de onderneming gericht op het ‘beleggen van vermogens voor derden en adviseren op vermogensgebied’.

Consumenten storten bijna € 1,3 miljoen euro aan tussenpersoon om te beleggen

Y BV heeft vervolgens een beleggingsrekening geopend bij Binckbank N.V. (hierna: “Binckbank”). Voor het openen van deze rekening diende Y BV een openingsformulier in te vullen. Een van de vragen betrof de vraag ‘Gaat u op deze rekening vermogen beheren van derde(n)?’ waarop Y BV heeft aangegeven alleen het vermogen van zichzelf te beheren. In de zomer van 2008 hebben Consumenten vervolgens een bedrag van totaal € 1.345.000,00 overgemaakt aan de rekening van Y BV bij een andere bank.

Binckbank is in 2009 tot de ontdekking gekomen dat Y BV een brief heeft opgesteld waarbij het briefhoofd van Binckbank wordt gebruikt. Daarnaast was de brief voorzien van een nagemaakte handtekening van de directeur van Binckbank. Binckbank stelt daarom dat Y BV het vertrouwen van haar heeft geschonden en beëindigd de cliëntrelatie. De tegoeden van de beleggingsrekening dienen binnen 4 weken worden overgeboekt naar een andere bank.

Afm: mochten geen beleggingsdiensten verleend worden zonder vergunning

Om te bekijken hoe het stond met de beleggingen van de Consumenten heeft in 2010 een accountant vastgesteld dat Y BV in totaal voor € 62.277.314,- effecten heeft gekocht en voor € 61.177.198,- effecten heeft verkocht. In totaal is er € 124.952,- aan transactiekosten betaald. Uiteindelijk is er een bedrag van € 141.184 aan Consumenten terugbetaald. Ook de AFM heeft een oordeel gegeven over de activiteiten die Y BV heeft verricht. Zij stelt dat het op grond van artikel 2:96 van de Wet op het financieel toezicht verboden is zonder vergunning beleggingsdiensten te verlenen. Volgens de AFM heeft Y BV in strijd met dit verbod gehandeld. Uiteindelijk hebben Consumenten aangifte gedaan tegen meneer X.

Consumenten hebben vervolgens een klacht ingediend bij het Klachteninstituut Financiële Dienstverlening. Hierbij hebben ze betoogd dat Binckbank wist of behoorde te weten dat Y BV geld van derden zou gaan beleggen zonder dat ze over de benodigde vergunning beschikte. Binckbank mocht daarom volgens de Consumenten de beleggingsrekeningen helemaal niet openen. De Geschillencommissie heeft vervolgens geoordeeld dat Binckbank de op haar rustende zorgplicht heef geschonden. Binckbank diende nader onderzoek te verrichten naar het doel van de beleggingen van Y BV. In de bedrijfsomschrijving van Y BV stond zelfs al genoemd dat zij gericht was op ‘het beleggen van vermogens voor derden en adviseren op vermogensgebied’. Ondanks dit wijst de Geschillencommissie de vordering toch af. Volgens de Geschillencommissie ontbreekt het causaal verband. Zij vind het niet aannemelijk dat indien Binckbank anders gehandeld zou hebben Consumenten alsnog het overgemaakte geld terug zouden krijgen. Hiertegen zijn de Consumenten in hoger beroep gegaan bij de Commissie van Beroep Financiële Dienstverlening (verder: “Commissie van Beroep”).

Commissie van Beroep: Binckbank heeft haar zorgplicht geschonden door geen onderzoek te doen naar de vergunning van de tussenpersoon

Volgens de Commissie van Beroep staat het vast dat Binckbank beschikte over een verklaring van Y BV waarin staat dat zij geen gelden van derden zal beheren. Daarnaast beschikte Binckbank ook over een uittreksel uit het handelsregister waarin als bedrijfsomschrijving staat opgenomen dat zij vermogens voor derden belegt. Binckbank behoort volgens de Commissie van Beroep te weten dat Y BV een vergunning nodig had als zij gelden zou gaan beleggen voor derden. Uit eerdere rechtspraak blijkt dat Binckbank nader onderzoek dient te doen als er aanwijzingen zijn dat er sprake is van beleggingen voor derden door een BV zonder dat hiervoor een vergunning aanwezig is. Binckbank had dan ook niet zonder meer mogen vertrouwen op de door Y BV afgegeven verklaring. Zij diende nader onderzoek te verrichten nu er voldoende aanwijzingen aanwezig waren. Nu Binckbank dat onderzoek heeft nagelaten heeft zij haar zorgplicht geschonden.

Wat betreft het causaal verband is de Commissie van Beroep van oordeel dat de schade die de Consumenten hebben geleden in beginsel wel voor vergoeding in aanmerking komen. Om te bekijken of er causaal verband aanwezig is heeft de Commissie van Beroep de situatie waarin de Consumenten zich nu bevinden vergeleken met de situatie waarbij Binckbank wel aan haar zorgplicht had voldaan. Hieruit volgt dat het redelijk is om de schade van Consumenten aan Binckbank toe te rekenen.

Binckbank voert als tegenverweer dat de schade deels veroorzaakt is door eigen schuld van de Consumenten

Binckbank heeft daarbij nog een beroep gedaan op eigen schuld van de Consumenten. Volgens de Commissie van Beroep dient een deel van de schade inderdaad voor rekening van de Consumenten te blijven nu zij een zeer groot deel van hun vermogen hebben toevertrouwd aan Y BV zonder dat zij zich hebben verdiept in de achtergrond van de persoon/onderneming en de daaraan verbonden risico’s. De Commissie van Beroep stelt dat dit wel van de Consumenten had mogen worden verwacht juist omdat dit vermogen bedoeld was voor de oudedagsvoorziening.

Door nader onderzoek van de Consumenten hadden zij ook kunnen achterhalen dat Y BV geen vergunning had. Daarnaast had dit uitgewezen dat Y BV een zeer riskante beleggingsstrategie had met hoge kosten. Volgens de Commissie van Beroep dient Binckbank 50% van de schade te vergoeden. Consumenten hebben gesteld dat zij € 1.203.817,- schade hebben geleden. Deze vordering is echter beperkt tot € 999.999,-. Binckbank dient dus € 499.999,50 te vergoeden aan de Consumenten.

Klik hier voor de volledige uitspraak van het Kifid.

Financieel recht advocaten

Heeft u ook schade geleden op uw beleggingen en bent u van mening dat uw bank of tussenpersoon een te risicovol beleggingsbeleid heeft gevoerd of in strijd heeft gehandeld met gemaakte afspraken? Neem hier dan vrijblijvend contact op met een van onze gespecialiseerde advocaten. De advocaten van Financieel Recht Advocaten hebben ruime ervaring met het procederen tegen banken en vermogensbeheerders.

Zie ook vergelijkbare uitspraken:

Joost Papeveld

Wij staan voor u klaar

  • Tegen financiële dienstverleners
  • 10+ jaar ervaring
  • Eerlijk en transparant
Neem contact op

Wij helpen u graag

  • Tegen financiële dienstverleners
  • 10+ jaar ervaring
  • Eerlijk en transparant