Uitspraak: Geen overkreditering bij verstrekken klein bedrijfskrediet

Stichting Qredits Microfinanciering Nederland (hierna: de stichting) verstrekt aan ondernemers kleine bedrijfskredieten. Op enig moment doen A en B verzoeken om een krediet voor de hoogte van 25.000 euro ten behoeve van hun onderneming. De stichting heeft een offerte gestuurd waarin een lening wordt aangeboden van 20.000 euro (4-jarige lening). Maandelijks moet rente worden betaald. Na verloop van een half jaar moet worden begonnen met maandelijks aflossen. A en B zijn beide hoofdelijk aansprakelijk voor de lening die zij zijn aangegaan. De offerte en de leningsovereenkomst worden door A en B ondertekend. De stichting heeft daarop het bedrag van de lening aan A en B overgemaakt.

A en B hebben in 2012 nogmaals meerdere verzoeken ingediend ten behoeve van een aanvullend krediet. De stichting heeft de verzoeken afgewezen. Ook in 2013 is opnieuw verzocht om een aanvullend krediet. In februari dat jaar heeft de stichting een offerte verstuurd voor een nieuw krediet van 15.000 euro (looptijd van 4 jaar). Deze overeenkomst en offerte worden wederom door A en B ondertekend, waarop de stichting het bedrag weer overboekt. Op enig moment voldoen A en B niet aan de betalingsverplichtingen. De stichting heeft terugbetaling van het openstaande bedrag geëist.

Vordering

De stichting vordert dat A en B worden veroordeeld tot betaling van ruim 30.0000 euro, vermeerderd met contractuele rente. A en B hebben in de procedure gevorderd dat de overeenkomst wordt ontbonden en dat de stichting wordt veroordeeld tot betaling van schadevergoeding ter hoogte van de betaalde kredietbedragen.

A en B hebben erkend dat zij het krediet moeten terugbetalen. Zij stellen zich op het standpunt dat de stichting de zorgplicht heeft geschonden door de kredieten te verstrekken die zij niet konden dragen. Naar maatstaven van redelijkheid en billijkheid zou het onaanvaardbaar zijn om hun aan de betalingsverplichtingen te houden. A en B stellen dat er sprake is van overkreditering.

Oordeel

De kredieten werden aangegaan als ondernemers en niet als consumenten, aangezien de kredieten voor de onderneming waren bedoeld. De stichting is verplicht om overkreditering tegen te gaan. Zowel in 2011 als 2013 was de stichting gehouden een inschatting te maken van de financiële verplichtingen en of deze verplichtingen ook zouden kunnen worden nagekomen. De stichting zou een inschatting hebben gemaakt aan de hand van een omzetprognose.

De rechter heeft het verweer van A en B verworpen. Zij hebben gesteld dat de stichting onvoldoende onderzoek heeft gedaan naar de financiële draagkracht en daarom sprake is van overkreditering. Dat de omzetprognose een nog niet operationele onderneming betreft, komt voor risico van de ondernemers zelf.

De rechtbank heeft de vorderingen van de stichting toegewezen. A en B zijn beide hoofdelijk aansprakelijk. Zij worden veroordeeld tot betaling van ruim 30.000 euro over te gaan, vermeerderd met de contractuele rente.

Klik hier voor de volledige uitspraak.

Financieel Recht Advocaten

Is er bij u ook sprake van overkreditering? Of twijfelt u of de bank of kredietverstrekker u destijds meer geld heeft geleend dan verantwoord was? Neem dan contact met ons op. Wij beantwoorden uw vraag graag.

Neslihan Karacaoglan

Wij staan voor u klaar

  • Tegen financiële dienstverleners
  • 10+ jaar ervaring
  • Eerlijk en transparant
Neem contact op

Wij helpen u graag

  • Tegen financiële dienstverleners
  • 10+ jaar ervaring
  • Eerlijk en transparant