Uitspraak: ABN AMRO stuurt ingebrekestelling voor meerdere termijnen en mag kredietovereenkomst niet vervroegd opeisen

Mevrouw C heeft een consumenten-kredietovereenkomst met ABN AMRO. Na enige tijd blijven meerdere termijnbedragen onbetaald waarnaar ABN AMRO het openstaande saldo van het krediet opeist. Volgens de Algemene Voorwaarden is ABN AMRO hiertoe bevoegd indien mevrouw C minimaal twee maanden achterstallig is in de betaling van een vervallen termijnbedrag en, nadat zij in gebreke is gesteld, nalatig blijft in de nakoming van haar verplichtingen. Dit volgt uit de Algemene Voorwaarden en uit artikel 7:77 lid 1 aanhef en onder c, onder 1 van het Burgerlijk Wetboek.

Twee manieren om zinsnede uit algemene voorwaarden uit te leggen

De zinsnede 'na in gebreke te zijn gesteld' kan op twee manieren worden gelezen. De eerste manier is dat deze zinsnede ziet op de zinsnede 'die tenminste twee maanden achterstallig is in de betaling van een vervallen termijnbedrag'. Dit zou betekenen dat ABN AMRO mevrouw C in gebreke moet stellen voor één termijnbedrag. De eerstgenoemde zinsnede kan ook zien op de zinsnede 'na in gebreke te zijn gesteld'. Dit zou betekenen dat ABN AMRO mevrouw C in gebreke moet stellen voor alle op het moment van de ingebrekestelling achterstallige termijnbedragen, waarvan er ten minste één twee maanden achterstallig is. ABN AMRO legt deze vraag voor aan de rechtbank Oost-Brabant.

De rechtbank kijkt allereerst naar de memorie van toelichting. Hieruit volgt dat art. 7:77 BW ertoe strekt dat de kredietnemer, in dit geval mevrouw C, niet onverwachts met algehele opeising wordt geconfronteerd. Het artikel dient mevrouw C optimaal te beschermen. Hieruit leidt de rechtbank af dat het de bedoeling van de wetgever is geweest om de consument te beschermen tegen vervroegde opeisbaarheid door hier voorwaarden aan te verbinden.

ABN AMRO heeft niet voldaan aan de voorwaarden voor vervroegde opeisbaarheid

Een ingebrekestelling voor meer dan één vervallen termijnbedrag heeft een nadelige consequentie voor mevrouw C. Zo wordt het voor haar moeilijker om een vervroegde opeising te voorkomen. Daartegenover staat dat het voor ABN AMRO geen nadelige consequentie heeft. ABN AMRO behoudt namelijk het recht om naast ingebrekestelling voor één termijnbedrag tot opeising van de overige vervallen termijnbedragen over te gaan. Uit de stukken blijkt dat ABN AMRO mevrouw C in gebreke heeft gesteld voor een bedrag dat hoger is dan één termijnbedrag. Daardoor heeft ABN AMRO niet voldaan aan de voorwaarden voor vervroegde opeisbaarheid. De vordering van ABN AMRO om de kredietovereenkomst in één keer op te eisen wordt daarom afgewezen.

Financieel Recht Advocaten

Mocht uw bank uw kredietovereenkomst ook in één keer opeisen terwijl er niet is voldaan aan de daarvoor geldende voorwaarden, neem dan contact met ons op. Ons kantoor heeft ruime ervaring met het procederen tegen banken. Neem hier vrijblijvend contact met ons op.

Klik hier voor de gehele uitspraak.

Zie ook vergelijkbare uitspraken:

Lenie Spoor

Wij staan voor u klaar

  • Tegen financiële dienstverleners
  • 10+ jaar ervaring
  • Eerlijk en transparant
Neem contact op

Wij helpen u graag

  • Tegen financiële dienstverleners
  • 10+ jaar ervaring
  • Eerlijk en transparant