Uitspraak: Kredietbemiddelaar mag eisen dat 24 maanden provisie wordt doorbetaald na einde overeenkomst

X is een kredietbemiddelaar. X bemiddelt bij de totstandkoming van krediet, waaronder de kredieten aan Santander. Tussen X en Santander is een samenwerkingsovereenkomst tot stand gekomen. In de overeenkomst is een clausule opgenomen waarin staat dat, na beëindiging, Santander nog 24 maanden provisie dient te betalen over de uitstaande portefeuille.

In 2012 heeft Santander aangegeven dat geen nieuwe kredieten meer via X zullen worden verstrekt, maar de samenwerkingsovereenkomst wordt niet beëindigd. X heeft op enig moment meerdere kredietbemiddelaars overgenomen, waar Santander in de portefeuilles is opgenomen. Op basis van die overeenkomst is Santander X provisie verschuldigd.

In 2018 heeft Santander gevraagd of de provisies konden worden verlaagd. X heeft dit geweigerd. Santander besluit daarop de samenwerkingsovereenkomst te stoppen. X heeft aangegeven dat zij recht heeft op nog minimaal 24 maanden provisie. Santander heeft verzocht om een verlaging van de provisie.

Standpunt van partijen

X stelt dat de betaling van de provisie moet worden uitgesmeerd over de gehele periode dat de kredietovereenkomst loopt en dat dit in strijd zou zijn met artikel 4:74 Wft en art. 154 Bgfo t/m art. 158 Bgfo. De kredietbemiddelaar geeft aan dat hij gedurende de overeenkomst betrokken blijft bij de zorgverlening. De betaling van de weinig provisie is een toerekenbare tekortkoming, een onrechtmatige daad en een ongerechtvaardigde verrijking. Het beëindigen van de provisie zou in strijd zijn met de wet. X zou hierdoor onevenredig hard worden geraakt.

Santander stelt echter dat geen sprake is van strijd met de artikelen 4:74 Wft en art. 154 Bgfo t/m art. 158 Bgfo. Van X wordt niet verwacht dat zij nog beheerwerkzaamheden uitvoeren. Daarom is er geen grondslag om de provisie te betalen. Er zou geen sprake zijn van een verlieslatende portefeuille. Volgens Santander moet de provisie wegens onvoorziene omstandigheden worden verlaagd. Santander stelt dat juist door X een toerekenbare tekortkoming dan wel onrechtmatige daad is gepleegd.

Oordeel

Provisievoorschriften zijn bedoeld om de belangen van consumenten te behartigen, aldus relevante wetsgeschiedenis. Er kan pas worden gesproken van strijd met de strekking van de provisieregels indien een beloningsafspraak aanzet tot onzorgvuldige kredietbemiddeling. Het staat partijen vrij om de duur te beperken, als de gemaakte afspraak maar per maand wordt uitbetaald.

Niet is gebleken dat X nog enige nazorg dient te verlenen. Daarom is er geen grondslag waarvoor enige provisie is verschuldigd. Ook is niet gebleken dat de clausule zou leiden tot onzorgvuldige kredietverlening dan wel sprake is van overkreditering.

Niet kan worden gesproken over strijdigheden met de redelijkheid en billijkheid. Ook dient de provisie niet te worden verlaagd. Er is overeengekomen dat de mogelijkheid om de provisie te wijzigen alleen voor nieuwe kredietovereenkomsten geldt. De rechtbank wijst de vorderingen van X en Santander over en weer af.

Klik hier voor de volledige uitspraak.

Lenie Spoor

Wij staan voor u klaar

  • Tegen financiële dienstverleners
  • 10+ jaar ervaring
  • Eerlijk en transparant
Neem contact op

Wij helpen u graag

  • Tegen financiële dienstverleners
  • 10+ jaar ervaring
  • Eerlijk en transparant