Edrie exploiteert een recreatiestrand, het E3 strand, in Eersel. Al vanaf de jaren ’90 verstrekt ABN AMRO kredieten aan Edrie. Edrie wilde een recreatiestrand dat op dat moment werd gepacht kopen en heeft voor de financiering hiervan informatie opgevraagd bij ABN AMRO. In juni 2007 is er uiteindelijk een kredietovereenkomst tot stand gekomen tussen Edrie en ABN AMRO. Naast het al lopende krediet, wat bestond uit een rekening-courant krediet en twee 10-jarige leningen, zijn leningen van € 650.000,- en € 425.000,- verstrek met een looptijd van 10 jaar. Beide met een variabele rente gebaseerd op het éénmaands Euribor tarief plus een opslag van 1,35% per jaar.
Voor deze nieuwe kredietovereenkomst werd gesloten is Edrie door ABN AMRO uitgenodigd voor een voorlichtingsgesprek over renteswaps. Dit gesprek heeft plaatsgevonden na de ondertekening van de kredietovereenkomst, op 19 juni 2007. De volgende dag, 20 juni 2007, heeft ABN AMRO een bevestiging gestuurd voor de renteswap. Deze is op 27 juni 2007 namens Edrie ondertekend geretourneerd.
Edrie verkoopt enige jaren later haar onderneming aan een derde waarnaar zij het krediet vervroegd wil aflossen. ABN AMRO heeft vervolgens de renteswap beëindigd. Deze had op dat moment een negatieve marktwaarde van € 168.900,-. Dit bedrag is bij Edrie in rekening gebracht. Na volledige betaling heeft ABN AMRO de rechten van hypotheek die als zekerheid waren gevestigd vrijgegeven. Het krediet is op 17 februari 2012 vervroegd afgelost.
Renteswap wordt buitengerechtelijk vernietigd
Op 13 november 2012 heeft de advocaat van Edrie de renteswapovereenkomst buitengerechtelijk vernietigd. Edrie start vervolgens een gerechtelijke procedure omdat zij naar eigen zeggen bij het aangaan van de renteswap heeft gedwaald. Daarnaast heeft ABN AMRO gehandeld in strijd met de op haar rustende zorgplicht nu zij Edrie niet (voldoende) heeft voorgelicht over de werking en risico’s van de renteswap. De rechtbank heeft hierover geoordeeld dat er in beginsel van uit dient te worden gegaan dat ABN AMRO Edrie met de door haar verstrekte informatie voldoende en juist heeft geïnformeerd over de werking van de renteswap en de daaraan verbonden risico’s. De gevolgen dienen dan ook voor Edrie haar rekening te blijven. Edrie is tegen dit vonnis in hoger beroep gegaan.
ABN AMRO betwist dat er sprake is van een adviesrelatie nu dit volgens haar brochure door ABN AMRO zelf schriftelijk dient te worden bevestigd. Het hof verwerpt dit standpunt nu aan dit deel van de brochure een onjuist uitgangspunt ten grondslag ligt. Het gaat niet per se over de kwalificatie die ABN AMRO aan de relatie geeft maar juist om de manier waarop de rechtsverhouding tussen ABN AMRO en Edrie is vormgegeven en feitelijk is ingevuld. Dit dient als uitgangspunt genomen te worden voor de juridische kwalificatie van het optreden van ABN AMRO.
Aanbieden van renteswap is een beleggingsdienst
Daarnaast betwist ABN AMRO dat zij Edrie heeft geadviseerd nu zij juist als wederpartij heeft opgetreden. Daarnaast is het aanbieden van een renteswap niet zomaar te zien als een beleggingsdienst. Het hof oordeelt hier anders over. Een renteswap dient te worden aangemerkt als een financieel instrument in de zin van de Wet Financieel Toezicht (hierna: “Wft”) en volgens artikel 1.1 is het voor rekening van cliënten uitvoeren van orders met betrekking tot financiële instrumenten aan te merken als het verrichten van een beleggingsdienst.
Volgens ABN AMRO zou de financiering van Edrie bij ABN AMRO veel te veel renterisico’s met zich mee brengen. ABN AMRO zou daar dé oplossing voor hebben: een renteswap. Met het sluiten van de renteswapovereenkomst hebben zowel ABN AMRO als Edrie beoogt de risico’s te beperken die zijn verbonden aan een mogelijke stijging van het op het krediet toepasselijke Euribortarief. Het hof oordeelt dan ook dat onder deze omstandigheden Edrie er in beginsel van uit mocht gaan dat bij het sluiten van de renteswap haar belangen werden behartigd door ABN AMRO. ABN AMRO heeft zelf dit specifieke financiële instrument aan Edrie aanbevolen ter afdekking van het renterisico. Het hof oordeelt dat Edrie door ABN AMRO is geadviseerd en dat ABN AMRO dus met het sluiten van de renteswap een beleggingsdienst zoals bedoeld in artikel 1.1 Wft.
Volgens Edrie heeft zij gedwaald wat betreft de eigenschappen en risico’s die verbonden zijn aan de renteswap. Dit gaat met name om de gevolgen indien de renteswap tussentijds wordt beëindigd. Het hof begint met haar beoordeling bij het vaststellen of er een zorgplicht op ABN AMRO rust. Nu ABN AMRO Edrie heeft geadviseerd rust er een op artikel 7:401 van het Burgerlijk Wetboek gebaseerde zorgplicht op Edrie. Zij diende Edrie in het kader van deze zorgplicht uitdrukkelijk en in niet mis te verstane bewoordingen te waarschuwen voor de risico’s die verbonden zijn aan de renteswap. Dit wordt ook wel de waarschuwingsplicht genoemd. Daarnaast rust er op Edrie ook een onderzoeksplicht. Dit houdt in dat zij, uiteraard binnen redelijke grenzen, diende te voorkomen dat zij op basis van een onjuiste voorstelling van zaken een renteswap zou sluiten.
Het enkel toesturen van schriftelijke algemene, standaard informatie is niet voldoende om te voldoen aan de zorgplicht van ABN AMRO. Het kon voor Edrie op basis van deze informatie niet duidelijk zijn wat een negatieve waarde precies inhield, hoe deze vastgesteld wordt en welke financiële consequenties dit zou kunnen hebben.
Renteswapovereenkomst is door dwaling tot stand gekomen
Wat betreft het beroep op dwaling oordeelt het hof dat de schriftelijke informatie die is verstrekt door ABN AMRO niet voldoende is om te kunnen voldoen aan de mededelingsplicht die op haar rust. Edrie is wel verplicht de informatie zorgvuldig door te lezen en indien nodig opheldering te vragen. Echter, Edrie mocht in dit geval er redelijkerwijs vanuit gaan dat ABN AMRO haar juist en volledig informeert over de kenmerken en risico’s van de renteswap. Het kan haar daarom, samen met de omstandigheid dat zij geen ervaring met dit product heeft, niet aangerekend worden. Het hof oordeelt dat Edrie heeft gedwaald. Edrie stelt zich vervolgens op het standpunt dat indien ABN AMRO haar volledig en juist had geïnformeerd zij de renteswap niet gesloten zou hebben.
Edrie vordert uit onverschuldigde betaling de bedragen die het vaste rentepercentage te boven gaan. Dit komt uit op een bedrag van € 63.720,45 vermeerderd met de negatieve marktwaarde van € 168.900,00 die zij aan ABN AMRO heeft betaald. Edrie zou daarnaast een verborgen marge aan ABN AMRO van € 46.242,- hebben betaald. Ook deze vordert zij terug.
Nu Edrie een geslaagd beroep op dwaling toekomt wordt de renteswapovereenkomst vernietigt met terugwerkende kracht. Doordat de rechtsgrond wegvalt is Edrie gerechtigd tot hetgeen ze onder deze renteswapovereenkomst heeft betaald. Dit bestaat uit de swaprente en het bedrag dat voor de negatieve waarde is betaald verminderd met de van ABN AMRO ontvangen Euriborrente.
Voor de precieze vaststelling van de schade door de teveel betaalde rente dient een nieuwe procedure gestart te worden. De negatieve marktwaarde die Edrie aan ABN AMRO heeft betaald van € 168.900,- en de verborgen marge van € 46.242,- worden door het hof wel toegewezen.
Klik hier voor de volledige uitspraak.
Financieel Recht Advocaten
Heeft u een renteswap en zoekt hulp of bijstand, bijvoorbeeld om op een gelijk niveau met de bank in gesprek te raken of om te weten te komen of u aanspraak kunt maken op een schadevergoeding, neem dan hier vrijblijvend contact met ons op.
Zie ook vergelijkbare uitspraken:
Wij staan voor u klaar
- Tegen financiële dienstverleners
- 20+ jaar ervaring
- Eerlijk en transparant