Een man werd veroordeeld voor het invoeren van cocaïne op een viskotter. De Volksbank wil de relatie beëindigen. Toch hoeft de man niet per direct zijn hypotheek aan de Volksbank terug te betalen. De rechter is van oordeel dat het naar maatstaven van redelijkheid en billijkheid onaanvaardbaar is om de klantrelatie te beëindigen.
De man heeft het risico genomen de integriteit en de reputatie van de bank te schaden. De particulier voerde in kort geding aan dat een hypotheek alleen mag worden opgeëist als de woning ook is gebruikt voor criminele activiteiten. Dat was hier niet het geval. Ook heeft de bank anderhalf jaar na de veroordeling gewacht met het eindigen van de relatie.
Tevens voert de man aan dat hij de woning niet elders zou kunnen financieren, wat betekent dat hij de woning direct dient te verkopen. Dit is een zware consequentie. De bank heeft niet aangetoond dat zij in de toekomst concreet het risico loopt op integriteits- of reputatieschade. Ook heeft de bank haar bevindingen niet eerst met eiser besproken voordat de relatie werd beëindigd. De rechter oordeelt dat de hypotheek mag blijven bestaan.