Nationale-Nederlanden Bank N.V. (hierna: NNB) biedt verschillende soorten hypothecaire kredieten aan. Deze worden DL Hypotheken genoemd. In de algemene voorwaarden van die hypotheken is een vergoedingsbeding opgenomen. Deze bedingen gelden bij bepaalde vormen van vervroegde aflossing. De Consumentenbond en de Vereniging Eigen Huis besluiten een collectieve actie te starten tegen NNB.
Vordering
De Consumentenbond en de Vereniging Eigen Huis vorderen onder andere de vernietiging van een aantal vergoedingsbedingen bij vervroegde aflossing van hypothecair krediet nu deze onredelijk bezwarend zouden zijn. Ook wordt gevorderd dat voor recht wordt verklaard dat sprake is van onverschuldigde betalingen.
NNB stelt dat Vereniging Eigen Huis niet ontvankelijk is. Het zou niet duidelijk zijn wat de verhouding is tussen de collectie actie en de doelomschrijving van de VEB. Daarnaast kunnen de belangen niet worden gebundeld, nu de vergoedingsbedingen op belangrijke punten verschillen.
Beoordeling
De vorderingen worden door de rechtbank ontvankelijk verklaard. De rechtbank is van oordeel dat een collectieve actie wel passend is binnen het doel van de VEB. Daarnaast zijn volgens de rechtbank de belangen dusdanig gelijksoortig om vast te stellen of de bedingen onredelijk bezwarend zijn.
De rechtbank buigt zich allereerst over de vraag of de bedingen strekken tot een redelijke vergoeding voor door NNB geleden verlies of gederfde winst. Bij deze beoordeling worden de volgende aspecten betrokken: “dat (i) het initiatief voor vervroegde aflossing in de gevallen waarop de vergoedingsbedingen betrekking hebben, bij de consument ligt, (ii) NNB bij het berekenen van haar nadeel enige beoordelingsvrijheid heeft, (iii) sprake is van duurovereenkomsten, aangegaan met vele leningnemers, (iv) ten aanzien van vervroegde aflossingen op leningen van vóór 14 juli 2016 geen specifieke civielrechtelijke regels voor de normering van aflossingsvergoedingen bestonden, en (v) NNB op basis van de berekeningswijze die zij hanteert sinds 14 juli 2016, hogere tarieven aan haar klanten in rekening brengt.”
De rechtbank komt tot de conclusie dat de bedingen een redelijke vergoeding inhouden. De omstandigheid dat de berekening van de vergoeding is gebaseerd op de dichtstbij gelegen kortere rentevastperiode (in plaats van de langere) maakt de vergoedingsbedingen niet per definitie oneerlijk.
Het klachtonderdeel dat ziet op dat de aflossingsvergoeding geen rekening houdt met de opgebouwde waarde in de spaarhypotheek, zegt iets over de wijze van toepassing en niet over het beding zelf. Dat onderdeel dient buiten beschouwing te worden gelaten. De rechtbank heeft ook besloten dat de bedingen geen aanzienlijke verstoring opleveren van het evenwicht tussen partijen.
NNB had de consument kunnen houden aan de overeengekomen looptijd van de lening. Als de consument desondanks vervroegd had afgelost, had NNB aanspraak op een schadevergoeding die vergelijkbaar is met de contractueel overeengekomen vergoeding. Het ligt niet voor de hand om aan te nemen dat de consument het beding niet had aanvaard als daarover afzonderlijk was onderhandeld. Dit deel is ook niet onredelijk bezwarend. De vorderingen worden afgewezen omdat niet is gebleken dat sprake is van een onredelijk bezwarend beding.
Klik hier voor de volledige uitspraak.
Financieel Recht Advocaten
Heeft u vragen? Neem dan contact met ons op.
Wij staan voor u klaar
- Tegen financiële dienstverleners
- 20+ jaar ervaring
- Eerlijk en transparant