Uitspraak: Rabobank kan borg niet aanspreken; handtekening echtgenoot ontbreekt

Man X en vrouw Y zijn gehuwd. Man X is enig aandeelhouder en bestuurder van een onderneming. Op 21 mei 2007 heeft man X zich via een borgstellingsovereenkomst borg gesteld voor verplichtingen van zijn onderneming tegenover de Coöperatieve Rabobank U.A. (hierna: “Rabobank”) tot een totaalbedrag van € 225.000,=. In 2011 gaat de onderneming van man X failliet. Op dat moment is de lening waarvoor man X zich borg had gesteld nog niet afgelost. In juli 2013 heeft de Rabobank man X dan ook aangesproken op zijn betalingsverplichting op grond van de borgstellingsovereenkomst. Rabobank heeft de borgstelling door verkoop van de woning van man X en vrouw Y uitgewonnen, als gevolg waarvan Rabobank een bedrag ad € 154.094,47 heeft ontvangen. Man X en vrouw Y zijn vervolgens een gerechtelijke procedure gestart waarin zij vernietiging van de borgstellingsovereenkomst vorderen en terugbetaling van voornoemd bedrag. Volgens man X en vrouw Y is de borgstellingsovereenkomst vernietigbaar, vanwege het ontbreken van een (goedkeurende) handtekening van vrouw Y.

Toestemming echtgenoot noodzakelijk voor borgstellingsovereenkomst?

Op grond van art. 1:88 lid 1 aanhef en onder c BW geldt als hoofdregel dat voor het aangaan van een borgstellingsovereenkomst de toestemming van een echtgenoot is vereist. Bij gebreke van deze toestemming, is de borgstelling vernietigbaar. In dat geval zou de Rabobank de borg niet kunnen aanspreken, indien man X zich op die vernietigingsmogelijkheid beroept. Er is echter een uitzondering op voornoemde hoofdregel: indien de borgstellingsovereenkomst in de normale uitoefening van het bedrijf (van een B.V. of N.V.) wordt aangegaan, dan is geen toestemming van de echtgenoot vereist.

De vraag die in de gerechtelijke procedure tussen de Rabobank enerzijds en man X en vrouw Y anderzijds centraal komt te staan, is dan ook of de borgstellingsovereenkomst vernietigbaar is vanwege het ontbreken van een handtekening van vrouw Y. Man X stelt dat een handtekening van zijn echtgenoot op grond van art. 1:88 lid 1 aanhef en onder c BW vereist is. De Rabobank stelt zich op het standpunt dat de toestemming van vrouw Y niet was vereist, omdat de borgstelling door man X is aangegaan in de normale uitoefening van zijn bedrijf.

Rabobank vist achter het net vanwege het ontbreken van de handtekening van de echtgenote

In eerste aanleg wordt door de rechtbank geoordeeld dat de borgstellingsovereenkomst vernietigd is. Tussen partijen staat immers vast dat de borgstellingsovereenkomst was aangegaan vanwege een eenmalige overnameactiviteit van het bedrijf van man X. Deze (eenmalige) overname van aandelen van een ander bedrijf behoorde volgens de rechtbank niet tot de normale bedrijfsuitoefening van de onderneming. De normale bedrijfsactiviteiten van de onderneming bestonden immers uit het beheren van een stamrecht en het uitvoeren van managementactiviteiten. Het gevolg van deze vernietiging was dat de Rabobank het bedrag ad € 154.094,47, vermeerderd met rente en kosten, aan man X en vrouw Y moest terugbetalen.

De Rabobank is tegen deze uitspraak van de rechtbank in hoger beroep gegaan. De Rabobank was namelijk van mening dat de overnameactiviteiten van de onderneming van man X wel tot de normale bedrijfsactiviteiten behoorde. Het Gerechtshof gaat hier niet in mee. Volgens het gerechtshof had de borgstelling een bijzondere en ongewone achtergrond en had zij niets van doen met de gangbare en gewone uitoefening van het bedrijf. Rabobank kan zich dus niet beroepen op de borgstellingsovereenkomst met man X, vanwege het ontbreken van de handtekening van vrouw Y.

Financieel Recht Advocaten

Heeft u zichzelf ook als borg gesteld voor de terugbetaling van een krediet aan uw bank en wordt u daarop aangesproken terwijl u niet tijdig en/of volledig ingelicht bent omtrent de feiten en/of risico's? Of heeft uw echtgenoot niet meegetekend voor de borgstellingsovereenkomst? Neem hier vrijblijvend contact met ons op via ons contactformulier. Wij hebben ruime ervaring met het procederen tegen banken, verzekeraars en vermogensbeheerders alsmede tussenpersonen en/of financieel adviseurs.

Klik hier voor de volledige uitspraak van de Rechtbank Midden-Nederland in eerste aanleg.

Klik hier voor de volledige uitspraak van het Gerechtshof Arnhem-Leeuwarden in hoger beroep.

Zie ook vergelijkbare uitspraken:

 

Fabienne de Jong

Wij staan voor u klaar

  • Tegen financiële dienstverleners
  • 10+ jaar ervaring
  • Eerlijk en transparant
Neem contact op

Wij helpen u graag

  • Tegen financiële dienstverleners
  • 10+ jaar ervaring
  • Eerlijk en transparant