Uitspraak: Bankmedewerker vervalst accountantsverklaring, tuchtcommissie legt beroepsverbod van ’n jaar op

Meneer A is vanaf mei 2015 werkzaam bij de bank. In juni 2015 heeft meneer A de Bankierseed afgelegd. Meneer A werd via zijn vennootschap ingehuurd en deze inhuur vond plaats via een tussenpersoon. De bank heeft aan de tussenpersoon doorgegeven dat de persoon die werd ingehuurd over een accountantsverklaring diende te beschikken. In oktober 2015 heeft meneer A daarom een accountantsverklaring gegeven over het tweede kwartaal van 2015. De tussenpersoon heeft vervolgens bij de accountant geverifieerd of de verklaring inderdaad door die accountant was afgegeven. De accountant heeft toen geconstateerd dat het document valselijk is opgemaakt. De tussenpersoon heeft dit op 16 oktober 2015 aan de bank medegedeeld. Per brief heeft meneer A één dag later aan de tussenpersoon laten weten dat hij zelf een accountantsverklaring heeft opgemaakt en verstrekt. Op 23 oktober 2015 is namens de tussenpersoon aangifte gedaan van valsheid in geschrifte door meneer A en de bank heeft meneer A op non-actief gesteld.

Bankmedewerker dient integer en zorgvuldig te werken

De Stichting Tuchtrecht Banken (hierna: “Stichting”) heeft een klacht ingediend bij de Tuchtcommissie. Volgens de Stichting heeft meneer A gehandeld in strijd met de gedragsregels. Een bankmedewerker dient integer en zorgvuldig te werken en dient zich te houden aan de wet en andere regels die voor het werk bij de bank gelden. Meneer A heeft geprobeerd om de tussenpersoon en de bank te misleiden. Het vals opmaken van een officieel document vormt een ernstig integriteitsincident. Meneer A is van oordeel dat hij geen schade heeft aangericht aan de bank of klanten van de bank. In een paniekreactie heeft hij zelf een accountantsverklaring opgesteld.

De Tuchtcommissie stelt dat meneer A de door hem afgelegde Bankierseed heeft geschonden. Meneer A heeft de gedragsregels van de bij de Bankierseed behorende Gedragscode overtreden. Hij heeft niet integer en zorgvuldig gehandeld. Daarnaast heeft hij in strijd gehandeld met de wet. De Tuchtcommissie acht de klant daarom ook gegrond. Door de aard en de ernst van de schending van de Bankierseed acht de Tuchtcommissie een beroepsverbod passend. Daarbij komt dat meneer A tijdens het onderzoek geen enkel inzicht heeft getoond in de laakbaarheid van zijn handelen. Door het handelen van meneer A heeft hij het vertrouwen dat in bankmedewerkers moet kunnen worden gesteld beschaamd en geschaad. De Tuchtcommissie oordeelt daarom dat meneer A voor de periode van één jaar niet werkzaam mag zijn in de bancaire sector.

Klik hier voor de volledige uitspraak.

Financieel recht advocaten

Bent u ook op onjuiste wijze behandeld door een medewerker uit de financiële sector, en heeft u als gevolg daarvan schade geleden? Neem hier dan contact op met een van de advocaten van Financieel Recht Advocaten. Onze advocaten hebben ruime ervaring met het procederen tegen banken, verzekeraars en vermogensbeheerders.

Zie ook vergelijkbare uitspraken:

Joost Papeveld

Wij staan voor u klaar

  • Tegen financiële dienstverleners
  • 10+ jaar ervaring
  • Eerlijk en transparant
Neem contact op

Wij helpen u graag

  • Tegen financiële dienstverleners
  • 10+ jaar ervaring
  • Eerlijk en transparant