Een consument is verwikkeld in een geschil met zijn bank over de opname van zijn gegevens in diverse waarschuwingsregisters, waaronder het Incidentenregister en het Extern Verwijzingsregister. De consument stelt dat hij onbewust als geldezel is gebruikt en vraagt om verwijdering of verkorting van de registratieperiode. De bank stelt daartegenover dat de registratie noodzakelijk is ter bescherming van de financiële sector.
Feiten
De consument had een betaal- en spaarrekening, een bankpas en toegang tot internetbankieren via zijn telefoon. In januari 2022 werden meerdere verdachte transacties uitgevoerd vanaf zijn rekening, waaronder grote bedragen afkomstig van een oplichtingszaak via bankhelpdeskfraude. De consument meldde enkele uren na de transacties dat zijn bankpas was gestolen, waarna de bank de rekening blokkeerde en een onderzoek startte. Uit dit onderzoek bleek dat de consument zijn rekening en betaalmiddelen ter beschikking had gesteld aan een vriend.
De vriend overtuigde de consument om zijn bankpas en telefoon af te staan, zogenaamd om belasting te ontwijken bij het storten van €20.000 aan Bitcoins. De consument zou €10.000 hiervan mogen houden. Hij stemde toe, niet wetende dat hij als geldezel werd gebruikt. Tijdens een politiegesprek werd hij hierop gewezen. Hoewel hij aanvankelijk ontkende betrokken te zijn, erkende hij later de situatie.
De bank beëindigde de relatie met de consument, registreerde zijn gegevens in de waarschuwingsregisters en bood hem een basisbankrekening aan. De consument diende bezwaar in tegen de maatregelen en de duur van de registraties. Hij stelde dat hij onbewust handelde, veel spijt heeft en de gevolgen van de registratie onredelijk zwaar vindt.
Geschil en klacht
De consument vraagt om verwijdering van zijn gegevens uit de registers of een verdere verkorting van de registratieperiode. Hij betoogt dat hij niet bewust heeft meegewerkt aan fraude en geen besef had dat zijn vriend hem gebruikte. De situatie heeft hem zwaar getroffen: hij kan niet zelfstandig sparen, geen hypotheek afsluiten en heeft moeite om een Verklaring Omtrent Gedrag te verkrijgen, wat zijn werk belemmert. Hoewel hij begrip heeft voor de maatregelen van de bank, acht hij de gevolgen disproportioneel gezien zijn onbewuste betrokkenheid. De bank stelt dat de consument bewust zijn rekening beschikbaar stelde, wat een ernstige bedreiging vormt voor de financiële sector. Het terugbrengen van de registratieperiode in het EVR en Incidentenregister van acht naar zes jaar is volgens de bank een redelijke tegemoetkoming. De consument kan nog steeds deelnemen aan het betalingsverkeer via een basisbankrekening. Verder vindt de bank dat de opgevoerde belangen van de consument niet zwaarwegend genoeg zijn om verdere aanpassing van de registraties te rechtvaardigen.
De beoordeling
Hoewel de registraties in het Externe Verwijzingsregister en het Incidentenregister terecht en proportioneel zijn bevonden, is de duur van deze registraties ingekort van zes jaar naar vijf jaar. De consument ondervindt hierdoor enige verlichting van de gevolgen van de registraties, maar blijft wel beperkt in zijn mogelijkheden binnen de financiële sector voor deze periode. Daarnaast heeft de commissie geoordeeld dat de interne registraties, namelijk de Gebeurtenissenadministratie en het Interne Verwijzingsregister, terecht zijn en dat de duur van acht jaar niet disproportioneel is gezien hun interne karakter en beperkte gevolgen voor de consument.
Financieel recht advocaten
Beschuldigt uw bank u van frauderen? Heeft u, zonder uw weten, gefungeerd als geldezel en legt uw bank de blaam bij u? neem dan contact op met een van onze gespecialiseerde advocaten.
Wij staan voor u klaar
- Tegen financiële dienstverleners
- 20+ jaar ervaring
- Eerlijk en transparant