Achtergrond van de zaak
De consument had sinds augustus 2019 een rekening bij de ABN AMRO ook had hij nog een rekening bij de SNS- bank. De compagnon van de consument kocht op 18 december 2018 een vastgoedportefeuille voor 1,25 miljoen euro. Dit werd gefinancierd met hypothecaire leningen van 1,5 miljoen euro. De twee spraken af beide 50% juridisch en economisch eigenaar te zijn. Op 19 oktober 2020 viel de politie de woning van de consument binnen en hierbij werden goederen in beslag genomen. Ook werd er op 600.000 euro beslag gelegd op een andere rekening. ABN AMRO verzocht om informatie over contante stortingen, luxe aankopen en een bedrag van 110.000 euro dat de compagnon had overgemaakt.
Op 15 november 2021 vroeg de bank bewijsstukken over de herkomst van de stortingen, verblijven op curaçao en de aankopen. Op 9 maart 2022 werd de bankrelatie beëindigd wegens onduidelijkheden en onvolledige antwoorden. Een jaar later kreeg de consument een laatste kans om informatie te verstrekken. Op 17 april 2023 leverde de consument leningsovereenkomsten en verklaringen aan. Op 25 april besloot de bank de relatie definitief te beëindigen, zij vonden de situatie nog steeds onduidelijk en de persoonsgegevens van de consument werden in de interne registers geregistreerd voor acht jaar.
De klacht
De consument eist dat de relatie hersteld wordt en dat zijn gegevens verwijderd worden. Hij geeft aan voldoende inzicht te hebben gegeven over de vastgoedtransacties en de 50% afspraak. Volgens de consument doet het gebrek aan betrokkenheid van een notaris niet af aan de geldigheid. Hij geeft aan dat schimmigheid onmogelijk is vanwege de verkrijging van de panden via het openbaar Ministerie en hij levert twee leningsakten over hoe de aankoop is gefinancierd. De consument zet uiteen dat hij vanwege een gebrek aan Nederlands inkomen geen panden op zijn naam kon zetten, terwijl zijn compagnon dat wel kon. De bank betwistte de stellingen.
De beoordeling
Tijdens de hoorzitting werd afgesproken dat de consument meer documenten zou leveren, deze leverde hij ook. Hij gaf aan informeel te werk zijn gegaan en dat niet alles gedocumenteerd is. Er werd geen verklaring van betrokken partijen geleverd die zijn punt kon bevestigen zoals het OM. Ondanks de documenten bleef de bank bij haar conclusie van onvoldoende informatie. De bank kan niet uitsluiten dat er een façade was om een werkelijke eigenaar te verhullen. De commissie oordeelt dat de bank terecht de relatie kon beëindigen en rechtmatig handelde. De vorderingen van de consument werden afgewezen.
Financieel recht advocaten
Heeft u ook een geschil met uw bank waarbij deze u vragen stelt of u al als crimineel neerzet? Neem dan contact op met een van onze gespecialiseerde advocaten.
Wij staan voor u klaar
- Tegen financiële dienstverleners
- 20+ jaar ervaring
- Eerlijk en transparant