Uitspraak: ABN moet registratieduur in het extern Verwijzingsregister verkorten

ABN AMRO heeft de persoonsgegevens van de consument geregistreerd in verschillende registers, omdat de consument volgens de bank als geldezel opgetreden heeft. De consument heeft zich beklaagd over de registratie van haar gegevens in het Extern Verwijzingsregister (EVR). De commissie is van oordeel dat de persoonsgegevens van de consument terecht zijn opgenomen in het EVR. De duur van de registratie is echter niet proportioneel en moet worden verkort naar zes jaar.

Aanleiding

De consument is het er niet mee eens dat de bank haar persoonsgegevens geregistreerd heeft in het EVR. De consument weet dat zij haar betaalpas, pincode en inloggegevens voor internetbankieren niet had moeten afstaan, maar zij wist naar eigen zeggen niet dat deze producten gebruikt zouden worden voor het ontvangen van crimineel geld.

Primair vordert de consument dat haar gegevens uit het EVR worden verwijderd. Subsidiair vordert zij dat de duur van de registratie wordt verkort. Daarnaast heeft zij om een tegemoetkoming in haar proceskosten verzocht.

De beoordeling

De commissie stelt vast dat de consument als geldezel opgetreden heeft ten behoeve van de fraude. Daarom hoeft de bank de persoonsgegevens van de consument niet uit het EVR te verwijderen.

Echter, moet de duur van de registratie wel bijgesteld worden.

De bank benadrukt dat consument nog steeds niet het achterste van haar tong heeft laten zien. De bank heeft verder aandacht gevraagd voor de gevolgen voor het slachtoffer van de fraude die mede door toedoen van de consument € 9.900,- verloren heeft. Anderzijds weegt de commissie mee hoe de consument zich tijdens de hoorzitting gedroeg. Zij wekte de indruk dat zij haar lesje geleerd heeft en zich schaamt. Bovendien heeft de relatie met de ouders van de consument een knauw opgelopen en voert de moeder van de consument een soort van bewind over de basisbankrekening van de consument. Het is fijn dat de ouders betrokkenheid tonen. Bovendien heeft de consument forse schade opgelopen omdat ook haar eigen rekening voor € 2.300,- is leeggehaald. Zij is nu negentien jaar oud en is bezig met haar universitaire opleiding, zodat zij nu niet veel hinder ondervindt van de registratie van haar persoonsgegevens, deze blijft daarom grotendeels in stand. Toch wordt deze verlaagd naar zes jaar.

Indien de omstandigheden in de toekomst wijzigen, kan de consument zich opnieuw tot de bank wenden met een verzoek tot heroverweging van de registratieduur.

De beslissing

De commissie wijst de vordering gedeeltelijk toe. De bank dient de registratietermijn van de persoonsgegevens van de consument in het EVR te verkorten naar zes jaar en een bedrag van € 800,- aan de consument te vergoeden, in verband met haar proceskosten.

Financieel Recht Advocaten

Wilt u advies over of begeleiding bij conflicten over het cliëntenonderzoek van banken en de registratie van persoonsgegevens in de Gebeurtenissenadministratie, het IVR, het Incidentenregister en het EVR? Neem dan vrijblijvend contact met ons op.

Fabienne de Jong

Wij staan voor u klaar

  • Tegen financiële dienstverleners
  • 10+ jaar ervaring
  • Eerlijk en transparant
Neem contact op
Fabienne de Jong

Wij helpen u graag

  • Tegen financiële dienstverleners
  • 10+ jaar ervaring
  • Eerlijk en transparant