De moeder van M is op 19 oktober 2000 namens M een effectenleaseovereenkomst aangegaan met Dexia. Op dat moment was M minderjarig. Voordat de moeder de overeenkomst is aangegaan heeft zij geen machtiging gevraagd van de kantonrechter. Uiteindelijk is er € 2.178,- inleg betaald aan Dexia uit het vermogen van M. In deze procedure wordt M vertegenwoordigd door zijn vader. Per brief heeft de vader op 2 november 2005 al een beroep gedaan op vernietiging van de overeenkomst. Omdat hier geen gehoor aan werd gegeven is de vader een procedure gestart. In deze procedure vordert de vader een verklaring voor recht dat de overeenkomst rechtsgeldig is vernietigd. Daarnaast stelt de vader dat Dexia door het schenden van haar zorgplichten onrechtmatig heeft gehandeld tegenover M. Subsidiair stelt de vader dat Dexia door het schenden van haar zorgplicht en mededelingsplicht onrechtmatig heeft gehandeld jegens M, dan wel zijn vader. Daarom is Dexia aansprakelijk voor de volledige schade, aldus de vader.
Dexia: recht om overeenkomst namens minderjarige te vernietigen is verjaard
Aan zijn vorderingen legt de vader ten grondslag dat de moeder bij het aangaan van de overeenkomst geen machtiging heeft gevraagd bij de kantonrechter. De overeenkomst is op grond van artikel 1:347 van het Burgerlijk Wetboek rechtsgeldig vernietigd door de vader van M en daarom dient Dexia het onverschuldigd door of namens M betaalde terug te betalen. Dexia stelt zich op het standpunt dat het recht om de overeenkomst te vernietigen op 2 november 2005 al was verjaard.
De rechtbank begint haar beoordeling met de overweging dat op grond van artikel 1:345 lid 1 aanhef en sub d in samenhang met artikel 1:253k BW de ouder een machtiging dient te vragen van de kantonrechter om voor rekening van een minderjarige geld te lenen. Het staat in deze procedure vast dat de overeenkomst betrekking heeft op het lenen van geld. Eerdergenoemde artikelen zijn daarom van toepassing, aldus de rechtbank. Nu de moeder geen machtiging heeft gevraagd was de overeenkomst op grond van artikel 1:347 BW vernietigbaar. De minderjarige kan de overeenkomst zelf vernietigen wanneer hij meerderjarig is geworden. Een wettelijk vertegenwoordiger mag deze overeenkomst echter ook namens de minderjarige vernietigen indien deze nog minderjarig is. Daarom kon de vader in deze zaak wel een beroep doen op vernietiging van de overeenkomst.
Verjaringstermijn begint te lopen op moment dat minderjarige meerderjarig wordt
In deze zaak is de verjaringstermijn van artikel 3:52 lid 1 sub d BW van toepassing. De bevoegdheid tot vernietiging verjaart volgens dit artikel drie jaar nadat de bevoegdheid om deze vernietigingsgrond in te roepen aan degene aan wie deze toekomt, ten dienste is komen te staan. Volgens de rechter moet dit artikel in deze zaak zo worden uitgelegd dat de verjaringstermijn van drie jaar begint te lopen op het moment dat de minderjarige meerderjarig wordt. Met de artikelen heeft de wetgever immers beoogd de minderjarige te beschermen tegen handelingen van zijn ouders. De bevoegdheid tot vernietiging van de overeenkomst was op 2 november 2005 dus nog niet verjaard. Nu er een geldig beroep is gedaan op de vernietigbaarheid dient het door M aan Dexia betaalde bedrag van € 2.178,- worden terugbetaald.
De vader vordert daarnaast een bedrag van € 545,28. Dit bedrag zou hij hebben betaald aan Värde Investment Ireland Limited. Dexia heeft de vordering tot betaling van de restschuld aan deze partij overgedragen. De vader stelt dat Dexia onrechtmatig heeft gehandeld tegenover M. Dexia dient daarom (een deel van) het bedrag dat namens M is betaald aan Värde Investment Ireland Limited terug te betalen. Uit een eerder arrest van de Hoge Raad volgt dat een bank de wettelijk vertegenwoordiger van een minderjarige moet waarschuwen indien de overeenkomst die de wettelijk vertegenwoordiger wil afsluiten strijdig is met het uitgangspunt dat het vermogen van minderjarigen niet op speculatieve wijze belegd dient te worden.
Dexia heeft ouders minderjarige niet gewaarschuwd en dus onrechtmatig gehandeld tegenover minderjarige
Dexia heeft in deze zaak de wettelijk vertegenwoordiger van M niet gewaarschuwd zoals volgt uit het arrest van de Hoge Raad. Daardoor heeft Dexia onrechtmatig gehandeld tegenover M en dient de door M geleden schade te vergoeden. Door middel van de waarschuwingsplicht dient voorkomen te worden dat een wettelijk vertegenwoordiger namens de minderjarige een overeenkomst aangaat waarbij het vermogen op speculatieve wijze wordt belegd. Indien deze waarschuwingsplicht wordt geschonden kunnen de betaalde bedragen in beginsel als schade worden aangemerkt. Dexia stelt dat een deel van de schade voor rekening van M moet komen. De kantonrechter oordeelt in deze zaak echter dat de billijkheid vereist dat de schade geheel voor rekening van Dexia blijft.
Klik hier voor de volledige uitspraak van de rechtbank Rotterdam.
Financieel recht advocaten
Heeft u ook schade geleden als gevolg van de Dexia-affaire? En heeft u de beleggingsproducten destijds aangekocht via een tussenpersoon? Dan maakt u mogelijk ook aanspraak op extra schadevergoeding. Financieel Recht Advocaten adviseert en procedeert tegen banken, verzekeraars en tussenpersonen. Ook in Dexia-zaken. Neem hier vrijblijvend contact op met een van onze gespecialiseerde advocaten.
Zie ook vergelijkbare uitspraken:
- Dexia komt precontractuele zorgplicht niet na en moet schade effectenleaseovereenkomsten volledig vergoeden;
- Beleggingsadviseur aansprakelijk voor beleggingsschade life settlement belegging [eigen zaak];
Wij staan voor u klaar
- Tegen financiële dienstverleners
- 20+ jaar ervaring
- Eerlijk en transparant