Uitspraak: Zorgplichtschending door Aegon

Zorgplichtschending door Aegon, schadevergoeding volgens Hofmodel en een onaanvaardbaar zware financiële last voor afnemer.
Eiser heeft met Aegon een “Koopsom Vliegwiel” contract gesloten, een effectenlease-overeenkomst. Na eindigen van de overeenkomst en verkoop van de onderliggende aandelen resteerde een restschuld van ruim € 10.000. Op grond van de Duisenbergregeling heeft Aegon van de rechtsschuld 67% kwijtgescholden, waarna een schuld van € 3.526,41 resteert. Eiser vordert een verklaring voor recht dat Aegon onrechtmatig jegens hem heeft gehandeld door haar zorgplicht jegens eiser te schenden.

Schadevergoeding

De 5-juni arresten zijn uitgangspunt voor de schadevergoeding. De schade omvat niet alleen de restschuld, maar ook de betaalde rente en eventueel de reeds betaalde aflossing. Met behulp van het Hofmodel wordt vastgesteld of de financiële verplichtingen uit de overeenkomst al dan niet een onaanvaardbaar zware last vormden voor de afnemer. Is sprake van een onaanvaardbaar zware financiële last, dan komt zowel 1) de inleg als 2) de restschuld voor 2/3-deel voor rekening van Dexia en voor 1/3-deel voor rekening voor rekening van de afnemer. Is geen sprake van een onaanvaardbaar zware financiële last dan komt alleen 2/3-deel van de restschuld voor rekening van Dexia. In dat geval de betaalde inleg geheel voor rekening van de afnemer.

Het standpunt van eiser, dat de 5-juni arresten en het Hofmodel niet kunnen dienen als basis voor de beslissing, wordt verworpen. Ook de stelling van eiser, dat Aegon had moeten weigeren de overeenkomst aan te gaan, wordt verworpen; zo ver strekt de zorgplicht niet. De subsidiaire stelling van eiser, dat uit de berekening volgens het Hofmodel blijkt dat de overeenkomst voor hem een onaanvaardbaar zware financiële last vormde, is door Aegon niet (gemotiveerd) weersproken. Anders dan Aegon aangevoerd heeft, kan niet worden volstaan met slechts te beoordelen of de afnemer in staat is gebleken de maandtermijnen te voldoen.

Toepassing van het Hofmodel leidt tot de conclusie dat de overeenkomst voor eiser een onaanvaardbaar zware financiële last vormde. Aegon had hem dus moeten ontraden de overeenkomst aan te gaan. Er is geen goede grond om, zoals Aegon heeft bepleit, af te wijken van de schadeverdeling van de in het Hofmodel ontwikkelde en inmiddels in de jurisprudentie algemeen aanvaarde regel inzake de verdeling van de schade. De wettelijke rente is door Aegon verschuldigd vanaf de datum waarop de overeenkomst geëindigd is. De kantonrechter verklaart voor recht dat Aegon onrechtmatig heeft gehandeld, wijst de subsidiaire vordering van eiser toe en veroordeelt Aegon in de kosten van het geding.

Financieel Recht Advocaten

Bent u ook ontevreden over uw bank, verzekeraar of vermogensbeheerder? Wij hebben ruime ervaring met het procederen tegen banken, verzekeraars en vermogensbeheerders alsmede tussenpersonen en/of financieel adviseurs. Neem vrijblijvend contact met ons op via ons contactformulier.

Klik hier voor de gehele uitspraak.

Zie ook vergelijkbare uitspraken:

Joost Papeveld

Wij staan voor u klaar

  • Tegen financiële dienstverleners
  • 10+ jaar ervaring
  • Eerlijk en transparant
Neem contact op

Wij helpen u graag

  • Tegen financiële dienstverleners
  • 10+ jaar ervaring
  • Eerlijk en transparant