Uitspraak: Hypotheekrente mag in beginsel vooruitbetaald worden

De Commissie van het Klachteninstituut Financiële Dienstverlening heeft bepaald dat de Rabobank het verzoek van meneer D moet inwilligen om zijn hypotheekrente 6 maanden vooruit te betalen. Volgens de Commissie is Rabobank gehouden de vooruitbetaling van hypotheekrente in beginsel te accepteren, omdat de betaling van een vordering voor de vervaldag niet geweigerd kan worden.

Consument wil zijn hypotheekrente 6 maanden vooruit betalen

Meneer D heeft een hypothecaire geldleningsovereenkomst afgesloten bij de Rabobank. Op deze geldleningsovereenkomst zijn de Algemene voorwaarden voor particuliere geldleningen van toepassing. Volgens Artikel 4 van de Algemene Voorwaarden worden de betalingen naar keuze van de bank toegerekend aan rente, aflossing of andere betalingen. Meneer D heeft in november 2016 aan de Rabobank gevraagd of hij zijn hypotheekrente tot 1 juli 2017 vooruit mag betalen. Rabobank heeft dit verzoek geweigerd.

Meneer D heeft daarom een klacht ingediend bij het Klachteninstituut Financiële Dienstverlening. Hij vordert daarbij dat Rabobank hem toestaat de hypotheekrente 6 maanden vooruit te betalen. Dit is fiscaal toegestaan volgens meneer D. De reden waarom hij zijn hypotheekrente vooruit zou willen betalen is omdat hij de vooruitbetaalde hypotheekrente in mindering kan brengen op zijn inkomen in 2016 en hij in 2017 minder inkomen geniet door zijn pensioenregeling. De Commissie dient in deze procedure dus de vraag te beantwoorden of Rabobank het verzoek van meneer D om zijn hypotheekrente vooruit te betalen moet inwilligen.

Rabobank kan betaling van een vordering niet weigeren

Allereerst kijkt de Commissie naar het Burgerlijk Wetboek (hierna: “BW”). Volgens artikel 6:39 lid 1 BW kan de Rabobank, zonder dat daar uitdrukkelijk afspraken over zijn gemaakt, de betaling van een vordering vóór de vervaldag niet eisen, maar ook niet weigeren. Rabobank verweert zich hiertegen door te stellen dat het hier gaat om een toekomstige vordering waarop artikel 6:39 lid 1 BW niet van toepassing is omdat deze enkel van toepassing is op vorderingen onder opschortende tijdsbepalingen.

De Commissie begint met het onderscheid tussen beide vorderingen. Bij een toekomstige vordering ontbreekt er een intern element, afkomstig van meneer D of de Rabobank. Dit interne element wordt door de Hoge Raad aangeduid als ‘vereiste’. Bij een vordering onder opschortende tijdsbepaling gaat het daarentegen om een extern element dat nog moet worden vervuld, te weten de tijdsbepaling. Dit externe element wordt door de Hoge Raad aangeduid als ‘voorwaarde’.

Rabobank dient vooruitbetaling van hypotheekrente in beginsel te accepteren

Bij een hypothecaire geldlening is de prestatie al verricht waardoor er geen sprake meer is van een vereiste. De hypotheekrente dient dan ook te worden aangemerkt als een bestaande vordering waarop artikel 6:39 lid 1 BW van toepassing is, aldus de Commissie. Rabobank kan volgens de Commissie ook geen beroep doen op artikel 4 van de Algemene Voorwaarden. Rabobank zou in strijd met de redelijkheid en billijkheid handelen indien zij de vooruitbetaling van rente aan iets anders toerekent. Rabobank heeft in haar voorwaarden niet opgenomen dat zij vooruitbetaling van rente niet toestaat. De Commissie concludeert daarom dat Rabobank op grond van het rechtsvermoeden van artikel 6:39 lid 1 BW is gehouden de vooruitbetaling van hypotheekrente in beginsel te accepteren.

Meneer D vordert dat Rabobank hem toestaat hypotheekrente vooruit te betalen. Deze vordering is echter niet langer meer opportuun nu meneer D de hypotheekrente niet vooruit heeft kunnen betalen in 2016. Meneer D kan daardoor wel schade hebben opgelopen. Meneer D stelt dat hij fiscaal voordeel heeft misgelopen omdat Rabobank zijn verzoek tot vooruitbetaling heeft geweigerd. Dat meneer D schade heeft geleden staat vast, het is enkel nog de vraag wat de hoogte van deze schade is. Dit is volgens de Commissie op geen enkele wijze duidelijk geworden waardoor zij dit bedrag vaststelt op € 300,-.

Vooruitbetaling kan alleen als het rentetarief op dat moment vaststaat

De Commissie geeft in het slot van haar uitspraak nog een aantal opmerkingen over de vooruitbetaling van hypotheekrente. Dit kan niet te allen tijde. Het rentetarief dient op het moment waarop wordt vooruitbetaald bekend te zijn en mag niet afhankelijk zijn van een toekomstige onzekere omstandigheid. Daarnaast is Rabobank niet tot meer gehouden dan het aanvaarden van vooruitbetaalde hypotheekrente en het afgeven van een bewijsstuk van deze vooruitbetaling. Zij is niet gehouden tot het verrichten van andere rechtshandelingen, waaronder het aangaan van een aanvullende overeenkomst.

Klik hier voor de volledige uitspraak van het Kifid.

Financieel recht advocaten

Wenst u ook (om fiscale redenen) vooruitbetalingen te verrichten op de aflossing van uw hypotheekrente, maar werkt uw bank daar niet aan mee? Of heeft u een ander geschil met uw bank, financieel adviseur of verzekeraar? Neem dan hier contact op met een van onze advocaten. Financieel Recht Advocaten heeft ruime ervaring met het procederen tegen banken, verzekeraars en tussenpersonen.

Joost Papeveld

Wij staan voor u klaar

  • Tegen financiële dienstverleners
  • 10+ jaar ervaring
  • Eerlijk en transparant
Neem contact op

Wij helpen u graag

  • Tegen financiële dienstverleners
  • 10+ jaar ervaring
  • Eerlijk en transparant