Uitspraak: Rabobank wijst niet op fiscale mogelijkheid van voortzetting en draait op voor de schade

In deze uitspraak oordeelt het Kifid dat Rabobank een bedrag van €11.500 moet betalen aan meneer X. Deze schade is ontstaan doordat de bank haar zorgplicht heeft geschonden door niet de fiscaal voordelige optie aan te bieden om de Rabo OpbouwSpaarrekening voort te zetten na het overlijden van een van de twee spaarders.

Aanleiding

Meneer X sluit samen met zijn echtgenote in 2012 zijn hypothecaire lening over naar Rabobank. Daar kiezen zij voor een Rabo OpbouwHypotheek. De lening bedraagt €303.000. In de offerte van de hypotheek wordt een Rabo OpbouwSpaarrekening aangeboden. Met dat spaarproduct kan het echtpaar sparen tegen een rente van 4,7%. Fiscaal gezien is dit een zogenaamde Spaarrekening Eigen Woning (SEW). Het echtpaar opent een spaarrekening met een looptijd van 154 maanden. Aan het einde van de looptijd wordt het bedrag gebruikt om de hypotheeklening af te lossen.

In de offerte is informatie opgenomen over wat er met de spaarrekening gebeurt wanneer een van de twee spaarders komt te overlijden. In een dergelijk geval wordt het geld voor de helft gebruikt om het lening deel van de hypotheek af te betalen. De inleg wordt in dat geval gehalveerd en daarmee wordt ook het verwacht eindsaldo van de spaarrekening naar beneden bijgesteld.
In oktober 2012 komt de echtgenote van meneer X te overlijden. Er was op dat moment ruim €75.000 gespaard op de Rabo OpbouwSpaarrekening. De bank heeft de helft van het opgebouwde kapitaal afgelost op de hypothecaire lening.

Rabobank heeft fiscaal voordelige optie niet aangeboden

Meneer X dient een klacht in bij het Kifid. Zijn klacht ziet op het feit dat Rabobank de helft van het opgebouwde kapitaal heeft gebruikt om de openstaande geldlening af te lossen. De bank heeft hiermee haar zorgplicht geschonden. Meneer X had fiscaal gezien namelijk de optie om, in het geval van overlijden van zijn partner, de SEW voort te zetten op zijn naam. Op die manier kon hij fiscaal vriendelijk kapitaal blijven opbouwen. Nu de bank hem deze voor hem voordeligere optie niet heeft aangeboden stelt X schade te hebben geleden. Hij vordert dat Rabobank hem een bedrag van ruim €18.000 betaald.

Beleidsvrijheid van Rabobank mag niet onaanvaardbaar zijn naar maatstaven van redelijkheid en billijkheid

In de eerste plaats stelt het Kifid vast dat er een fiscale mogelijkheid is om een SEW te continueren na het overlijden van de partner. Deze mogelijkheid is vastgelegd in de wet. De vraag die het Kifid moet beantwoorden is of de bank mocht verlangen dat meneer X de helft van het gespaarde kapitaal zou gebruiken om de lening af te lossen. Het Kifid merkt op dat Rabobank in beginsel de vrijheid heeft om haar eigen beleid te voeren. Dit beleid mag echter niet onaanvaardbaar zijn naar maatstaven van redelijkheid en billijkheid. Om te toetsen of dit het geval was moet het Kifid een belangenafweging maken tussen de belangen van Rabobank en meneer X.

Rabobank heeft zowel in de klachtprocedure bij het Kifid als haar eigen interne klachtprocedure enkel verwezen naar de voorwaarden. Op de zitting heeft de bank gesteld dat er erfrechtelijke gronden zijn voor het door haar gehanteerde beleid. Deze stelling heeft zij verder niet onderbouwd. Meneer X heeft daarentegen uitgebreid uiteengezet dat hij zwaarwegende belangen heeft bij het voortzetten van de SEW zonder dat deze tot uitkering komt. X stelt dat de fiscale mogelijkheid in het leven is geroepen om de financiële pijn na het overlijden van een partner zoveel mogelijk te beperken. De bank zou vanwege haar zorgplicht juist rekening moeten houden met die gedachte bij het vaststellen van haar beleid. Nu volgens het Kifid niet duidelijk is waarom Rabobank haar beleid niet op deze wijze heeft ingericht is zij van oordeel dat de bank de door meneer X geleden schade moet vergoeden.

Gevorderde schade moet gematigd worden

Meneer X heeft een bedrag van ruim €18.000 gevorderd. Dit is het door hem misgelopen fiscale voordeel. De bank betwist dit bedrag en stelt dat het verminderd moet worden omdat meneer X ook voordeel heeft bij de aflossing. Rabobank becijfert dit voordeel op een brutobedrag van €11.000. Het Kifid gaat mee in het verweer van de bank maar merkt op dat het brutobedrag moet worden omgerekend naar een nettobedrag. Het voordeel van meneer X komt dan uit op €6.500. Het Kifid beslist dat Rabobank €11.500 moet betalen aan meneer X.

Lees de volledige uitspraak van de Geschillencommissie van het Kifid.

Financieel Recht Advocaten

Heeft u het vermoeden dat u schade heeft geleden als gevolg van een slecht advies van uw bank over uw hypotheek of lening? Neem dan hier vrijblijvend contact op met een van onze advocaten. Ons kantoor heeft ruime ervaring met het procederen tegen banken, tussenpersonen, financieel adviseurs, hypotheekadviseurs, beleggingsadviseurs alsmede vermogensbeheerders.

Joost Papeveld

Wij staan voor u klaar

  • Tegen financiële dienstverleners
  • 20+ jaar ervaring
  • Eerlijk en transparant
Neem contact op

Wij helpen u graag

  • Tegen financiële dienstverleners
  • 20+ jaar ervaring
  • Eerlijk en transparant