Uitspraak: Bank moet schade vergoeden na overschrijden GHF norm

In september 2007 heeft meneer A een woning gekocht voor €129.000. Deze woning is in juli 2007 getaxeerd op €126.000. Voor de aankoop is een hypothecaire lening afgesloten van €157.600. De ouders van meneer A hebben voor deze lening garant gestaan. In december 2008 heeft de bank een nieuwe hypothecaire lening verstrekt van €180.000. Dit bedrag werd gebruikt om de oude hypotheek af te lossen. Voor deze lening werd geen garantie afgegeven door de ouders van meneer A. De woning is op 30 oktober 2008 getaxeerd op €160.000.
Eind 2011 krijgt meneer A een nieuwe baan en moet hij voor zijn nieuwe werk verhuizen. De woning wordt te koop gezet maar wordt later weer uit de verkoop gehaald. Bij verkoop zou de restschuld te hoog uitvallen. Vanaf 2011 tot half 2015 wordt de woning verhuurd.
Wanneer de huurder de huurovereenkomst opzegt raakt meneer A in de financiële problemen. Uiteindelijk wordt de woning in september 2016 verkocht voor €135.000. Er blijft een restschuld open staan van ruim €35.000.

Meneer A betoogt dat sprake is van overkreditering

Meneer A is van mening dat de bank, gelet op het inkomen en de waarde van de woning, een te hoge financiering heeft verstrekt. Hij dient een klacht in bij het Kifid en vordert een bedrag van €60.000. Dit bedrag bestaat uit €35.000 voor de restschuld en €25.000 voor de betaalde hypotheektermijnen en kosten die de bank in rekening heeft gebracht.
Meneer A stelt dat de bank geen onderzoek heeft gedaan naar de financiële haalbaarheid van de lening. Door dit niet te doen heeft hij een te hoge financiering gekregen. De lening bracht te hoge maandelijkse lasten met zich mee waardoor A naar eigen zeggen in de financiële problemen is gekomen.
De bank verweert zich tegen de stellingen van meneer A. In 2008 is de lening van €180.000 door de bank verstrekt met tussenkomst van een tussenpersoon. Niet de bank maar de tussenpersoon had meneer A moeten wijzen op de risico's van de lening die hij wilde afsluiten. De lening was hoger dan de marktwaarde van de woning. Daarnaast was de lening hoger dan het maximum op basis van de Gedragscode Hypothecaire Financieringen (GHF). De tussenpersoon had meneer A op deze omstandigheden moeten wijzen en niet de bank.

Op de bank rust ook een zorgplicht indien leningen worden verstrekt via een tussenpersoon

De vraag die het Kifid moet beantwoorden is of de bank aan meneer A, gezien zijn financiële positie en de waarde van de beoogde woning, wel een financiering van €180.000 mocht verstrekken. Het Kifid stelt voorop dat de bank een maatschappelijke functie heeft en daardoor een bijzondere zorgplicht heeft jegens haar klanten. Deze zorgplicht brengt mee dat de bank haar klanten beschermt tegen overkreditering. De zorgplicht rust ook op de bank indien een lening via een tussenpersoon wordt verstrekt. In dat geval moet de bank marginaal toetsen of de gegevens die versterkt worden door te tussenpersoon correct zijn.
De bank is bij de aanvraag van de financiering uitgegaan van een bruto jaarinkomen van €36.037. Uit de gegevens van de tussenpersoon bleek een bruto jaarinkomen van €36.307. Deze bedragen kwamen volgens de bank in grote mate overeen waardoor aan de marginale toetsing is voldaan.

Bank moet waarschuwen bij overschrijden GHF norm

De bank heeft bij de aanvraag van de financiering twee berekeningen gemaakt om de maximale lening te bepalen. De maximale leencapaciteit volgens de GHF norm was €166.804. De maximale leencapaciteit volgens de norm van de bank was €187.592. Door het verstrekken van een lening van €180.000 heeft de bank de GHF norm overschreden. Het is de bank toegestaan om een hogere financiering te verstrekken dan onder de GHF norm is toegestaan Echter, in dat geval moet de bank de klant wel op de hoogte stellen van de overschrijding. De klant moet dan een schriftelijke verklaring tekenen dat hij door de bank gewezen is op de risico's van de overschrijding en dat hij deze risico's begrijpt. Tot slot moet de bank de verklaring van de klant vastleggen in het financieringsdossier.

GHF norm had in dit geval niet overschreden mogen worden

De bank heeft aangevoerd dat het verstrekken van de lening geen probleem was. De vermogenspositie van meneer A was goed en er waren geen andere risicofactoren. Het Kifid komt echter tot een ander oordeel. Uit de stukken blijkt dat het niet goed was voor meneer A om een hogere hypotheek te verstrekken dan de GHF norm toelaat. Dit maakt dat de argumentatie van de bank niet correct is. Hiermee heeft de bank, naar het oordeel van het Kifid, de op haar rustende zorgplicht ter voorkoming van overkreditering geschonden.
Het schenden van haar zorgplicht leidt er toe dat het Kifid van oordeel is dat de bank de schade van meneer A moet vergoeden. Het bedrag dat de bank moet vergoeden is het verschil tussen de verstrekte lening van €180.000 en de maximale leencapaciteit op basis van de GHF ten hoogte van €166.804.

Klik hier voor de volledige uitspraak van de Geschillencommissie van het Kifid.

Financieel Recht Advocaten

Heeft uw bank u ook overgekrediteerd? Of bent u van mening dat uw bank een onredelijk hoog rentepercentage (of bijbehorende opslag) in rekening brengt? Of heeft u een ander geschil met uw bank, financieel adviseur of verzekeraar? Neem dan hier contact op met een van onze advocaten. Financieel Recht Advocaten heeft ruime ervaring met het procederen tegen banken, verzekeraars en tussenpersonen.

Zie ook vergelijkbare uitspraken:

Jamiro van de Wiel

Wij staan voor u klaar

  • Tegen financiële dienstverleners
  • 20+ jaar ervaring
  • Eerlijk en transparant
Neem contact op

Wij helpen u graag

  • Tegen financiële dienstverleners
  • 20+ jaar ervaring
  • Eerlijk en transparant