Uitspraak: Van Lanschot schendt zorgplicht bij verstrekken renteswap

Twee broers hebben via een maatschap twee kantoorpanden in eigendom die worden verhuurd. Het betreft een belegging. Vanaf 2004 hebben de broers de financiering van de kantoorpanden bij Van Lanschot ondergebracht. Het ging om een kredietfaciliteit met een totale omvang van € 3 miljoen.

Van Lanschot heeft in 2008 het document “Rentevisie” aan een van de broers gestuurd. Daarin staat het volgende over de renteswap:

“Met een […] Renteswap, kunt u de rentekarakteristiek van uw financiering veranderen, door het ruilen van een variabele rente naar een vaste rente […]. Een RenteSwap wordt gebruikt om het risico op een oplopende variabele rente af te dekken. De rente wordt gefixeerd door het afsluiten van een RenteSwap, waardoor u geen nadeel meer ondervindt van een stijgende variabele rente.

Voordelen: Nadelen:
U legt uw rentelasten vast en ondervindt geen nadeel meer van rentefluctuaties. U profiteert niet meer van rentedalingen.
De Renteswap is eenvoudig verhandelbaar en kan zowel in waarde toe- als afnemen. Uit hoofde van de transactie gaat u een verplichting aan met de bank. Eventueel kunnen hiervoor zekerheden gevraagd worden.
Er wordt geen premie betaald. Bij aflossing van de onderliggende financiering resteert er een verplichting uit hoofde van de RenteSwap.

Vervolgens is in het document een aanbieding renteswap uitgewerkt en is een voorbeeld gegeven van de werking van een RenteSwap. Hierna zijn er twee gesprekken geweest tussen bij Van Lanschot. In die gesprekken zijn zowel een vaste rente als een renteswap besproken voor de twee leningen die op dat moment een variabele rente hadden. Van Lanschot heeft vervolgens geadviseerd om een renteswap af te sluiten.

Op 15 mei 2008 heeft Van Lanschot aan de maatschap de Raamwerkovereenkomst met bijlagen gestuurd. In de Raamwerkovereenkomst staat onder andere het volgende:

“5. […] Indien een transactie vervroegd moet worden beëindigd, wordt de transactie gewaardeerd tegen marktwaarde. Dit wil zeggen dat wordt nagegaan welk bedrag zou moeten worden betaald of ontvangen, indien het contract zou worden beëindigd en vervangen door eenzelfde transactie voor het restant van de looptijd. De financiële gevolgen hiervan zijn over het algemeen groter naarmate de (resterende) looptijd van een transactie langer is. De (unwinding)kosten van de Bank in verband met vervroegde beëindiging van OTC-transacties worden aan u doorbelast.”

Op 2 juni 2008 heeft eiser de Raamwerkovereenkomst getekend. Eiser heeft op 10 juni 2008 namens de maatschap telefonisch een renteswap-overeenkomst gesloten met Van Lanschot.

Op 18 april 2016 bericht Van Lanschot aan de maatschap dat het afgesproken rentepercentage van de per 30 juni 2016 aangepast moet worden. De maatschap zou daardoor meer rente moeten gaan betalen. De maatschap heeft vervolgens de financiering per 1 juli 2016 ondergebracht bij Triodos. In verband met de algehele aflossing diende een negatieve marktwaarde van € 167.370,22 aan Van Lanschot betaald te worden.

De broers waren het hier niet mee eens stellen dat zij hebben gedwaald bij het aangaan van de renteswap. Van Lanschot betwist dat. Van Lanschot stelt dat zij voldoende informatie verstrekt om te voorkómen dat de broers een onjuiste voorstelling van zaken zou hebben.

Dwaling

De rechtbank oordeelt dat de vordering tot vernietiging op grond van dwaling niet slaagt. Vóór het sluiten van de renteswapovereenkomst heeft Van Lanschot schriftelijke informatie aan de maatschap ter beschikking gesteld. Uit die informatie blijkt dat door een renteswapovereenkomst aan te gaan, een klant niet meer profiteert van rentedalingen. Verder is uit de informatie af te leiden dat er een betalingsverplichting uit de renteswap kan ontstaan, die ook tussentijds moet worden voldaan. Verder volgt uit de uitgewerkte voorbeelden die in de stukken met de titel “Rentevisie” worden gegeven, dat de renteopslag op de leningen niet wordt gefixeerd door de renteswapovereenkomst.. Met het verstrekken van deze informatie heeft Van Lanschot voldaan aan de in het kader van een beroep op dwaling te stellen eisen aan de mededelingsplicht.

Schending zorgplicht

Subsidiair betogen de broers dat Van Lanschot haar (bijzondere) zorgplicht van banken tegenover hun heeft geschonden. In dat verband wijzen de broers er allereerst op dat Van Lanschot het ken-uw-klant-principe heeft geschonden. De schending bestaat er (verder) volgens de broers uit dat Van Lanschot hen onvoldoende indringend heeft gewaarschuwd voor de risico’s van de renteswap, namelijk:

  • dat de rente zou kunnen gaan dalen;
  • dat de rente mogelijk langdurig laag zou kunnen blijven;
  • dat de renteswap een grote negatieve waarde kan ontwikkelen door langdurig lage rente;
  • dat er hoge kosten voor de broers kunnen zijn bij tussentijdse beëindiging;
  • dat de fixatie van de rentelasten alleen betrekking had op de rentevoet en niet op de renteopslag.

Uit de rechtspraak van de Hoge Raad komt naar voren dat de inhoud van de zorgplicht afhankelijk is van de omstandigheden van het geval. De rechtbank zal zich dan ook concentreren op de vraag wat van Van Lanschot verwacht mocht worden ten opzichte van de broers, gezien de relevante omstandigheden van het geval.

De rechtbank stelt allereerst vast dat sprake is van een adviesrelatie. Verder staat vast dat de broers niet deskundig waren en geen ervaring hadden met rentederivaten. Zij werden niet bijgestaan door een adviseur die wel deskundig was. De renteswap is een samengesteld product in die zin dat zij wordt afgesloten in combinatie met langlopende leningen. Een renteswap is een niet alledaags product waaraan specifieke kenmerken en risico’s zijn verbonden. Er bestaat het risico dat de renteswap (door de marktomstandigheden) een negatieve marktwaarde ontwikkelt. De klant moet die marktwaarde bij een tussentijdse beëindiging van de renteswap aan de bank vergoeden. Het adviseren van een renteswap moet als een beleggingsadvies worden aangemerkt (HvJEU 30 mei 2013, ECLI:EU:C:2013:344). De zorgplicht van Van Lanschot tegenover de broers wordt mede ingekleurd door de verplichtingen die uit de Wet op het financiële toezicht (Wft) en aanverwante regelgeving voortvloeien. Partijen zijn het erover eens dat de broers op grond van de Wft moeten worden aangemerkt als een niet-professionele belegger.

Van Lanschot diende op grond van artikel 4:23 Wft (zoals die in 2008 gold) informatie in te winnen over de financiële positie, kennis, ervaring, doelstellingen en risicobereidheid van de klant, voor zover dit redelijkerwijs relevant is voor haar advies. De broers hebben gesteld dat Van Lanschot niet heeft voldaan aan dit ken-uw-cliënt-beginsel door niet de informatie in te winnen die zij op basis van deze bepalingen had moeten inwinnen. Van Lanschot heeft dit in feite niet of nauwelijks betwist. Zij heeft gesteld dat zij voorafgaand aan het sluiten van de renteswap een goed beeld had van de achtergrond, de wensen, de doelstellingen en de financiële positie van de maatschap. De broers hebben gesteld dat zij een defensief beleggingsprofiel hadden en deze belegging in kantoorpanden is bedoeld als pensioenvoorziening. Van Lanschot heeft dit (bij gebrek aan wetenschap) betwist. De rechtbank vindt die betwisting onvoldoende.

Gelet op de omstandigheden die de rechtbank hiervoor heeft vastgesteld, te weten: het defensieve beleggingsprofiel en de pensioendoelstelling, lag het op de weg van Van Lanschot om niet alleen gestandaardiseerde informatie te verstrekken. In de relatie tot de broers had van haar verwacht mogen worden dat zij de broers nadrukkelijk wees op de bijzondere kenmerken en risico’s die zijn verbonden aan de renteswap. De rechtbank vindt het onvoldoende wat Van Lanschot in de contractdocumentatie heeft vermeld. Daarin is weliswaar te lezen dat de broers met een renteswap niet meer profiteren van een dalende Euribor-rente. Maar de informatie bevat geen uitdrukkelijke waarschuwing dat de renteswap bij een dalende Euribor-rente een substantiële negatieve marktwaarde zal ontwikkelen, die afgerekend moet worden bij een tussentijdse beëindiging. De informatie is tamelijk eenzijdig gericht op het benadrukken van de voordelen van een renteswap. Zo gaan de uitgewerkte voorbeelden alleen over de (voor de broers gunstige) situatie dat de Euribor-rente hoger is dan de swap-rente. Het risico van de negatieve marktwaarde staat in de “Rentevisie” nota bene genoemd onder de “Voordelen” van de renteswap. Van Van Lanschot had verwacht mogen worden dat zij daarnaast de broers uitdrukkelijk (mondeling of schriftelijk) zou wijzen op het risico dat een aanzienlijke betalingsverplichting kon ontstaan bij tussentijdse beëindiging. De rechtbank komt dan ook tot de conclusie dat zij haar zorgplicht tegenover de broers heeft geschonden.

Schade

Vervolgens is de vraag welke schade de broers hebben geleden doordat Van Lanschot haar zorgplicht heeft geschonden. Die schade wordt gevonden door de huidige situatie te vergelijken met de hypothetische situatie waarin geen schending van de zorgplicht had plaatsgevonden. In die hypothetische situatie zou Van Lanschot de broers uitdrukkelijk hebben gewezen op het risico dat de renteswap bij een (langdurige) lage stand van de marktrente een (aanzienlijke) negatieve marktwaarde ontwikkelt, die bij tussentijdse beëindiging moet worden betaald aan Van Lanschot. Over die situatie hebben de broers gesteld dat zij ervoor zouden hebben gekozen om geen renteswap en de financiering op dezelfde manier in stand zou hebben gehouden. Van Lanschot heeft dat onvoldoende gemotiveerd betwist. Dit betekent dat de schade die de broers hebben geleden bestaat uit het verschil tussen de bedragen die zij onder de swap hebben betaald (inclusief de negatieve marktwaarde bij de voortijdige beëindiging) en de bedragen die zij hadden betaald indien de leningen ongewijzigd waren voortgezet in 2008. De rechtbank zal de broers in de gelegenheid stellen om een schadeberekening in het geding te brengen waarop Van Lanschot vervolgens mag reageren.

Klik hier voor de volledige uitspraak.

Financieel Recht Advocaten

Heeft u een renteswap en zoekt hulp of bijstand, bijvoorbeeld om op een gelijk niveau met de bank in gesprek te raken of om te weten te komen of u aanspraak kunt maken op een schadevergoeding, neem dan hier vrijblijvend contact met ons op.

Zie ook vergelijkbare uitspraken:

Jamiro van de Wiel

Wij staan voor u klaar

  • Tegen financiële dienstverleners
  • 10+ jaar ervaring
  • Eerlijk en transparant
Neem contact op

Wij helpen u graag

  • Tegen financiële dienstverleners
  • 10+ jaar ervaring
  • Eerlijk en transparant