Uitspraak: Achmea brengt te hoge kosten in rekening bij beleggingsverzekering

Meneer X heeft in 1994 zijn assurantietussenpersoon om advies gevraagd bij het afsluiten van een beleggingsverzekering. Na een aantal gesprekken gaat de tussenpersoon aan het werk. Er wordt een offerte opgevraagd bij Sun Alliance (later overgenomen door Achmea). In de offerte staat dat de eerste vijf jaar 22,43% van de premie niet zal worden belegd. Dit percentage dient om de kosten van de verzekering te voldoen. Na vijf jaar wordt 101% van de betaalde premie belegd. Meneer X gaat akkoord met de offerte voor de beleggingsverzekering met lijfrenteclausule van Sun Alliance. De beleggingsverzekering gaat in per 1 januari 1995 en de lijfrente zal ingaan op 1 januari 2017. In de verzekering is ook een arbeidsongeschiktheids- en overlijdensrisicodekking opgenomen. Op 1 september 2008 wordt de verzekering beëindigd door afkoop. Vier jaar later, in 2012, wordt aan meneer X een bedrag van €8.691 uitgekeerd vanwege de compensatieregeling van Achmea. In juli 2018 ontvangt meneer X een overzicht van alle door hem betaalde premies en welke bedragen zijn ingehouden als kosten. Uit dit overzicht blijkt dat X €124.500 aan premie heeft betaald. Van dit bedrag is €16.200 ingehouden als kosten. Daarnaast is €31.400 ingehouden vanwege de dekking voor arbeidsongeschiktheid en €10.000 ingehouden vanwege Fondsbeheerkosten. Een snelle rekensom leert meneer X dat €57.600 van zijn premie niet is belegd. Dit is een percentage van 46,2%.

Vordering tot herwaardering van verzekering

Nadat meneer X bekend wordt met de hoge kosten die hij heeft betaald dient hij een klacht in bij het Kifid. In zijn klacht vordert hij van Achmea dat zij de waarde van zijn verzekering per 1 september 2008 opnieuw gaan berekenen. Bij deze berekening moet een kostenpercentage van 22,43% gehanteerd worden voor enkel de eerste vijf jaar. Het verschil tussen de afkoopsom die hij heeft ontvangen en de herberekening wil hij vergoed krijgen. Meneer X stelt dat hij recht heeft op deze vergoeding omdat de verzekeraar onrechtmatig jegens hem heeft gehandeld. Wanneer hij van alle kosten op de hoogte was geweest zou hij de verzekering niet zijn aangegaan. Hij heeft gedwaald bij de totstandkoming van de verzekering.

Verzekeraar is toerekenbaar tekort geschoten

Bij de behandeling van deze zaak stelt het Kifid vast dat de offerte is opgemaakt door de tussenpersoon. Hij heeft deze offerte opgemaakt met software van de verzekeraar waardoor de verzekeraar verantwoordelijk is voor de inhoud van de offerte. Vervolgens stelt het Kifid vast dat meneer X zijn keuze heeft gemaakt op basis van de informatie uit de offerte. Omdat deze informatie zo duidelijk was weergegeven had van meneer X niet verwacht mogen worden dat hij de Algemene Voorwaarde nog tot zich zou nemen. Wanneer de verzekeraar toch een andere betekenis aan de offerte toekent dan meneer X uit de tekst mocht begrijpen, moet bekeken worden welke uitleg de meest gunstige is. De voor meneer X meest gunstige uitleg zal dan gelden. Het Kifid is van oordeel dat meneer X uit de offerte mocht begrijpen dat enkel de eerste vijf jaar van de looptijd kosten in rekening gebracht zouden worden. De verzekeraar stelt dat zij na de eerste vijf jaar nog wel premie voor de overlijdensrisico- en arbeidsongeschiktheidsverzekering in rekening mocht brengen. Voor meneer X is in dit geval de uitleg van het Kifid gunstiger dan de uitleg van de verzekeraar. Het Kifid is dan ook van oordeel dat de verzekeraar toerekenbaar tekort is gekomen door na vijf jaar nog kosten en premies in rekening te brengen.

Geen beroep op dwaling mogelijk

Ten aanzien van het beroep van meneer X op dwaling overweegt het Kifid het volgende. Uit de offerte blijkt duidelijk dat het gaat om een beleggingsverzekering waaraan een overlijdensrisicoverzekering en een arbeidsongeschiktheidsverzekering waren gekoppeld. De premies daarvan zouden worden betaald vanuit de premiebetalingen van meneer X. Wanneer meneer X dit niet heeft begrepen komt dit voor zijn risico. Het beroep op dwaling slaagt daarom niet.

Verzekeraar moet herberekening maken

Vast staat dat de verzekeraar toerekenbaar tekort is geschoten in de nakoming van de beleggingsverzekering. Achmea heeft na vijf jaar kosten en premies in rekening gebracht zonder dat daarvoor een grond bestond in de overeenkomt. Dit heeft ertoe geleid dat meneer X meer kosten heeft betaald dan hij op basis van de offerte mocht verwachten. De afkoopwaarde van de verzekering op 1 september 2008 is daardoor lager uitgevallen. Het Kifid draagt Achmea op om een herberekening te maken van de afkoopwaarde op 1 september 2008. In die herberekening moet de afkoopwaarde berekend worden alsof er enkel over de eerste vijf jaar kosten in rekening gebracht zijn. Het verschil tussen de uitkomst van de herberekening en de aan X betaalde afkoopsom moet de verzekeraar alsnog uitkeren aan meneer X. De uitkering vanwege de compensatieregeling uit 2012 mag daarop in mindering gebracht worden.

Klik hier voor de volledige uitspraak van de Geschillencommissie van het Kifid.

Joost Papeveld

Wij staan voor u klaar

  • Tegen financiële dienstverleners
  • 10+ jaar ervaring
  • Eerlijk en transparant
Neem contact op
Fabienne de Jong

Wij helpen u graag

  • Tegen financiële dienstverleners
  • 10+ jaar ervaring
  • Eerlijk en transparant