Meneer H is bestuurder van Y BV. Y BV heeft een lening bij Bank Z die gevestigd is in Duitsland ter hoogte van € 1.464.000,-. ABN AMRO heeft in juni 2005 een bankgarantie verstrekt tot betaling van maximaal € 420.000,- tot zekerheid van de nakoming van de betalingsverplichtingen van Y BV tegenover bank Z. Enkele dagen later heeft meneer X, een kennis van de vader van meneer H, een akte van vrijwaring getekend ten behoeve van ABN AMRO. In deze akte bevestigt hij dat ABN AMRO in zijn opdracht een bankgarantie heeft gesteld, dat hij ABN AMRO vrijwaart voor betalingen en dat hij zich verbindt tot betaling van alles wat ABN AMRO volgens haar opgave van X te vorderen heeft.
Consument wil bankrelatie beëindigen maar bank wil niet meewerken
Meneer X heeft in 2008 geprobeerd de bankrelatie te beëindigen maar bank Z wilde daar niet aan meewerken. ABN AMRO heeft daarom geweigerd meneer X uit zijn verplichtingen onder de akte van vrijwaring te ontslaan. In de jaren hierna is de bankgarantie blijven bestaan. In maart 2013 heeft de echtgenoot van meneer X aan ABN AMRO verklaard dat zij de akte van vrijwaring vernietigt. Zij beroept zich daarbij op artikel 1:88 van het Burgerlijk Wetboek.
In april 2013 heeft Bank Z ABN AMRO laten weten dat zij de bankgarantie inroept voor € 381.647,11. Een week later heeft ABN AMRO aan meneer X laten weten dat zij dit bedrag van de rekening van meneer X zal afschrijven. Meneer X heeft zich daartegen verzet, maar zonder resultaat. Uiteindelijk is Y BV in mei 2013 failliet verklaard.
Meneer X heeft een procedure gestart bij de rechtbank. Daarbij heeft hij gevorderd dat voor recht wordt verklaard dat de akte van vrijwaring rechtsgeldig is vernietigd en dat ABN AMRO het reeds betaalde bedrag van € 381.647,11 aan meneer X terugbetaald. Daarnaast heeft meneer X gesteld dat ABN AMRO haar zorgplicht heeft geschonden doordat zij heeft verzuimd meneer X te informeren over de risico's van de financiële constructie. De rechtbank heeft uiteindelijk de vordering van meneer X toegewezen en de akte van vrijwaring vernietigd. ABN AMRO is vervolgens tegen dit vonnis in hoger beroep gegaan.
Geen toestemming van de echtgenoot vereist buiten de in de wet genoemde gevallen
Volgens een eerder arrest van de Hoge Raad dient als uitgangspunt te worden genomen dat artikel 1:88 van het Burgerlijk Wetboek niet van (overeenkomstige) toepassing is op andere dan de in dat artikel genoemde rechtshandelingen. Dit geldt ook indien andere rechtshandelingen een bedreiging kunnen vormen voor de financiële positie van de andere echtgenoot. Volgens het gerechtshof staat vast dat het bij de borgstelling gaat om een zekerheid voor de schuld van een derde die onder artikel 1:88 van het Burgerlijk Wetboek valt. Echter, wat betreft de akte van vrijwaring oordeelt het gerechtshof dat deze niet onder artikel 1:88 van het Burgerlijk Wetboek valt nu er geen toestemming van zijn echtgenoot was vereist. Het ging slechts om toezegging van zijn eigen betalingsverplichting jegens ABN AMRO.
Daarnaast stelt meneer X dat ABN AMRO hem ten onrechte niet heeft geïnformeerd over de risico's van de akte van vrijwaring. Hier is het gerechtshof het niet mee eens. De risico's betreffen de duur en de risico's van de investering in Y BV. De informatie had moeten komen van Y BV en Bank Z. het gerechtshof oordeelt daarom dat ABN AMRO haar zorgplicht niet heeft geschonden.
Klik hier voor de volledige uitspraak van het gerechtshof Amsterdam.
Financieel recht advocaten
Heeft u zichzelf ook als borg gesteld voor de terugbetaling van een krediet aan uw bank en heeft uw echtgenoot niet meegetekend voor de borgstellingsovereenkomst? Neem hier vrijblijvend contact met ons op via ons contactformulier. Wij hebben ruime ervaring met het procederen tegen banken, verzekeraars en vermogensbeheerders alsmede tussenpersonen en/of financieel adviseurs.
Zie ook vergelijkbare uitspraken:
Wij staan voor u klaar
- Tegen financiële dienstverleners
- 20+ jaar ervaring
- Eerlijk en transparant