Uitspraak: ABN AMRO schendt zorgplicht door consumenten niet te informeren over risico-opslag bij hypotheek

Meneer E heeft samen met zijn vrouw in 1997 een woning van € 182.646,54 gekocht. Ter financiering van deze woning heeft meneer E een financiering aangevraagd bij ABN AMRO. Meneer E en zijn echtgenote hebben vervolgens een hypothecaire geldlening afgesloten bij ABN AMRO voor € 186.957,44. Deze geldlening is aflossingsvrij en heeft een looptijd tot 1 juni 2027. De lening bestaat uit twee leningdelen. Het eerste leningdeel bedraagt € 98.470,30 en het tweede leningdeel bedraagt € 88.487,14. Voor beide leningdelen zijn tussen ABN AMRO en meneer E en zijn echtgenote rentepercentages voor de duur van vijf jaar overeengekomen.

ABN AMRO doet voor beide leningdelen een afzonderlijk renteaanbod

Op 30 mei 1997 is de woning bij notariële akte aan meneer E en zijn echtgenote geleverd. Daarbij is het recht van hypotheek op de woning gevestigd. Voordat de eerste renteperiode verstreek heeft ABN AMRO meneer E en zijn echtgenote ten aanzien van beide leningdelen een afzonderlijk renteaanbod gedaan. Daarbij konden meneer E en zijn echtgenote door middel van kruisjesformulieren een keuze maken tussen diverse rentevaste perioden en rentepercentages. Meneer E en zijn echtgenote hebben voor leningdeel 1 gekozen voor een rentepercentage van 5,7 % voor de duur van zeven jaar en voor leningdeel 2 een rentepercentage van 4,9 % voor de duur van vijf jaar. Deze keuzes zijn vastgelegd in twee verleningsakten. Wat betreft de volgende renteherzieningsperioden hebben meneer E en zijn echtgenote telkens ten aanzien van beide leningdelen afzonderlijke keuzes gemaakt.

Tussen 2014 en 2016 heeft het televisieprogramma Radar verschillende uitzendingen gewijd aan de risico-opslag die hypotheekbezitters bovenop de hypotheekrente moeten betalen. Deze risico-opslag zou ook betaald moeten worden indien de hypotheek financieel nauwelijks een risico lijkt te vormen voor de banken. Naar aanleiding van deze uitzendingen heeft meneer E contact opgenomen met ABN AMRO om te vragen of hij ook een risico-opslag betaalde. Dit heeft ABN AMRO bevestigd. Naar aanleiding hiervan hebben meneer E en zijn echtgenote in oktober 2016 een verklaring inzake de Waardering Onroerende Zaken van de woning aan ABN AMRO verstrekt. Daarbij hebben zij verzocht de risico-opslag te verlagen. Naar aanleiding van dit verzoek heeft ABN AMRO de rentepercentages verlaagd met 0,7%. Deze korting is volgens ABN AMRO gebaseerd op het verschil tussen de basisrente op het moment van de renteherziening en de hoogste tariefklasse waarin de hypotheek zich op dat moment bevond. Meneer E en zijn echtgenote hebben ABN AMRO hierop verzocht het renteverschil van 0,7% vanaf 2000 te vergoeden. Dit verzoek heeft ABN AMRO afgewezen.

ABN AMRO heeft niet in belang van consumenten gehandeld door niet te informeren over risico-opslag

Meneer E en zijn echtgenote zijn vervolgens een procedure gestart tegen ABN AMRO. Daarbij stellen ze dat ABN AMRO toerekenbaar tekort is geschoten en daardoor aansprakelijk is voor het vermogensverlies van meneer E en zijn echtgenote. Bij het afsluiten van de geldlening heeft ABN AMRO niet in het belang van meneer E en zijn echtgenote gehandeld. ABN AMRO heeft sinds het afsluite van de geldlening en steeds zonder daarover te informeren een risico-opslag van 7% in rekening gebracht, ook toen dit niet meer nodig was. Van ABN AMRO had door haar precontractuele zorgplicht mogen worden verwacht dat zij meneer E en zijn echtgenote van die risico-opslag in kennis zou stellen en bij de verschillende renteherzieningen zou informeren naar de onderhandse verkoopwaarde van de woning.

Op basis van de door ABN AMRO overgelegde stukken stelt de rechtbank vast dat meneer E en zijn echtgenote vanaf het begin van de lening een risico-opslag heeft betaald. Op basis van die stukken kan worden vastgesteld dat de opslag 0,5% bedroeg. Banken zijn pas sinds 1 januari 2013 verplicht consumenten te informeren over de componenten waaruit de rente is opgebouwd doordat toen pas het betreffende artikel in werking trad. ABN AMRO is daarom in elk geval tot 1 januari 2013 niet tekortgeschoten in de nakoming van haar (pre)contractuele zorgplicht. Vanaf 1 januari 2013 diende ABN AMRO bij renteherzieningen echter meneer E en zijn echtgenote wel op de hoogte te stellen van de risico-opslag. Dit heeft zij nagelaten. ABN AMRO stelt dat zij haar tarieven en de gehanteerde risicoklassen op haar website heeft gepubliceerd. Dit leidt echter niet tot een ander oordeel. Volgens de rechtbank betekent dit dat ABN AMRO tegenover meneer E en zijn echtgenote tekort is geschoten in de op haar rustende zorgplicht. ABN AMRO heeft niet in het belang van meneer E en zijn echtgenote gehandeld.

Klik hier voor de volledige uitspraak.

Financieel recht advocaten

Heeft u het vermoeden dat u ook schade heeft geleden als gevolg van renteopslag door uw bank? Neem dan hier vrijblijvend contact op met een van onze advocaten. Ons kantoor heeft ruime ervaring met het procederen tegen banken, tussenpersonen, financieel adviseurs, hypotheekadviseurs, beleggingsadviseurs alsmede vermogensbeheerders.

Zie ook vergelijkbare uitspraken:

Lenie Spoor

Wij staan voor u klaar

  • Tegen financiële dienstverleners
  • 10+ jaar ervaring
  • Eerlijk en transparant
Neem contact op

Wij helpen u graag

  • Tegen financiële dienstverleners
  • 10+ jaar ervaring
  • Eerlijk en transparant