Uitspraak: Boetes blijven in hoger beroep in stand

Sinds 2012 heeft X een vergunning voor het uitoefenen van het bedrijf van betaaldienstverlener. DNB doet in 2014 onderzoek naar X. Naar aanleiding van het onderzoek wordt in 2015 een normoverdragend gesprek en een waarschuwing gegeven. X zou namelijk tekort zijn geschoten in de naleving van wet- en regelgeving. DNB benoemt in 2016 een curator in het bestuur van X.

DNB legt in 2016 een boete op van 50.000 euro. In de periode van 1 juli 2014 tot en met 27 augustus 2015 zou X niet de beschikking hebben gehad over een onafhankelijke en effectieve compliance functie.

X gaat in bezwaar, maar DNM verklaart het bezwaar ongegrond. Op 11 oktober 2017 legt de DNB boetes aan X op van 120.000 euro. In de periode van 20 september 2012 tot en met 27 november 2014 zijn diverse wetten overtreden. Tegen het tweede besluit wordt ook bewaar gemaakt, maar is eveneens door de DNB ongegrond verklaard.

De rechtbank heeft de beroepen van X ongegrond verklaard. Het had X duidelijk moeten zijn dat de invulling van de functies niet voldoende was, dat onvoldoende onderzoek werd uitgevoerd en dat tekort werd geschoten in het naleven verplichtingen. X heeft 7 gronden aangevoerd tegen de beslissing van de rechtbank.

Beoordeling

De 7 gronden van X worden allemaal afgewezen. Zo heeft X onder andere aangevoerd dat de DNB haar bevoegdheid om een boete op te leggen al had ingezet. Het college is het hier niet mee eens. De DNB heeft gehandeld binnen haar handhavingsbeleid. Het college heeft geoordeeld dat het combineren van de functie van compliance officer met het management van de afdelingen Screening & Risk en Customer Support geen adequate vormgeving is van de compliancefunctie.

De boetes die door DNB aan X zijn opgelegd blijven in stand. Alle grieven die zijn aangevoerd, falen. De compliancefunctie kan niet worden vormgegeven door de functie van compliance officer te combineren met het management van de afdelingen Screening & Risk en Customer Support. Daarnaast heeft X niet inzichtelijk gemaakt hoe zij de voortdurende controle in onderzochte cliëntdossiers heeft vormgegeven. Ook heeft X feitelijk erkend dat zij tekort is gekomen.

X mocht geen vertrouwen ontlenen aan het feit dat zij beschikte over een vergunningsverlening en dat daarmee aan alle geldende voorschriften werd voldaan. Het college oordeelt dat de opgelegde boetes evenredig zijn gelet op de aard, ernst en duur van de vastgestelde overtredingen.

Klik hier voor de volledige uitspraak.

Financieel Recht Advocaten

Heeft u een vraag? Neem dan contact met ons op.

Joost Papeveld

Wij staan voor u klaar

  • Tegen financiële dienstverleners
  • 10+ jaar ervaring
  • Eerlijk en transparant
Neem contact op

Wij helpen u graag

  • Tegen financiële dienstverleners
  • 10+ jaar ervaring
  • Eerlijk en transparant