Uitspraak: Aegon weigert de uitkering aan een arbeidsongeschikte kaashandelaar

In deze zaak heeft de appellant een onderneming in de kaashandel. Zodra hij klachten ervaart die gerelateerd zijn aan zijn beroep, stopt hij en begint hij twee winkeltjes, zonder weet van Aegon. Zijn verzekeraar Aegon stelt dat hij opzettelijk misleidende informatie heeft verstrekt en de rechtbank is het eens met Aegon, maar het Hof denkt hier anders over.

Achtergrond van de zaak

De appellant sloot in 1997 een arbeidsongeschiktheidsverzekering af bij Aegon. Hierbij was een verzekerde som voor de werkzaamheden als kaashandelaar. In 2003 meldde de appellant gedeeltelijke arbeidsongeschiktheid vanwege rugklachten. Tot mei 2006 werd uitgekeerd, hierna waren er geen klachten meer. In 2007 meldde de appellant wederom arbeidsongeschiktheid vanwege long- en vermoeidheidsklachten. Aanvankelijk werd er geen oorzaak vastgesteld, maar in 2017 werd een kaasallergie gediagnosticeerd. In 2016 kwam een derde melding, ditmaal ging het om enkelletsel en galblaasklachten.

Er werd onderzoek gedaan naar de werkomstandigheden van de appellant en het bleek dat zijn kaashandel in 2007 al stop werd gezet en dat hij twee kleine winkels had waarbij ongeveer 20 uur per week per winkel werd besteed. De appellant gaf aan gestopt te zijn vanwege de longklachten, maar formeel bleef hij geregistreerd bij de Kamer van Koophandel. Vanaf 2010 werd een van de winkeltjes gerund door zijn echtgenote onder zijn naam. De appellant gaf aan geen inkomen te genereren na 2007, maar op belastingaangiften werd gebruik gemaakt van de zelfstandigenaftrek. Hiervoor kwalificeer je alleen indien je 1225 uur per jaar steekt in de onderneming. Er zat dus een verschil tussen zijn verklaringen en de gegevens uit de belastingaangiften, wat suggereert dat hij actiever was dan gemeld. Het bedrijf van de appellant maakte gebruik van vrijwilligers, wat in strijd is met fiscale wetgeving.

Aegon concludeerde na al deze mankementen dat er sprake was van opzettelijke misleiding en werd de AOV beëindigd, claims werden afgewezen en Aegon vorderde €19.000,- terug. De appellant werd ook opgenomen in frauderegisters. De appellant betoogde dat de arbeidsongeschiktheid altijd verband hield met de kaashandel en dat hij niet begreep waarom de andere werkzaamheden relevant waren. De beëindiging van de verzekering werd ook als onterecht beschouwd. De rechtbank wees de vordering van de appellant af, deze ging in hoger beroep.

De beoordeling van het Hof

Het Hof oordeelt dat de appellant bij de melding uit 2007 zijn inlichtingenverplichting niet heeft geschonden. Bij deze verplichting dient een verzekeringnemer de verzekeraar tijdig en volledig te informeren over relevante feiten die van invloed kunnen zijn op de uitkeringsplicht. Ook bij de opvolgende meldingen in 2016 heeft ie deze plicht niet geschonden. Hoewel hij niet volledig eerlijk was over de werkzaamheden, was deze informatie niet nodig voor de vaststelling van de uitkeringsplicht.

De appellant was volledig arbeidsongeschikt voor zijn oorspronkelijke werkzaamheden en er was geen opzet tot misleiding. Aegon moet de betaalde premies vanaf 2008 terugbetalen. Ook de volledige verzekerde jaarrenten moeten betaald worden, samen een bedrag van €260.000,-. Aanvullende kosten die de appellant vorderde, worden ook toegewezen. Het Hof vernietigt het vonnis van de rechtbank en stelt dat de overeenkomst hervat moet worden.

Financieel recht advocaten

Is uw verzekering ten onrechte opgezegd? Heeft uw verzekeraar uw gegevens geregistreerd in diverse frauderegisters? Neem dan contact op met een van onze gespecialiseerde advocaten.

Wesley van Elven

Wij staan voor u klaar

  • Tegen financiële dienstverleners
  • 20+ jaar ervaring
  • Eerlijk en transparant
Neem contact op

Wij helpen u graag

  • Tegen financiële dienstverleners
  • 20+ jaar ervaring
  • Eerlijk en transparant