De consument heeft een betaalrekening bij de bank. Vanaf 2021 heeft hij verschillende vragen aan de bank gesteld. De antwoorden van de bank zijn in de ogen van de consument onbevredigend. Dermate onbevredigend dat de consument zich genoodzaakt zag onderhavige klacht in te dienen.
De klacht en vordering
De klacht van de consument valt, samengevat, uiteen in vier onderdelen:
- De consument vindt dat de bank onverantwoord heeft ondernomen (gelet op het bedrag dat zij heeft betaald voor overtreding van de Wet ter voorkoming van witwassen financiering van terrorisme (Wwft) en dat de bank de kosten daarvan onterecht heeft doorberekend aan haar klanten.
- De consument vindt dat de bank, als verzekeringsadviseur, hem had moeten informeren dat het mogelijk was om al zijn verzekeringen via de bank te laten lopen, zodat hij had kunnen profiteren van de (premie)voordelen van een verzekeringspakket.
- Het klopt volgens de consument niet dat een (automatische) incasso direct wordt uitgevoerd zodra er geld naar zijn betaalrekening wordt overgeboekt. Dat is volgens hem in strijd met de afspraken of voorwaarden die daarvoor gelden.
- De consument vindt het onterecht dat voor de betaalrekening verhoogde kosten in rekening worden gebracht. Waarom worden de kosten verhoogd als de positie van de bank minder florissant is en niet verlaagd als de bank winst maakt?
De beoordeling
De klacht wordt per onderdeel behandeld.
In het eerste onderdeel klaagt de consument dat de bank onverantwoord heeft ondernomen en te weinig heeft gedaan om het met haar klanten goed te maken. De commissie is van oordeel dat dit onderdeel van de klacht niet behandelbaar is. Deze klacht ziet namelijk niet op een concreet door de bank verleende dienst waarover aan Kifid een klacht kan worden voorgelegd en waarbij de consument rechtstreeks in zijn belang is geraakt.
In het tweede onderdeel stelt de consument dat de bank hem als adviseur had moeten wijzen op het feit dat het mogelijk was als zijn verzekeringen via de bank te laten lopen. De commissie overweegt dat er geen plicht voor de bank bestaat de consument te wijzen op de mogelijkheid om zijn verzekeringen bij de bank af te sluiten. Er is verder ook geen adviesovereenkomst overeengekomen, waardoor de bank gehouden is de consument te adviseren. Het tweede onderdeel is ongegrond.
In het derde oordeel stelt de consument dat het niet correct is dat een (automatische) incasso, waarvan de uitvoering in eerste instantie is gepauzeerd vanwege onvoldoende saldo, direct wordt uitgevoerd zodra er weer geld naar de betaalrekening wordt overgeboekt. Volgens de commissie is niet gebleken dat in strijd is gehandeld met de afspraken en voorwaarden die voor incasso’s gelden. Ook dit onderdeel is ongegrond.
De consument heeft in het vierde onderdeel geklaagd over de kosten van de betaalrekening, die onterecht zouden zijn verhoogd. De bank heeft in dat kader toegelicht dat zij haar tarieven op grond van artikel 13 van de voorwaarden kan en mag wijzigen. Dat de bank naar maatstaven van redelijkheid en billijkheid op onaanvaardbare wijze gebruik zou hebben gemaakt van haar wijzigingsbevoegdheid is de commissie niet gebleken. Ook het vierde onderdeel is ongegrond.
De beslissing
De commissie verklaart de klacht deels niet-behandelbaar en voor het overige wordt deze afgewezen.
Lees hier de hele uitspraak.
Financieel Recht Advocaten
Wilt u advies over of begeleiding bij conflicten over het cliëntenonderzoek van banken en de registratie van persoonsgegevens in de Gebeurtenissenadministratie, het IVR, het Incidentenregister en het EVR? Neem dan vrijblijvend contact met ons op.
Wij staan voor u klaar
- Tegen financiële dienstverleners
- 10+ jaar ervaring
- Eerlijk en transparant