Een consument heeft bezwaar gemaakt tegen zijn registratie in frauderegisters na een mislukte kredietaanvraag. Hij gaf toe een rekeningafschrift te hebben aangepast, maar betoogt dat zijn handelen niet bedoeld was om de bank te misleiden. Hij vindt de opgelegde registratieduur onevenredig zwaar, vooral omdat het grote gevolgen heeft voor zijn financiële en zakelijke mogelijkheden.
Feiten
De consument vroeg in maart 2023 een persoonlijke lening van € 45.000 aan bij Freo, een dochteronderneming van Rabobank, voor de verbouwing van zijn woning. Bij de aanvraag leverde hij bankafschriften in, waarvan er één twijfel opriep bij Freo. In een telefonisch gesprek ontkende de consument aanvankelijk dat het document was aangepast. Kort daarna gaf hij toe dat hij een betaling op het afschrift had gewijzigd. De wijziging betrof een automatische overboeking aan zijn moeder, een restant van een oude, inmiddels kwijtgescholden lening. De consument veranderde het bedrag en de omschrijving om extra vragen van Freo en vertraging te voorkomen. Hij benadrukt dat het doel niet was om de bank te misleiden, maar om de doorlooptijd van de aanvraag te verkorten. Freo besloot de persoonsgegevens van de consument te registreren in het Intern Verwijzingsregister, het Incidentenregister en het Extern Verwijzingsregister voor een periode van zes jaar. De bank heeft ook aangifte gedaan van fraude.
Het geschil
De consument erkent dat het aanpassen van het afschrift onjuist was en dat dit gevolgen mag hebben. Hij stelt echter dat zijn intentie nooit was om de bank te benadelen. Hij meent dat Freo hierdoor geen risico heeft gelopen en dat de aanpassing de werkelijkheid niet heeft verdraaid. Volgens hem is de sanctie van zes jaar registratie buiten proportie. De registratie belemmert hem sterk in zijn financiële en zakelijke activiteiten. Zo kan hij geen zakelijke rekening openen voor zijn onderneming, geen financieringen aanvragen bij onverwachte kosten en ondervindt hij hinder bij verzekerings- en arbeidsaanvragen. Hij verzoekt om verwijdering van de registratie in het EVR of een kortere registratieduur.
Beoordeling
De commissie stelde vast dat de bank de persoonsgegevens van de consument mocht opnemen in het EVR en het Incidentenregister. Het aanpassen van een bankafschrift wordt gezien als een ernstige bedreiging voor het vertrouwen in financiële documenten en voldoet aan de vereisten voor registratie. Met betrekking tot de proportionaliteit besliste de commissie dat de registratie in het EVR en het Incidentenregister proportioneel is, maar dat de duur moest worden verkort van zes naar vijf jaar. Dit vanwege het concreet belang van de consument bij het voeren van zijn onderneming, ondanks dat hij zelf verantwoordelijkheid draagt voor de consequenties van zijn handelen. De interne registraties in het IVR en de Gebeurtenissenadministratie blijven zes jaar gehandhaafd, omdat deze geen gevolgen hebben voor de relatie met andere financiële instellingen.
Financieel recht advocaten
Stelt uw financiële dienstverlener dat u gefraudeerd heeft? Neem dan vrijblijvend contact op met een van onze gespecialiseerde advocaten.
Wij staan voor u klaar
- Tegen financiële dienstverleners
- 20+ jaar ervaring
- Eerlijk en transparant