In deze zaak willen twee consumenten een krediet hebben en vervalsen de documenten hierbij. De bank bestraft dit met de registratie in de waarschuwingsregisters. ABN AMRO is niet bereid de consumenten te verwijderen uit deze registers ondanks verzoek hiertoe. De consumenten dienden een klacht in.
Achtergrond van de zaak
Consumenten hebben op 6 juli 2023 voor de tweede keer een kredietaanvraag van €50.000,- ingediend bij Freo. Bij deze aanvraag hebben zij bankafschriften ingediend waarin bepaalde omschrijvingen waren witgelakt en dat enkele documenteigenschappen niet klopte. Bij de bank ontstonden hierdoor twijfels over de authenticiteit van de documenten. De bank probeerde contact op te nemen maar zonder succes.
Later meldde de bank aan de consumenten dat zij een fraudeonderzoek was gestart. In een gesprek vertelden de consumenten dat ze de omschrijvingen hadden weggelakt wegens privacy redenen, later die dag werden de originele afschriften gestuurd. Later liet de bank weten meerdere aanpassingen te hebben gevonden die van invloed waren op de beoordeling van de kredietaanvraag. De bank informeerde de consumenten dat hun gegevens in de externe en interne verwijzingsregisters waren opgenomen.
De klachten
De consumenten gingen tegen de registraties in en verzochten verwijdering uit de registers. Ze gaven aan dat hun handelen geen opzet had en dat eerdere kredietaanvragen zonder duidelijke reden waren afgewezen. Ze wilden een gesprek op gang stellen met de bank. Ze gaven verder aan dat de registraties ernstige gevolgen voor hen zou hebben in verband met de financiering van een huis in een erfkwestie en dat zonder lening zij hun eigen huis als dat van een erflater moeten verkopen.
De bank verdedigde de registraties door te stellen dat de consumenten opzettelijk essentiële informatie achterhielden die van invloed was op hun kredietwaardigheid. Volgens de bank werd dit dan ook beschouwd als valsheid in geschrifte.
De beoordeling
De commissie oordeelt dat de consumenten bewust cruciale informatie hebben achtergehouden en dat als zij daadwerkelijk een gesprek wilden starten dat ze dit tijdens de intake of per e-mail hadden kunnen doen. De commissie stelt dan ook dat er sprake is van valsheid in geschrifte. De commissie concludeert dat het laten weten aan andere banken van het risico niet anders kon dan door middel van een EVR-registratie. Toegegeven wordt door de commissie, dat een EVR-registratie de financiering voor het erflater-huis erg bemoeilijkt. Er wordt dan ook gesteld dat de registratie terecht is, maar dat de duur van zes jaar dient te worden verkort tot slechts twee jaar. Hierbij is ook rekening gehouden met de spijtbetuigingen van de consumenten.
De consumenten hebben geen bedragen vervalst en het is vrij eenvoudig ontdekt door de bank. De commissie vindt een twee jarige registratie dan ook passender. De bank gaf nog aan dat indien financiering eerder benodigd is, de consumenten een nieuw verzoek tot verwijdering kunnen indienen, wat opnieuw beoordeeld zal worden. De duur van de registratie in het incidentenregister wordt ook verkort tot twee jaar. De registratieduur van de gegevens in het interne verwijzingsregister wordt gehandhaafd. De commissie wijst de klacht van de consumenten dan ook gedeeltelijk toe en geeft de bank vier weken de tijd om de registratie in te korten.
Financieel recht advocaten
Bevindt u zich in een vervelende positie met uw bank waarin uw bankrelatie beëindigd dreigt te worden? Neem dan contact op met een van onze gespecialiseerde advocaten.
Wij staan voor u klaar
- Tegen financiële dienstverleners
- 20+ jaar ervaring
- Eerlijk en transparant