Uitspraak: Consument weet niet af van geopende bankrekening en wordt gestraft

Verzekeraar Achmea registreerde persoonsgegevens van een consument in de interne Gebeurtenissenadministratie en het Intern Verwijzingsregister (IVR). De commissie moest beoordelen of de registratie gerechtvaardigd was en of de duur van vijf jaar proportioneel is.

Feiten

De Gebeurtenissenadministratie en het IVR dienen als interne waarschuwingssystemen binnen de organisatie en de groep waartoe de verzekeraar behoort. De consument werd hierin geregistreerd naar aanleiding van een gebeurtenis waarbij hij betrokken was bij het openen van een rekening bij Bunq Bank. Hoewel de consument verklaarde dat dit uitsluitend bedoeld was voor de aankoop van bitcoins, stelde de verzekeraar vast dat hij stappen had doorlopen die specifiek gericht waren op het openen van een bankrekening. De consument meldde dit niet tijdens zijn verzoek om rechtsbijstand, wat de verzekeraar beschouwde als relevant.

Geschil

De consument stelde dat de registratie onterecht was omdat hij geen strafbare feiten had gepleegd. Hij voerde aan dat hij slachtoffer was in de situatie en dat zijn acties niet bewust gericht waren op het openen van een rekening. De verzekeraar stelde daarentegen dat het niet om de vraag ging of er sprake was van fraude, maar dat de gebeurtenis op zichzelf voldoende reden was voor de registratie. De consument vond daarnaast dat de duur van vijf jaar buitenproportioneel was.

Beoordeling

De commissie oordeelde dat de verzekeraar gerechtigd was om de persoonsgegevens in de Gebeurtenissenadministratie en het IVR te registreren. Het doel van de registratie, namelijk het waarborgen van de veiligheid en integriteit van de organisatie, rechtvaardigde deze maatregel. De consument had de verzekeraar tijdig en volledig moeten informeren over zijn betrokkenheid bij Bunq Bank, zelfs als hij geen intentie had om daadwerkelijk een rekening te openen. De gebeurtenis rechtvaardigde extra aandacht, en lichtere maatregelen waren volgens de commissie niet toereikend. Wat betreft de proportionaliteit oordeelde de commissie dat het belang van de verzekeraar zwaarder woog dan de mogelijke nadelige gevolgen voor de consument. De registratie had slechts interne gevolgen en stond andere relaties met financiële instellingen niet in de weg. De duur van vijf jaar werd niet disproportioneel geacht, mede gezien de jeugdige leeftijd van de consument en de overweging dat hij mogelijk niet volledig bewust was van de consequenties van zijn acties. De commissie concludeerde dat de registratie voor vijf jaar gerechtvaardigd was.

Financieel recht advocaten

In het geval dat uw verzekeraar stelt dat u fraudeert, is het van belang om zorgvuldig te werk te gaan. Wij bij financieel recht advocaten kunnen u hierin bijstaan om fouten te voorkomen. Neem contact op met een van onze gespecialiseerde advocaten voor meer informatie.

Lees hier de volledige uitspraak.

Wesley van Elven

Wij staan voor u klaar

  • Tegen financiële dienstverleners
  • 20+ jaar ervaring
  • Eerlijk en transparant
Neem contact op

Wij helpen u graag

  • Tegen financiële dienstverleners
  • 20+ jaar ervaring
  • Eerlijk en transparant