Uitspraak: Identiteitsfraude of toch zelf de rekening geopend?

In deze zaak was de consument vermeend slachtoffer van identiteitsfraude. De commissie en bank gingen hier tegenin en dit resulteerde in de handhaving van de registratie van de persoonsgegevens van de consument in de waarschuwingsregisters.

Achtergrond van de zaak

Op 7 juli 2022 opende de consument een betaalrekening bij de Rabobank op 19-jarige leeftijd. Op 1 augustus werd de rekening geactiveerd en op 7 september werd een bedrag van €1.400,- bijgeschreven op de rekening. Het geld kwam van een slachtoffer van bankhelpdeskfraude. De bank detecteerde de transactie en boekte deze terug. Op 28 september stuurde de bank een brief waarin om een verklaring van de betrokkenheid af te leggen naar het bij haar bekende adres van de consument, de brief werd niet opgehaald.

Op 26 oktober stuurde de bank opnieuw een brief waarin stond dat de gegevens van de consument voor zes jaar in het incidentenregister, intern verwijzingsregister en extern verwijzingsregister zijn opgenomen. Ook deze brief werd niet ontvangen. In 2023 nam de consument contact op met het Centraal Meldpunt identiteitsfraude en liet zijn identiteitsbewijs blokkeren. Ook deed hij aangifte van identiteitsfraude en gaf hij aan de betaalrekening niet zelf te hebben geopend.

De klacht van de consument

De consument klaagt over de registraties en verzoekt of deze ongedaan kunnen worden gemaakt of kunnen worden verkort. Hij beweert slachtoffer te zijn van identiteitsfraude. De consument ontdekte in 2022 dat er meerdere ongeautoriseerde afschrijvingen waren gedaan vanaf zijn bankrekening bij ING-bank, hier deed hij ook aangifte van. Hij ontdekte ook geopende rekeningen bij bunq en N26 onder zijn naam.

De consument vindt de registraties disproportioneel, aangezien geen enkele partij schade heeft geleden, behalve hijzelf met een afschrijving van €3.000,-. Door de registraties wordt hij beperkt in zijn gebruik van financiële diensten zoals het openen van een zakelijke rekening die hij nodig heeft voor zijn bedrijf.

De beoordeling

De commissie besluit dat de bank een juiste afweging van belangen heeft gemaakt. De registratie is proportioneel en noodzakelijk, gezien het gebrek aan inzicht van de consument. De door de consument aangevoerde schade staat los van deze fraudezaak en is geleden bij een andere bank. De duur van de registratie ziet de commissie ook als goed. De commissie besluit dat alle registraties gehandhaafd kunnen blijven. Deze dienen als waarschuwing voor bankmedewerkers voor toekomstige risico’s. De commissie wijst de vordering van de consument af.

Financieel recht advocaten

Heeft u nu ook problemen met uw bank? Registreren zij u in een of meerdere verwijzingsregisters? Neem dan contact op met een van onze gespecialiseerde advocaten.

Neslihan Karacaoglan

Wij staan voor u klaar

  • Tegen financiële dienstverleners
  • 20+ jaar ervaring
  • Eerlijk en transparant
Neem contact op

Wij helpen u graag

  • Tegen financiële dienstverleners
  • 20+ jaar ervaring
  • Eerlijk en transparant